Inbreng autoindustrie bij cop21
De organisatie bevestigt nog eens het commitment van de auto-industrie aan het verder reduceren van CO2-emissies van voertuigen én de productieprocessen. “Tegelijkertijd is evident dat een meer ‘alomvattende’ aanpak noodzakelijk is om álle aspecten te bestrijken die invloed hebben op de uitstoot gedurende de gebruiksfase van voertuigen,” legt Erik Jonnaert, secretaris-generaal van ACEA uit. “In zo'n aanpak wordt het complete spectrum van oplossingen benut, aan het voertuig zelf, met alternatieve aandrijflijnen, maar ook met versnelde vernieuwing van het wagenpark, intelligente transport systemen (ITS), het verbeteren van (weg)infrastructuur, ‘decarboniseren’ van brandstoffen of het beïnvloeden van rijgedrag”. In relatie tot het wegtransport moet dat dus de inzet van de Europese Unie bij de Parijse onderhandelingen zijn. ACEA spreekt de hoop uit dat de uitkomsten van de klimaatonderhandelingen de basis zullen zijn voor nieuw, voorspelbaar langetermijnbeleid. Beleidsmakers moeten ook waarborgen dat het COP21-proces resulteert in wereldwijd gelijkwaardige condities voor alle (grote) economieën en industriële sectoren, beveelt ACEA aan. Jonnaert: “Alleen een level playing field tussen landen én industrieën kan ervoor zorgen dat de Europese auto-industrie de lange termijn investeringen kan doen die noodzakelijk zijn om de klimaatuitdaging het hoofd te bieden.” Geïnteresseerden vinden de uitvoerige COP 21 Position Paper op www.acea.be.