Provincie Overijssel maakt 850 duizend euro vrij voor mobiliteitshubs
Het doel is om de bereikbaarheid in de regio te verbeteren en duurzaam reizen aantrekkelijker te maken. De NS heeft toegezegd mee te werken aan de hubs.
Er worden uiteindelijk vijftig regionale mobiliteitshubs geplaatst in Overijssel. Om ervaring op te doen, starten gemeenten en de provincie met vijf pilotlocaties: station Kampen-Zuid, station Dalfsen, station Steenwijk, P+R Enschede Zuiderval en P+R Zwolle Hessenpoort. Voor deze vijf projecten trekt de provincie 850 duizend euro uit, blijkt uit een besluitenlijst van Gedeputeerde Staten. De provincie spreekt van een project met cofinanciering en verwacht bijdragen van andere partijen.
Een hub vergemakkelijkt de overstap tussen verschillende vervoersmiddelen, met goede parkeervoorzieningen voor fiets en auto, en soms ook horecavoorzieningen. Drie van de vijf pilotlocaties zijn bij een station.
Convenant
“Met hubs maken we het mogelijk om bijvoorbeeld auto en trein te combineren. Reizen met de trein wordt aantrekkelijker door fijne en goed bereikbare stationsomgevingen,” aldus Maarten Haverkamp, NS Regiodirecteur Noordoost.
Gedeputeerde Martijn Dadema geeft aan ‘graag meer te willen doen’ om woon-werkverkeer aangenamer te maken. “Door deze reis beter te laten aansluiten op de verschillende vervoersmogelijkheden zetten we meer in op duurzaam en snel reizen van A naar B. We vinden het belangrijk dat de Overijsselse dorpen en steden nog beter met elkaar worden verbonden. De regionale hubs bieden daarin een uitkomst.”
De NS en de provincie hebben een convenant ondertekend waarin zij hun samenwerking bevestigen. De partijen hebben de ambitie om jaarlijks een aantal nieuwe locaties te benoemen als stationshub en daarmee de kwaliteit van de voorzieningen en overstap op stations continu te verbeteren.
Mobiliteitshubs zijn ‘hot’. Eerder al gaven Q-Park en Shell aan mobiliteitshubs te gaan bouwen, evenals Tango en de steden Rotterdam en Amsterdam.
