Den haag melkt rustig verder
‘Het debat wordt scherper, grover. Dat zie je in de samenleving en in de Tweede Kamer. Maar mijn korte naam past ook goed op protestborden.’
Minister Wouter Bos van Financiën in 2008.
Wees voorzichtig met acties voor de bühne
De Nederlandse automobilist is zo vaak het bokje dat instanties als Bovag en RAI geen crisis hoeven te creëren om zichzelf van werk te voorzien, een trucje dat je bij vakbonden nog wel eens ziet. Maar ze lopen wel tegen een ander probleem aan. De succesvolste lobby wordt vaak in stilte gevoerd. Ondanks gemor van leden dat er te weinig gebeurt, zijn de contacten van de Bovag/RAI in Den Haag prima. Men probeert het beleid te sturen, de scherpe kantjes eraf te halen en de schade voor de autosector beperkt te houden. Maar de leden zien alleen het eindresultaat, waar vaak nog altijd pijnlijke zaken voor de autobranche in staan. “Schande! En waar zijn de vertegenwoordigers?” Die houden zich op de vlakte; de deal is immers al gesloten. Maar Bovag en RAI bereiken op deze manier veel meer dan als ze de hort op zouden gaan met spandoeken. De laatste keer dat men deze fout maakte was in 2007, toen de actie Stop Bos werd ingezet. Een persoonlijke aanval op de PvdA-minister van Financiën, als reactie op de 500 miljoen euro aan extra autobelastingen. Het resultaat? Geen enkele verandering van het gekozen beleid, maar wel een minister die persoonlijk vrij gegriefd was en dus de deur voor de autosector veel minder vaak open deed. Toch nam RAI Vereniging dit risico bewust. Af en toe moet je je leden laten zien dat je niet bang bent om een grote mond te geven.
Eric Wiebes liet zich de melkkoe-uitspraak in de mond leggen tijdens de presentatie van zijn autobrief II aan een select groepje journalisten. Wiebes is allesbehalve een amateur en sprak deze woorden heel bewust. Hij was daarmee vele malen eerlijker dan veel van zijn collega's, die altijd om de hete brij heen draaien en drogredenen verzinnen waarom autorijden in Nederland zo stervensduur is. Het is omdat de overheid geld nodig heeft. De staatsecretaris maakte in Autobrief II gehakt van het beleid van zijn voorgangers De Jager en Weekers, vooral omdat de robuustheid ervan te wensen overliet. Door het succes van de bijtellingskorting en bpm/mrb-vrijstelling voor (met name) zuinige diesels en plug-in hybrides heeft de overheid miljarden euro's weggegooid. De linkse kant van het politieke spectrum denkt altijd vrij gemakkelijk. Zuinige auto's – en tegenwoordig voornamelijk auto's met stekker – moeten belastingkorting krijgen. Hoe meer hoe beter! En hoe moet dat worden betaald? Simpel, de vervuiler (oftewel berijders van onzuinige auto’s) mag van links altijd “ietsje meer” betalen om zo de begroting toch dekkend te krijgen. Je kan het met dat beleid eens zijn of niet, in de basis klopt de redenering in ieder geval vanuit boekhoudkundig oogpunt. Tenzij heel Nederland ineens de onzuinige auto's links laat liggen en gaat voor de zuinige auto's met korting. Niet alleen moet de overheid dan veel meer korting geven dan van tevoren begroot (Outlander Phev iemand?), je mist ook nog eens de extra inkomsten uit de onzuinige auto's om dat geld bij elkaar te krijgen. Wiebes legde afgelopen zomer de vinger op de zere plek: “Het gaat om inherent tegengestelde doelen: wijzigt het gedrag zoals de beleidsmaker beoogde, dan zakken de belastinginkomsten in, wijzigt het gedrag niet, dan faalt het beleid”, schreef hij in zijn Autobrief aan de Kamer. Bovenstaand vraagstuk is maar een van de vele bijna filosofische kwesties waar de autosector tegenaan loopt als ze met de overheid onderhandelt. Soms vindt men een gewillig oor, soms lijkt het alsof men tegen een boom praat. We pakken er wat basisprincipes uit de lobbypraktijk bij en leggen wat voorbeelden uit.
