Branche teleurgesteld in EV-plannen kabinet
Eigenaren van een elektrische auto betalen vanaf 2026 75 procent van de motorrijtuigenbelasting. Vanaf 2030 geldt het volle tarief. Dat is een grote wijziging ten opzichte van de plannen uit de Voorjaarsnota van eerder dit jaar.
Brancheverenigingen ANWB, Bovag, RAI Vereniging, VNA sloten de handen ineen met Natuur & Milieu en reageren gezamenlijk verbolgen op de plannen: ‘De draai van het kabinet confronteert de consument nu met onverwachte extra kosten. Dit tast het vertrouwen in de overheid aan’.
De organisaties zijn stomverbaasd over de draai van het kabinet en de veel lagere gewichtscorrectie voor elektrische auto’s. Ze vinden dat de nu aangekondigde ingreep moet worden teruggedraaid en de beloofde 40 procent gewichtscorrectie alsnog moet worden ingevoerd, zoals goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer.
Volgens de nieuwe rijksbegroting wil het kabinet ongeveer 19,3 miljard euro ophalen bij de automobilist, zowel via de aanschaf van nieuwe voertuigen, motorrijtuigenbelasting en accijnzen, stelt RAI Vereniging. Volgens voorzitter Frits van Bruggen wordt ‘mobiliteit onbetaalbaar’.
Vaste voet
Hoewel er in de documenten geen bpm-tabel terug te vinden is, stelt ANWB dat de vaste voet van de aanschafbelasting uitkomt op 660 euro. Dat bedrag komt nagenoeg overeen met een intern document van RAI Vereniging die eerder dit jaar een inschatting maakte over de hoogte van het bedrag.
Als alles naar verwachting wordt doorgevoerd dan zijn elektrische auto’s tot 45 duizend euro volgend jaar ruim 3.500 euro duurder in aanschaf dan dit jaar. Mede ook door het wegvallen van de aanschafsubsidies die dit jaar voor het laatst gelden. Eerder werd al bekend dat de bpm-berekening voor plug-ins wordt aangepast, waardoor de bpm komend jaar gemiddeld genomen daalt. De jaren erop zou deze dan fors stijgen.
Ayvens: teleurgesteld
Ook bij leasemaatschappij Ayvens reageert men teleurgesteld. Het bedrijf heeft de grootste vloot EV’s van Nederland. “Momenteel zien we een opwaartse trend in het aantal verkochte tweedehands elektrische auto’s en plug-in hybrides. Zoals ook de Bovag en VNA stellen, zou het jammer zijn wanneer versobering van het stimuleringsbeleid gaat zorgen voor een neerwaartse trend, of dat gebruikte elektrische auto’s noodgedwongen naar het buitenland geëxporteerd worden”, schrijft Ayvens. “Het is belangrijk om een fiscale brug te vormen tussen het aanbod van zakelijke elektrische auto’s en de particuliere vraag naar jonge tweedehands elektrische auto’s.”
Ayvens pleit daarom voor een volledige gewichtscorrectie toe op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s, het in stand houden voor de Sepp-subsidie voor particulieren die een gebruikte EV kopen en het oprekken van de bijtellingtermijn van 60 maanden naar 72 of zelfs 84 maanden.
“Ondanks de goede wil van bedrijven zijn vraagstukken als oplopende kosten van het wagenpark, teruglopende subsidies en netcongestie in combinatie met laadinfrastructuur hoofdbrekens voor ondernemend Nederland. Met een goed beleid kunnen die zorgen weggenomen worden zodat we de transitie naar duurzame mobiliteit versnellen”, aldus Ayvens.