Interview Dura Vermeer | De elektrische auto als powerbank
Of het nu gaat om verantwoord gebruik van grondstoffen bij bouwprojecten, hergebruik van materialen of het terugdringen van fossiele brandstoffen, bij bouwbedrijf Dura Vermeer worden innovatie en duurzaamheid zoveel mogelijk met elkaar verbonden en vormen ze een belangrijke voedingsbodem voor de bedrijfsvoering. Om op goede, vernieuwende ideeën te komen, moet je creativiteit en innovatiekracht intern stimuleren en medewerkers zich ervan bewust maken dat het hard nodig is om verandering en verbetering te ontwikkelen, vinden teamleider Daniëlle van Velzen en Michel Dashorst (directeur Dura Vermeer Autobeheer).
Waarom kunnen we de accu van een EV niet inzetten om energie te geven aan andere voorwerpen en apparaten?
Naast de tweejaarlijkse Dura Vermeer Innovatieprijs voor medewerkers organiseert het bedrijf dan ook regelmatig brainstormsessies waar alle ruimte is om nieuwe plannen en ideeën tegen het licht te houden. Daaruit is ook het idee geboren om een Hyundai Ioniq 5 met Vehicle to Load-technologie (V2L) in te zetten als powerbank voor een bouwkeet. “Waarom kunnen we de accu van een elektrische auto niet inzetten om ook energie aan andere voorwerpen en apparaten te geven? Vanuit die gedachte is dit idee ontstaan. Eigenlijk is het relatief simpel: de auto heb je toch altijd bij je en op deze manier is die relatief eenvoudig te gebruiken als powerbank door de oplaadstekker simpelweg daarop aan te sluiten”, vertelt Van Velzen.
Meer eisen
Het aantal leaserijders in het personenautowagenpark van Dura Vermeer is hard gegroeid: van 90 eind 2019 tot 450 eind 2021, en dat groeit gestaag door. Bij de bedrijfswagens ligt dat anders, zegt Dashorst. “Voor die berijders is de bus het functionele gereedschap dat ze iedere dag nodig hebben voor hun werk. Omdat aan een elektrische bedrijfsbus meer eisen worden gesteld -actieradius en trekvermogen-, vereist dit meer gewenningstijd en vertrouwen.”
Dura Vermeer heeft gekozen voor een bouwkeet op windmolenproject Windplanblauw in de Flevopolder. Daar wordt namelijk met één bouwkeet gewerkt, die steeds van de ene naar de andere windmolen wordt verplaatst. “Eerst was er nog wel enige scepsis of het wel ging lukken, maar toen de medewerkers zagen dat het koffiezetapparaat in de bouwkeet werkte, was die snel verdwenen. De auto geeft voor een hele dag energie aan de bouwkeet en aan het einde van de dag is er nog genoeg over voor het dagelijkse woon-werkverkeer”, zegt Van Velzen. De pilot is goed verlopen: door de V2L-toepassing wordt het dieselaggregaat overbodig. Het bedrijf gaat dan zeker nog kijken hoe de techniek ook voor andere projecten kan worden ingezet.
Minder fossiel
Het doel is namelijk om door het hele land emissieloze bouwplaatsen te realiseren. Voor dit project heeft Hyundai een Ioniq 5 beschikbaar gesteld, uitgerust met de V2L- technologie, waarbij het mogelijk is om de energie van de batterij te gebruiken om andere elektrische apparaten van stroom te voorzien. De gemiddelde stroomvraag van een bouwkeet ligt tussen de 6 tot 8 kWh per dag. De V2L-functie van de Ioniq 5 levert een vermogen van 3,6 kW. Het accupakket (ruim 70 kWh) van de auto moet voldoende zijn voor dagelijks woon-werkverkeer en stroomvoorziening voor de keet.
“We zijn constant bezig om te kijken hoe we minder fossiele brandstof kunnen gebruiken om de carbon footprint van onszelf en van onze projecten te reduceren”, zegt Dashorst, “Iedereen wil zich daar ook voor inzetten, maar soms is het hel lastig om ook meteen een goed alternatief voorhanden te hebben, zeker als je het over mobiliteit hebt. Dat zit ‘m niet in het aanbod van elektrische personenauto’s, want dat is de afgelopen twee jaar enorm verbreed en uitgebreid waardoor we nu in alle categorieën een elektrische auto kunnen aanbieden. Het zit hem in het huidige aanbod aan elektrische bedrijfswagens dat echt wel een paar jaar achterloopt. Waar we kunnen, zetten we elektrische bedrijfsbusjes in, maar anders kiezen we in de tussenfase voor benzinebusjes, in afwachting van een breder aanbod.”
