Duitsland en de EU zijn eruit: tóch e-fuels vanaf 2035
Daarmee is een doorbraak bereikt in een politieke impasse, die eind februari ontstond. De EU nam oktober vorig jaar al het besluit dat er na 2035 geen nieuwe auto’s met verbrandingsmotor verkocht mogen worden. Tot de Duitse verkeersminister Volker Wissing onverwachts dreigde om tegen te stemmen. Kort daarna keerden ook Frankrijk en Italië zich tegen het bod.
Lastig onderscheid
Wissing eiste een uitzonderingspositie voor auto’s met verbrandingsmotoren die op zogenaamde e-fuels rijden: synthetische geproduceerde brandstoffen, die met duurzaam opgewekte stroom worden gemaakt. Nu heeft hij zijn doel bereikt, al heeft hij daarbij tegen veel schenen geschopt.
De mogelijke uitzondering op verkoop van auto’s die alleen op e-fuels kunnen rijden, wordt in de praktijk nog lastig. De samenstelling van deze brandstof is namelijk hetzelfde als die van fossiele brandstoffen. Er moet dus extra technologie komen om te voorkomen dat deze auto’s toch op fossiele brandstof kunnen rijden. Critici vrezen dat een kleine aanpassing dan volstaat om toch fossiele brandstof te gebruiken.
Laag rendement
Een ander kritiekpunt is het grote rendementsverlies als van groene stroom brandstof gemaakt moet worden. Met dezelfde energie die nodig is om de e-fuels te maken waar een auto 100 kilometer op kan rijden, kan een batterij-elektrische auto ongeveer 700 kilometer rijden. Het opstellen en goedkeuren van de nieuwe regel kost veel tijd. Waarschijnlijk kan het Europees parlement pas voorjaar 2024 goedkeuring geven aan de nieuwe regels.
