Onderzoek: speedpedelec-rijders laten auto staan

Redactie Redactie
• Laatste update:
(Foto: De Kopgroep)

Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers hun speedpedelec intensief gebruiken. Bijna de helft rijdt meer dan 5 duizend kilometer per jaar. Als het gaat over woon-werkverkeer legt twee derde van de speedpedelec-gebruikers meer dan twintig kilometer per enkele reis af.

Risico

De kruissnelheid van de meeste speedpedelec-rijders ligt tussen de 35 en de 45 kilometer per uur. Binnen de bebouwde rijdt een meerderheid het liefst op het rijwielpad. Op deze paden passen de meesten hun snelheid aan naar maximaal 30 kilometer per uur. Velen ervaren fietsen op de rijbaan als risico. De snelheid is begrensd op 45 kilometer per uur, terwijl het overige verkeer op deze wegen harder mag. Ook het feit dat veel automobilisten niet weten dat speedpedelecs meestal op de rijbaan moeten rijden, vinden zij gevaarlijk. In Rotterdam, Amersfoort en sinds kort ook Utrecht kunnen zij een ontheffing aanvragen om toch op het fietspad te mogen rijden. In dat geval mogen ze niet harder rijden dan 30 kilometer per uur. Een meerderheid is van mening dat dit landelijk geregeld moet worden.

Meer dan de helft van de geënquêteerden woont in kleinere gemeenten met minder dan 40 duizend inwoners. Dat lijkt opvallend, maar volgens Martin de Vries, voorzitter van de Kopgroep en beheerder van de bijbehorende Facebookgroep, ligt dat eigenlijk wel voor de hand: “De speedpedelec is een forensenfiets bij uitstek. In grotere steden maken drukte en de infrastructuur fietsen lastig. Bovendien kun je zo’n dure fiets niet zomaar stallen op straat of in een portiek.”

Oudere fietsers

Speedpedelecs zijn het populairst bij mensen tussen de 45 en 65 jaar. Daarna zijn 35- tot 45-jarigen enthousiaste snelfietsers. De 16- tot 35-jarigen en de 65- tot 75-jarigen kiezen in mindere mate voor de speedpedelec. Mensen ouder dan 75 jaar maken het minst gebruik van deze snelle rijwielen. “Op dit moment rijden er ongeveer 30 duizend speedpedelecs in Nederland”, zegt Kopgroep-lid Paul Strack van Schijndel daarover. Drie jaar geleden waren dat er nog 19 duizend, zo blijkt uit onderzoek van het CBS en de Rijksdienst voor het Wegverkeer. “Absolute getallen uit 2020 zijn anno 2023 uiteraard achterhaald, maar ik heb geen aanwijzing te denken dat de relatieve verdeling, die zich ook weerspiegelt in de leeftijdverdeling in onze Facebookgroep, substantieel is gewijzigd”, aldus Paul Strack van Schijndel.

“Kanttekening is dat van onze 6620 leden twee derde uit Vlaanderen komt en een derde uit Nederland”, vult Martin de Vries aan. “Dat komt doordat de fileproblematiek in Vlaanderen substantieel groter is dan in de Randstad. Je bent daar gewoon sneller op de speedpedelec. Bovendien zijn het dure fietsen, waar in België een gunstige leaseregeling voor bestaat. Ook kunnen Vlamingen makkelijker voor het fietspad kiezen. In Vlaanderen worden dan ook drie keer zoveel speedpedelecs verkocht dan in Nederland.”

Onderzoek: speedpedelec-rijders laten auto staan | Fleet&Mobility

Onderzoek: speedpedelec-rijders laten auto staan

Redactie Redactie
• Laatste update:
(Foto: De Kopgroep)

Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers hun speedpedelec intensief gebruiken. Bijna de helft rijdt meer dan 5 duizend kilometer per jaar. Als het gaat over woon-werkverkeer legt twee derde van de speedpedelec-gebruikers meer dan twintig kilometer per enkele reis af.

Risico

De kruissnelheid van de meeste speedpedelec-rijders ligt tussen de 35 en de 45 kilometer per uur. Binnen de bebouwde rijdt een meerderheid het liefst op het rijwielpad. Op deze paden passen de meesten hun snelheid aan naar maximaal 30 kilometer per uur. Velen ervaren fietsen op de rijbaan als risico. De snelheid is begrensd op 45 kilometer per uur, terwijl het overige verkeer op deze wegen harder mag. Ook het feit dat veel automobilisten niet weten dat speedpedelecs meestal op de rijbaan moeten rijden, vinden zij gevaarlijk. In Rotterdam, Amersfoort en sinds kort ook Utrecht kunnen zij een ontheffing aanvragen om toch op het fietspad te mogen rijden. In dat geval mogen ze niet harder rijden dan 30 kilometer per uur. Een meerderheid is van mening dat dit landelijk geregeld moet worden.

Meer dan de helft van de geënquêteerden woont in kleinere gemeenten met minder dan 40 duizend inwoners. Dat lijkt opvallend, maar volgens Martin de Vries, voorzitter van de Kopgroep en beheerder van de bijbehorende Facebookgroep, ligt dat eigenlijk wel voor de hand: “De speedpedelec is een forensenfiets bij uitstek. In grotere steden maken drukte en de infrastructuur fietsen lastig. Bovendien kun je zo’n dure fiets niet zomaar stallen op straat of in een portiek.”

Oudere fietsers

Speedpedelecs zijn het populairst bij mensen tussen de 45 en 65 jaar. Daarna zijn 35- tot 45-jarigen enthousiaste snelfietsers. De 16- tot 35-jarigen en de 65- tot 75-jarigen kiezen in mindere mate voor de speedpedelec. Mensen ouder dan 75 jaar maken het minst gebruik van deze snelle rijwielen. “Op dit moment rijden er ongeveer 30 duizend speedpedelecs in Nederland”, zegt Kopgroep-lid Paul Strack van Schijndel daarover. Drie jaar geleden waren dat er nog 19 duizend, zo blijkt uit onderzoek van het CBS en de Rijksdienst voor het Wegverkeer. “Absolute getallen uit 2020 zijn anno 2023 uiteraard achterhaald, maar ik heb geen aanwijzing te denken dat de relatieve verdeling, die zich ook weerspiegelt in de leeftijdverdeling in onze Facebookgroep, substantieel is gewijzigd”, aldus Paul Strack van Schijndel.

“Kanttekening is dat van onze 6620 leden twee derde uit Vlaanderen komt en een derde uit Nederland”, vult Martin de Vries aan. “Dat komt doordat de fileproblematiek in Vlaanderen substantieel groter is dan in de Randstad. Je bent daar gewoon sneller op de speedpedelec. Bovendien zijn het dure fietsen, waar in België een gunstige leaseregeling voor bestaat. Ook kunnen Vlamingen makkelijker voor het fietspad kiezen. In Vlaanderen worden dan ook drie keer zoveel speedpedelecs verkocht dan in Nederland.”