Grijs beheer | ANWB is voorlopig nog op diesels aangewezen
De kerntaak van de Wegenwacht om gestrande weggebruikers zo min mogelijk in de kou te laten staan gaat goed, maar het wordt wel lastiger om kostendekkend te werken”, stelt Joep van der Smissen, manager Technisch Expertisecentrum bij de ANWB. Ook de doorsnee wegenwacht is ouder geworden en zit aan de top van zijn inkomen. De Wegenwacht is daarom bezig met differentiatie van de taken. Voor het bergen van een gestrande auto of het verhelpen van accuproblemen is niet altijd een volledig opgeleide monteur nodig. Vandaar dat er in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht 24 Fords rondrijden voor de accuservice met speciale apparatuur aan boord en een deskundige op het gebied van startbatterijen. Andere voorbeelden zijn de 23 zware lepelwagens en drie oprijwagens die stilgevallen auto’s zo snel mogelijk moeten weghalen. “Dat zijn geen bergers, maar ze zijn wel anders opgeleid dan onze wegenwachten”, zegt wagenparkbeheerder Arjen Lok.
Arjen Lok
> wagenparkbeheerder ANWB
> Aantal wegenwachtvoertuigen in beheer: 950
Vreemde eenden
Lok (43) heeft sinds 2011 de regie over de uitgebreide ANWB-vloot. Die bestaat enerzijds uit de via Leaseplan en Arval geleasde personenauto’s voor – onder meer – het personeel van de reisbureaus en van de verzekeringstak Unigarant, de ANWB-winkels en het magazijn. Daarnaast zijn er nog eens 950 grijs gekentekende Wegenwachtvoertuigen. Is bij het ene deel van de vloot de merkenkeuze vrij, bij de bedrijfswagens domineert Volkswagen sinds de laatste aanbesteding in 2001. Ford kwam erbij omdat dit merk een voertuig kon leveren dat beter voldeed aan de ANWB-eisen.
Vreemde eenden in de bijt zijn er ook. Zo zet de Wegenwacht tussen 1 april en 31 oktober motoren in die hulpverleners in staat stellen om hun werk te doen op plekken waar het met de auto geen doorkomen aan is. In Amsterdam en Den Haag rijden in die periode elektrische Wegenwachtfietsen met een karretje erachter; net als de motoren kunnen de emissieloze fietsen op plekken komen waar een auto het moeilijk heeft.
Toezicht
De Wegenwacht heeft 140 Caddy’s en 100 Tourans. De laatste worden geleidelijk uitgefaseerd vanwege hun leeftijd. Dan telt de vloot nog 495 VW Transporters van de vijfde en 47 van de zesde generatie. Alle auto’s zijn eigendom van de ANWB, maar Volkswagen Pon Financial Services (VWPFS) ondersteunt Lok bij het beheer. “VWPFS regelt en bewaakt de facturen en heeft een mandaat voor onderhoud en reparaties. Dit mandaat kent grensbedragen en inhoudelijke beperkingen. Worden die overschreden, dan volgt er overleg.”
Ook de Fords Transit Connect vallen onder deze regeling, maar waar de VW’s op basis van SLA-contracten bij merkdealers worden onderhouden, gaan de Transits op basis van onderhoudscontracten naar Ford-dealers; het financiële beheer en schades lopen via VWFPS, wiens toezicht er ook voor zorgt dat dealers “geen vork meer gebruiken als ze facturen schrijven”, aldus Lok.
Kostbare inrichting
Elke wegenwachtauto is een compleet ingerichte, rijdende werkplaats. De inrichting verzorgt de ANWB zelf. Zo is er voor de accuservice speciale apparatuur ontworpen die snel, veilig en foutloos werken mogelijk maakt. De Transporters hebben een elektrisch uitschuifbare lepelinstallatie voor het afslepen. Daarnaast heeft elke auto een heel arsenaal aan meetapparatuur, gereedschappen en verbruiksartikelen aan boord. “Ladenkasten en dergelijke kopen we in,” zegt Lok, “maar een groot deel van de overige inrichting wordt in eigen huis ontworpen en vervolgens op maat voor ons gemaakt.” Door de hoge kosten daarvan kost een compleet ingerichte wegenwachtauto ruim tweemaal zo veel als het originele exemplaar. Daarom blijven de voertuigen gemiddeld 8,5 jaar of 300 duizend kilometer in gebruik. Is daarna hun technische staat nog goed genoeg, dan blijven ze nog twee jaar in de vloot. Bij de auto’s op geel kenteken hanteert Lok 54 maanden of een kilometrage van 200 duizend voor de diesels en 160 duizend voor de benzineauto’s.
Dankzij VWPFS schrijven dealers hun facturen niet meer met een vork.
“Bewustwording is belangrijk, zowel voor het tegengaan van schade als voor het beperken van slijtage en brandstofverbruik,” vertelt Lok. Om die reden volgde een deel van de wegenwachten in hun eigen tijd een training die vergelijkbaar is met het Nieuwe Rijden. Daarna bespraken ze het geleerde met collega’s. “Door het gereedschap en de apparatuur zijn onze auto’s zwaar. Rustiger optrekken en langer laten uitrollen scheelt slijtage en gemiddeld 6 procent verbruik, met een paar uitschieters tot 20 procent.”
Dat lagere verbruik past ook bij het Lean & Green-contract tussen de ANWB en de overheid. De bond wil een voorbeeldfunctie vervullen op het vlak van mvo en grijpt elke mogelijkheid aan om dit te bereiken. In dat kader oriënteert de ANWB zich ook op alternatieve aandrijfmethoden. Op Schiphol heeft jarenlang een in eigen beheer omgebouwde elektrische Caddy gelopen en waterstof heeft Loks warme belangstelling. “Elektrisch rijden heeft beslist de toekomst,” gelooft hij, “maar voor het werk langs de weg zullen we nog wel even op diesels zijn aangewezen.”
5 tips
1. Neem als maatschappelijk zichtbaar bedrijf je verantwoording en ga voor mvo.
2. Maak berijders duidelijk dat hun auto’s bij het kapitaal van de onderneming horen.
3. Laat de dealer berijders helpen bij hun model- en pakketkeuze en sta op een proefrit.
4. Bied een ruime merkenkeuze, want tevreden berijders zorgen beter voor hun auto.
5. Werp geen drempel op voor alternatieve aandrijfsystemen, maar stimuleer ze juist.
