Mensen met migratieachtergrond minder mobiel

Mensen met een migratieachtergrond zijn minder mobiel dan mensen zonder migratieachtergrond, zo blijkt uit het onderzoek ‘Multiculturele diversiteit in mobiliteit’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Ze spenderen vaker volledige dagen thuis en wanneer ze wel op pad gaan, leggen ze over het algemeen minder afstand af en bezoeken ze minder bestemmingen.
Onderzoekers hebben het reisgedrag en de reismogelijkheden van mensen met een migratieachtergrond (eerste en tweede generatie) in Nederland geanalyseerd. Een opvallende conclusie van het onderzoek is dat over het algemeen de woon-werkafstand en reistijd voor mensen met een migratieachtergrond vaak langer zijn dan die voor werkenden zonder migratieachtergrond. Bovendien blijkt dat migranten en kinderen van migranten minder vaak fietsen, vaker gebruikmaken van het openbaar vervoer en vaker lopen.
Minder vaak een rijbewijs
Op dit moment wonen er 4,5 miljoen mensen met een migratieachtergrond in Nederland, en naar verwachting zal dit aantal in de komende jaren toenemen. Met name de eerste generatie Nederlanders met een migratieachtergrond zijn minder mobiel, hebben minder vaak een rijbewijs en maken minder vaak gebruik van de fiets dan mensen zonder migratieachtergrond. De verschillen tussen de groepen zijn soms aanzienlijk.
Bij de tweede generatie Nederlanders, de kinderen van migranten, zijn de verschillen minder groot: veel aspecten van hun reisgedrag lijken meer op het reisgedrag van mensen zonder migratieachtergrond. “Het onderzoek bevestigt dat het reisgedrag van migranten en kinderen van migranten relevant is voor het beleid. Het mobiliteitsbeeld in Nederland verandert immers door de veranderingen in de samenstelling van de bevolking”, aldus de publicatie.