Vragen over leasing | Keuzes rond de IFRS

Romy Wielinga Romy Wielinga
• Laatste update:
Barend Lambrechtsen

 In het kader van de IFRS geeft de activering van het gebruiksrecht van het operationele leasecontract op de balans van de lessee aan klantzijde stof tot nadenken. Bij wijze van voorbeeld: voor een auto met een investering van 30.000 euro en een leaseprijs van 750 euro per maand (met een looptijd van 48 maanden), zal er ruwweg toch zo’n 18.000 euro op de balans geactiveerd moeten worden.

Vanaf dit jaar geldt dit al voor alle beursgenoteerde ondernemingen en binnen enkele jaren zal de WJR (Wet op de Jaarrekening) in Nederland wel aan gaan sluiten op deze internationaal verplichte verslaglegging. De VNA verwacht dat dit ergens rond 2025 gaat gebeuren en dat lijkt mij reëel. Wat doen de Nederlandse lessees om dit ongewenste effect op de solvabiliteit tegen te gaan? De solvabiliteit is de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen (EV/VV ofwel EV/TV). Door het activeren van het gebruiksrecht zal dus ook een vreemd vermogenspositie op de balans komen te staan, in mijn voorbeeld ter grootte van 18.000 euro.

De eerste reactie is natuurlijk dat we van die leasecontracten af willen! Geen verlenging van de balans immers, maar ook geen verslechtering van de solvabiliteit. In plaats daarvan geven we de medewerkers een mobiliteitsbudget; dat zijn kosten en die komen niet op de balans. De leasebranche zet daarom natuurlijk ook vol in op privéleasecontracten, want alle mensen die een leaseauto hadden en nu een budget krijgen om hun mobiliteit te regelen zullen vrij gemakkelijk de stap naar een privéleaseauto maken.

Het enorme gemak van operationele lease is aan het verdwijnen.

Een andere keuze zou kunnen zijn om de auto juist wél weer op de balans te zetten. Dat betekent voor de lessee een restwaarderisico, de zorg voor de auto’s en het beheer – hoewel dat beheer natuurlijk heel goed uit te besteden is aan de professionele partijen. Natuurlijk zal een leasemaatschappij graag de investering doen, dat is natuurlijk ook hun primaire business, maar alle kennis en kunde is aanwezig om ook (zonder de gewenste financiering) het wagenpark voor de lessee te beheren. De lessee kan dan besluiten om het wagenpark geheel te financieren, gedeeltelijk, of helemaal niet. En financieren betekent ook weer keuze in de invloed op je solvabiliteit. Stel dat je 50 procent financiert, dan is de impact op je balans lager dan bij operationele lease. 

Het enorme gemak van operationele lease dat we de afgelopen jaren gekend hebben (meteen alle facturen van de lease in de kosten boeken) is aan het verdwijnen. Maar dat betekent ook weer nieuwe keuzes en mogelijkheden om je wagenpark financieel in te richten. Tot slot kan ik me voorstellen dat de lessee behoefte gaat krijgen aan financiële servicelease: een financiële lease met ook alle mogelijke dienstverlening van operationele lease in het contract!

Vragen over leasing | Keuzes rond de IFRS | Fleet&Mobility

Vragen over leasing | Keuzes rond de IFRS

Romy Wielinga Romy Wielinga
• Laatste update:
Barend Lambrechtsen

 In het kader van de IFRS geeft de activering van het gebruiksrecht van het operationele leasecontract op de balans van de lessee aan klantzijde stof tot nadenken. Bij wijze van voorbeeld: voor een auto met een investering van 30.000 euro en een leaseprijs van 750 euro per maand (met een looptijd van 48 maanden), zal er ruwweg toch zo’n 18.000 euro op de balans geactiveerd moeten worden.

Vanaf dit jaar geldt dit al voor alle beursgenoteerde ondernemingen en binnen enkele jaren zal de WJR (Wet op de Jaarrekening) in Nederland wel aan gaan sluiten op deze internationaal verplichte verslaglegging. De VNA verwacht dat dit ergens rond 2025 gaat gebeuren en dat lijkt mij reëel. Wat doen de Nederlandse lessees om dit ongewenste effect op de solvabiliteit tegen te gaan? De solvabiliteit is de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen (EV/VV ofwel EV/TV). Door het activeren van het gebruiksrecht zal dus ook een vreemd vermogenspositie op de balans komen te staan, in mijn voorbeeld ter grootte van 18.000 euro.

De eerste reactie is natuurlijk dat we van die leasecontracten af willen! Geen verlenging van de balans immers, maar ook geen verslechtering van de solvabiliteit. In plaats daarvan geven we de medewerkers een mobiliteitsbudget; dat zijn kosten en die komen niet op de balans. De leasebranche zet daarom natuurlijk ook vol in op privéleasecontracten, want alle mensen die een leaseauto hadden en nu een budget krijgen om hun mobiliteit te regelen zullen vrij gemakkelijk de stap naar een privéleaseauto maken.

Het enorme gemak van operationele lease is aan het verdwijnen.

Een andere keuze zou kunnen zijn om de auto juist wél weer op de balans te zetten. Dat betekent voor de lessee een restwaarderisico, de zorg voor de auto’s en het beheer – hoewel dat beheer natuurlijk heel goed uit te besteden is aan de professionele partijen. Natuurlijk zal een leasemaatschappij graag de investering doen, dat is natuurlijk ook hun primaire business, maar alle kennis en kunde is aanwezig om ook (zonder de gewenste financiering) het wagenpark voor de lessee te beheren. De lessee kan dan besluiten om het wagenpark geheel te financieren, gedeeltelijk, of helemaal niet. En financieren betekent ook weer keuze in de invloed op je solvabiliteit. Stel dat je 50 procent financiert, dan is de impact op je balans lager dan bij operationele lease. 

Het enorme gemak van operationele lease dat we de afgelopen jaren gekend hebben (meteen alle facturen van de lease in de kosten boeken) is aan het verdwijnen. Maar dat betekent ook weer nieuwe keuzes en mogelijkheden om je wagenpark financieel in te richten. Tot slot kan ik me voorstellen dat de lessee behoefte gaat krijgen aan financiële servicelease: een financiële lease met ook alle mogelijke dienstverlening van operationele lease in het contract!