Grijs beheer | Nuchtere aanpak met onbeperkt merkenbeleid
Van oorsprong een familiebedrijf uit Sneek dat vanaf 1947 kachels verkocht en installeerde, groeide Feenstra uit tot een landelijk opererend onderdeel van de Zweedse multinational Vattenfall met 1.500 werknemers. Feenstra kent vier kerncompetenties: verwarming, ventilatie en beveiliging voor bedrijven en particulieren. In 2012 kwam daar nog zonne-energie bij. Meer dan 800.000 Nederlandse huishoudens maken gebruik van de energieserviceorganisatie. De plannen van het kabinet hebben onder die huishoudens en onder veel Nederlandse bedrijven vragen opgeworpen. Hoe moet het nu verder? En wanneer stappen we van het gas af? Feenstra reageert er nuchter op. Het is nog geen
2050 en het zou heel goed kunnen dat het vervangen van een oude cv-ketel door een nieuwe op dit moment de beste optie voor een klant is, stelt het bedrijf. Feenstra ondersteunt zijn klanten bij de transitie, maar raadt hen ook aan om geen overhaaste beslissingen te nemen.
Nuchter en praktisch
Die houding is ook terug te vinden in de manier waarop Feenstra met het wagenpark omgaat: nuchter en praktisch, zonder de veranderingen in techniek en samenleving uit het oog te verliezen. Zo zijn de bedrijfsauto’s allemaal Opels, simpelweg omdat Opel tot nu toe de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt, zegt strategisch inkoper Philip Stokvis (51). Hij legt uit dat Feenstra rond de 800 auto’s in de vloot heeft, waarvan 650 op grijs kenteken. Dit zijn hoofdzakelijk Combo’s en Vivaro’s voor de monteurs, aangevuld met enkele Movano’s voor als er meer laadruimte of laadvermogen nodig is. De overige auto’s zijn functiegebonden. “Overigens hanteren we bij deze auto’s geen beperkt merkenbeleid zoals bij de bedrijfswagens. De belangrijkste voorwaarde is hier dat het een elektrische of plug-inhybride auto moet zijn, afhankelijk van het aantal kilometers dat ermee gereden wordt. ”De auto’s op grijs kenteken zijn vooralsnog allemaal diesels, op een klein groepje na. Feenstra wil wel overstappen op alternatieve aandrijflijnen, maar de actieradius van de huidige generatie elektrisch aangedreven bedrijfswagens is nog te klein. Stokvis: “Eerder dan 2020 verwacht ik die niet. Wel hebben we een pilot lopen met zes Nissans e-NV200. Fijne bussen die voldoen qua grootte, maar in bepaalde situaties onvoldoende bereik hebben. Vandaar dat ik met veel belangstelling naar de hybride Ford Transit Custom kijk.” Ook kijkt Stokvis met grote interesse naar de veranderingen bij Opel, nu dat merk onderdeel is geworden van PSA en de bedrijfsauto’s niet langer in samenwerking met Fiat en Renault-Nissan gebouwd worden.
Inrichting op maat
De bedrijfswagens in de vloot worden op basis van full operational lease ingezet met een contractduur van vijf jaar. Tot voor kort werkte Feenstra met één leasemaatschappij. Daar is dit jaar verandering in gekomen doordat Vattenfall, na een nieuwe Europese aanbesteding, met drie leasebedrijven in zee is gegaan. Administratief gezien soms uitdagend, geeft Stokvis toe, “Maar dit is de huidige situatie”. Omdat Feenstra vestigingen in heel Nederland heeft, leggen de auto’s niet exorbitant veel kilometers af: gemiddeld 25.000 kilometer per jaar, al kan dit per vestiging verschillen. “Vandaar dat we met een looptijd van vijf jaar over het algemeen goed uitkomen.” De monteurs hebben allemaal hun eigen, vaste auto. Het onderhoud vindt plaats bij de lokale dealers en elke Opel is voorzien van een professionele bedrijfswageninrichting. Voor de Nissans heeft Stokvis een andere route bewandeld. “Hier hebben we niet voor een van de grote merken gekozen. In plaats daarvan hebben we met onze operationele afdeling en in overleg met enkele monteurs Brover Bedrijfswageninrichting in Geldrop benaderd.” Op basis van een pakket wensen en eisen zijn de ontwerpers van Brover aan de slag gegaan en na goedkeuring van het uiteindelijke resultaat, zijn alle zes elektrische Nissans van deze inrichting voorzien. Een prettige ervaring en de monteurs die met deze auto’s werken zijn er blij mee, aldus Stokvis.
Schadepreventie
De Opel-dealers zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en de planning daarvan, maar reparaties en schadeherstel vormen ook een aspect van het wagenparkbeheer. “Schade komt helaas nog wel eens voor”, zegt Stokvis. Meestal gaat het om kleine zaken: “Onze monteurs komen met hun onoverzichtelijke voertuigen veel in woonwijken vol geparkeerde auto’s, paaltjes en andere obstakels. Parkeersensoren en dodehoekspiegels moeten dit soort schades zoveel mogelijk beperken”. Voor achteruitrijcamera’s heeft Stokvis wel belangstelling, maar hij wacht af tot de fabrikant ze standaard op de auto’s gaat leveren.
Ernstige schades doen zich eveneens wel eens voor. “Onze eerste prioriteit is dan de monteur. Is die er ongedeerd vanaf gekomen? Daarna bekijken we wat er met de auto moet gebeuren.” Feenstra heeft in het verleden rijvaardigheidstrainingen aangeboden om de bestuurders zelfbewuster te maken van hun rijstijl. Die bleken ook vruchten af te werpen op het gebied van brandstofverbruik en daarom overweegt Stokvis ze in de nabije toekomst opnieuw aan te bieden. Bewustwording strekt zich ook uit tot de banden: regelmatige controle door de berijders op de juiste bandenspanning is een van de eenvoudigste manieren om de kosten voor vervanging en brandstofverbruik te drukken. En het past natuurlijk ook mooi in de Vattenfallfilosofie om zo snel mogelijk over te stappen op een ‘fossielvrij’ leven.
3 tips
- Houd feeling met de mensen in het veld, vraag wat ze willen en nodig hebben.
- Stuur de vloot niet puur vanuit de achterkant aan, want je rijdt er zelf niet mee.
- Bewustwording bij de berijders is gunstig voor de schadelast en het verbruik.
