Dit meldt het blad Verkeersnet naar aanleiding van een recente Oostenrijkse studie, uitgevoerd door het Kuratorium für Verkehrssicherheit. Mannen overschrijden bovendien vaker de maximumsnelheid dan vrouwen. Het percentage overtreders is wel lager naarmate de limiet hoger ligt.

Onderzoek naar het rijgedrag van verkeersdeelnemers vindt tot nu toe meestal plaats onder laboratoriumomstandigheden, al dan niet met behulp van rijsimulatoren. Betrekkelijk nieuw zijn de ‘100-car naturalistic driving studies’, zoals die onder andere in Oostenrijk is gedaan, waarbij het rijgedrag in de dagelijkse praktijk wordt gemonitord. Voor deze studie werden 100 auto’s voorzien van camera’s en sensoren die ongeveer een jaar lang het rijgedrag, de locatie, de bewegingen en de snelheid van ieder voertuig vastlegden.

Schat aan data
De studie leverde volgens de onderzoekers een schat aan data op. Zo maakten de deelnemers 2,5 rit per dag met een gemiddelde ritafstand van 22 kilometer en een gemiddelde reisduur van 24 minuten. De berijders dachten zelf echter dat ze veel meer reden en schatten hun eigen reistijd ongeveer 60 procent hoger dan in werkelijkheid. Verder bleek 90 procent van de bestuurders in minmaal 80 procent van de gevallen de veiligheidsgordel om te doen. Dat percentage ligt hoger bij automobilisten die ooit al eens een ongeval hadden meegemaakt.

Info via Can-bus
Naar verwachting zullen dergelijke studies in de toekomst ook gebruik gaan maken van informatie die in auto’s is uit te lezen via de zogenaamde Can-bus. Die kan informatie leveren over het gebruik van radio, telefoon en navigatieapparatuur. Maar ook over de snelheid, stand van het gaspedaal, brandstofverbruik, airbags, ESP en ABS. Dit maakt het mogelijk informatie te leveren over factoren die een rol spelen bij ongevallen.

Dit meldt het blad Verkeersnet naar aanleiding van een recente Oostenrijkse studie, uitgevoerd door het Kuratorium für Verkehrssicherheit. Mannen overschrijden bovendien vaker de maximumsnelheid dan vrouwen. Het percentage overtreders is wel lager naarmate de limiet hoger ligt.

Onderzoek naar het rijgedrag van verkeersdeelnemers vindt tot nu toe meestal plaats onder laboratoriumomstandigheden, al dan niet met behulp van rijsimulatoren. Betrekkelijk nieuw zijn de ‘100-car naturalistic driving studies’, zoals die onder andere in Oostenrijk is gedaan, waarbij het rijgedrag in de dagelijkse praktijk wordt gemonitord. Voor deze studie werden 100 auto’s voorzien van camera’s en sensoren die ongeveer een jaar lang het rijgedrag, de locatie, de bewegingen en de snelheid van ieder voertuig vastlegden.

Schat aan data
De studie leverde volgens de onderzoekers een schat aan data op. Zo maakten de deelnemers 2,5 rit per dag met een gemiddelde ritafstand van 22 kilometer en een gemiddelde reisduur van 24 minuten. De berijders dachten zelf echter dat ze veel meer reden en schatten hun eigen reistijd ongeveer 60 procent hoger dan in werkelijkheid. Verder bleek 90 procent van de bestuurders in minmaal 80 procent van de gevallen de veiligheidsgordel om te doen. Dat percentage ligt hoger bij automobilisten die ooit al eens een ongeval hadden meegemaakt.

Info via Can-bus
Naar verwachting zullen dergelijke studies in de toekomst ook gebruik gaan maken van informatie die in auto’s is uit te lezen via de zogenaamde Can-bus. Die kan informatie leveren over het gebruik van radio, telefoon en navigatieapparatuur. Maar ook over de snelheid, stand van het gaspedaal, brandstofverbruik, airbags, ESP en ABS. Dit maakt het mogelijk informatie te leveren over factoren die een rol spelen bij ongevallen.