EU-hof: elektrische fiets is geen motorvoertuig
Elektrische fietsen hebben de afgelopen jaren snel terrein gewonnen op de openbare weg, maar er bestaat soms nog verwarring over hun juridische status. Dit werd duidelijk na een tragisch verkeersongeval in het Belgische Brugge. Hierbij werd de bestuurder van een elektrische fiets aangereden door een auto, raakte ernstig gewond en overleed later in het ziekenhuis. Verzekeraars waren het oneens over wie verantwoordelijk was voor de schade, en de zaak belandde uiteindelijk bij het Europees Hof van Justitie.
De hoogste Europese rechter constateert dat een elektrische fiets met trapondersteuning afhankelijk is van menselijke spierkracht om in beweging te komen. Dit onderscheidt de fiets van motorvoertuigen, die uitsluitend mechanisch worden aangedreven. Het hof in Luxemburg benadrukt dat degenen die betrokken zijn bij een botsing met een elektrische fiets doorgaans veel minder letsel en schade oplopen dan bij een confrontatie met een auto, motorfiets of vrachtwagen. Daarom zijn elektrische fietsers niet verplicht om een motorrijtuigenverzekering af te sluiten.
In Nederland worden elektrische fietsen die een maximale snelheid van 25 kilometer per uur bereiken beschouwd als zwakke verkeersdeelnemers. Fietsen die sneller gaan, worden beschouwd als snorfietsen en vallen daarmee onder de categorie motorvoertuigen.