Lessen uit de praktijk
Bondgenootschappen zijn goed
Een lobbytruc die de laatste jaren met succes wordt toegepast is het smeden van coalities. In Den Haag is men gek op draagvlak. Als je beleid wordt ‘gesteund’ door grote groepen in de samenleving, dan loods je je ideeën meestal gemakkelijker door het parlement. Bovag gebruikte deze truc bijvoorbeeld toen de apk-frequentie dreigde te gaan van 3-1-1 naar 4-2-2. Een potentieel drama voor autobedrijven. Bovag wist slim Veilig Verkeer Nederland binnen te hengelen om zo meer draagvlak te creëren voor apk-behoud. Uiteindelijk bleef de schade beperkt en kwam er alleen voor benzineauto's een 4-2-2-1-1-frequentie in plaats van 4-2-2 voor alle auto's. Eind vorig jaar deed men het dunnetjes over. Een voorstel van de autosector over hoe de nieuwe autobelastingen eruit moesten zien (met als belangrijkste eis het verdwijnen van de bpm) kreeg steun van Natuur en Milieu omdat er ook werd gepleit voor aankoopsubsidie voor auto’smet-stekker. Hierdoor kreeg het plan ineens een veel breder draagvlak en nam Wiebes het bijna onverkort over.
Slurptaks: waarom ging het mis?
De autosector weet precies bij welke beleidsambtenaren zij moet aankloppen om input te geven. Maar soms komt de autosector voor een verrassing te staan. De slurptaks (extra bpm voor onzuinige auto’s) uit 2008 is daar een goed voorbeeld van. De sector vist namelijk altijd achter het net als er in een coalitieakkoord maatregelen worden afgesproken. Verschillende politieke partijen onderhandelen achter een dichte deur en als er eenmaal een punt achter staat, kan je het als sector uit je hoofd zetten dat je er nog iets aan kunt doen. Men is zo blij dat er een kabinet komt, dat wat gemor van de autosector irrelevant is. Voorbeelden zijn de genoemde slurptaks, waarbij Jan-Kees de Jager 500 miljoen euro aan autobelastingen extra moest ophalen, de accijnsverhoging op diesel in 2013, maar ook het einde van mrb-vrijstelling voor oldtimers. De arme VVD’er Frans Weekers belooft eerder dat jaar (in een VVD/CDAkabinet) nog dat de vrijstelling blijft, maar vervolgens bepalen zijn nieuwe politieke bazen VVD en PvdA in een nieuw kabinet dat de vrijstelling verdwijnt. Weekers krijgt (tegen zijn zin) de opdracht dit beleid uit te voeren en wordt door oldtimerclubs weggezet als autohater – terwijl hij zelf in een oude Peugeot 504 cabrio rijdt. Een vervelend vooruitzicht is dat hier niet veel aan te doen valt. De enige partij die opkomt voor de automobilist is de VVD en die laat dit speerpunt altijd snel vallen in de onderhandelingen. Kost ze weinig stemmen, want waar moet je heen?
Eigen ideeën: liever niet
Dat de autosector weet welke ambtenaren zij moet spreken is een goede zaak, maar als een politicus ineens zelf plannen gaat verzinnen op zondagmiddag, vis je achter het net. Het gebeurde in 2007 toen Jan-Kees de Jager zelfs zijn eigen ambtenaren verraste met het plan om bijtellingskorting te geven op zuinige auto's. Het plan dat toen door de VNA nog werd weggezet als “gefrutsel” en “een maatregel voor de bühne” zorgde voor de grootste aardverschuiving in de verkooplijsten van de laatste twintig jaar. Dat Wiebes nu alles terugdraait geeft aan dat het wellicht toch beter was geweest als de ambtenaren wat langer naar de plannen hadden gekeken.