Hij vervolgt: “Daarbij letten we op een paar essentiële aspecten, zoals de actieradius, maar ook het trekvermogen. Onze medewerkers hebben namelijk een bus vol met noodzakelijk gereedschap, waar we ook rekening mee moeten houden. Daarbij is de bereikbaarheid van onze bouw- en infraprojecten niet altijd even goed of zijn de wegen ernaartoe niet altijd geasfalteerd. Onze mensen werken bijvoorbeeld ook ’s nachts aan het onderhoud van het spoor. Die willen na zo’n nachtdienst wel meteen in hun auto kunnen stappen en naar huis. Dan willen ze niet eerst nog ergens hun busje moeten opladen.”
Amsterdam
En over de laadfaciliteiten gesproken: niet iedere werknemer woont in een huis waar een laadfaciliteit kan worden geplaatst. Dashorst: “In zulke gevallen moet je bijvoorbeeld ook denken aan mobiele laadpalen op de bouwplaats, waar we als bedrijf ook in voorzien.” En dan hebben we het nog niet over de plannen van veel gemeenten om over te gaan op emissieloze stadslogistiek waarbij alle busjes op fossiele brandstof uit de binnenstad worden geweerd. “Ook dat is voor ons een kwestie van uitproberen en kijken wat werkt. Als we nu ergens in een drukke binnenstad met een busje moeten zijn, proberen we mensen daar met een elektrisch busje naartoe te vervoeren via een hub buiten het centrum als verzamelplek, zoals we nu doen bij een project in Amsterdam. Maar er zijn bijvoorbeeld ook bouwlocaties in het centrum van Utrecht bij het centraal station waar onze medewerkers met de trein naartoe gaan.”
Ervoor zorgen dat medewerkers nooit enig omkijken hebben naar mobiliteit is een belangrijk beginsel van het mobiliteitsbeleid van het bedrijf. Van Velzen beschouwt de medewerker als klanten die 24/7 goed en accuraat geholpen moeten worden. Om daarvoor te zorgen, heeft Dura Vermeer onder andere een eigen app ontwikkeld waar de leaserijders terecht kunnen in geval van schade, onderhoud of pech onderweg. “De auto is en blijft een belangrijk middelpunt in het mobiliteitsbeleid, zeker in onze sector. Mensen in de bouwsector zijn toch eerder geneigd om voor een leaseauto te kiezen dan voor een mobiliteitsbudget. Daarbij hebben veel medewerkers nog vaak het gevoel dat ze van alles moeten regelen om mobiel te zijn en dat willen ze juist niet. In de bouwwereld hechten de mensen nog steeds veel belang aan de leaseauto, dat geldt ook voor de bedrijfsbusjes. Medewerkers met een eigen bedrijfswagen beschouwen zo’n busje vaak als het verlengde van hun huis. De omschakeling naar elektrisch rijden is vergt echt een gedragsverandering en hangt ook sterk af van het
aanpassingsvermogen van mensen.”
Dura Vermeer in cijfers
Bouwconcern Dura Vermeer heeft een jaaromzet van zo’n 1,6 miljard euro en telt 2.800 medewerkers.
Het concern heeft zijn hoofdkantoor in Rotterdam en telt 20 werkmaatschappijen en zo’n 40 vestigingen. De belangrijkste activiteiten van Dura Vermeer zijn woningbouw, utiliteitsbouw, infrastructuur en techniek. Het bedrijf telt 2.150 leaserijders, die jaarlijks minimaal 15 duizend zakelijke kilometers moeten maken om een leaseauto te krijgen. Het gemiddelde kilometrage van de leasepersonenauto’s ligt op 30 duizend km per jaar, de bedrijfswagens leggen jaarlijks circa 25 duizend km af. Het wagenpark bestaat uit 1.850 personenauto’s en 360 bedrijfswagens. Van de personenauto’s zijn er 386 elektrisch, 1.197 rijden op benzine en 210 op diesel (uitlopend, nieuwe worden niet meer besteld). Van de bedrijfswagens is het merendeel (358) een diesel en zijn er 2 elektrisch. Dura Vermeer werkt met drie leasemaatschappijen: Arval, Ahtlon en Leaseplan. Skoda Enyaq, Volkswagen ID.4, Audi Q4 en de Peugeot e-208 zijn de populairste leaseauto’s onder de Dura Vermeer-berijders.
