Interview | Jeroen Brink: Elektrificatie bestelautovloot wordt geremd door aanbod
Jeroen Brink, productmanager mobiliteit bij netwerkbeheerder Alliander, vindt het wel grappig dat hij vaak moet uitleggen waarom hij zelf geen leaseauto heeft. “Met een beetje handig inplannen, heb ik daar tot op heden geen behoefte aan”, zegt hij. De ritten naar kantoor doet hij zoveel mogelijk op de fiets. “In mijn vrije tijd zit ik op de racefiets, en ook de woon-werkritten doe ik op een fiets zonder batterijen. Als het regent, pak ik de bus. En wanneer ik voor afspraken naar leveranciers of andere locaties van Alliander moet, probeer ik dat zo veel mogelijk met het OV te doen. Een enkele keer is een auto nodig, dan pak ik mijn eigen auto. We hebben een prima kilometervergoeding.”
Slimmer en groener
Met dit mobiliteitsgedrag voldoet Brink in ieder geval aan de drie belangrijke grondbeginselen van het mobiliteitsbeleid bij Alliander: minder, slimmer en groener. “We streven elk jaar naar 20 procent minder CO2-uitstoot en hebben dat tot nu toe steeds gehaald. De doelstelling is om vanaf 2030 geen auto’s op fossiele brandstof meer te bestellen. Leaserijders mogen nu een auto kiezen met max 100 gram CO2-uitstoot, volgens de WLTP. Dieselauto’s zijn uitgesloten, dus dan kom je gauw op een elektrische auto. In ons leasebeleid zijn we fiscaal natuurlijk ook erg geholpen door de lage bijtelling. Op ons totale leasewagenpark is nu zo’n 40 procent elektrisch en we zien dit percentage alleen maar toenemen.” Door de coronacrisis en het vele thuiswerken zijn de kosten voor mobiliteit verminderd. De brandstofkosten zijn met 35 procent gedaald, terwijl de totale mobiliteitskosten dit jaar zo’n 5 tot 10 procent lager uitkomen, verwacht Brink. “Natuurlijk zijn we onder invloed van de coronacrisis gaan nadenken over het mobiliteitsbeleid en een verdere kostenverlaging. Veel leaseauto’s staan nog stil. Bestaande contracten zijn verlengd, het aantal kilometers is verhoogd en de vraag is bijvoorbeeld ook we omgaan met bandenwissels. Hoe het beleid er voor de middellange- en lange termijn gaat uitzien, is nog moeilijk in te schatten. Maar duidelijk is wel dat thuiswerken wordt gestimuleerd en de kosten voor mobiliteit zullen teruglopen.”
Vooral in de bestelauto’s zoeken we voortdurend naar besparing en slimme innovaties
Cruciale rol
Alliander is aanbestedingsplichting: het perceel leaseauto’s is gegund aan Arval, terwijl het perceel dienstauto’s is gewonnen door Leaseplan. Behalve met de leasevloot is Brink, die in 2019 finalist was van de verkiezing Mobiliteitsmanager van het Jaar, vooral bezig met het nog slimmer en efficiënt inzetten van de dienstauto’s , zoals de bestelwagens van de monteurs. “Bestelauto’s zijn cruciaal voor ons bedrijf en horen bij het essentiële gereedschap van een monteur. Ook tijdens de coronacrisis ging die operatie gewoon door en moesten onze medewerkers naar storingen bij mensen of werkzaamheden aan het netwerk”, vertelt hij. “Het is van groot belang dat die auto’s altijd rijden en 100 procent op orde zijn.” In totaal heeft Alliander 1.378 dienstauto’s met een gemiddeld jaarkilometrage van zo’n 26 duizend kilometer. Naast enkele vrachtwagens gaat het om grotere bestelwagens van Opel en Mercedes, maar ook middel- en kleinere auto’s van Citroën en Mercedes. Dan zijn er nog de zogeheten ‘logo’-personenauto’s van Citroen, Renault, Kia, Nissan en Toyota.
Alliander in cijfers
Netbeheerder Alliander is in 2009 voortgekomen uit nutsbedrijf Nuon en bestaat uit de drie onderdelen: Liander, Qirion en Kenter. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de energievoorziening van ruim 5,7 miljoen aansluitingen. Het bedrijf heeft een jaaromzet van zo’n 1,9 miljard euro, beheert een elektriciteitsnet van meer dan 90 duizend kilometer en een gasnet van 40 duizend kilometer. Het bedrijf telt 5.702 werknemers.
Het totale wagenpark van Alliander bestaat uit een kleine 3.000 auto’s, waarvan 1.352 leaseauto’s, met een gemiddeld jaarkilometrage van 35.530 kilometer en 1.378 bestellers, met een gemiddelde jaarkilometrage van 26.000 kilometer. Van het aantal leaseauto’s zijn er 544 met een stekker en 369 zijn volledig elektrisch. Van het aantal dienstauto’s zijn er 177 volledig elektrisch aangedreven. Bij het hoofdkantoor in Arnhem heeft het bedrijf 285 parkeerplekken voor het personeel en 43 voor bezoekers.
Er zijn 50 laadpalen en 3 snelladers. Behalve het hoofdkantoor heeft Alliander nog 11 andere locaties, waaronder in Alkmaar, Amsterdam, Leiden, Nijkerk en Nijmegen.
Eigen auto
De meeste monteurs hebben, volgens Brink, hun ‘eigen’ auto met daarin hun eigen gereedschap. “We werken met standaard modellen en inrichtingen, maar iedere monteur maakt er zijn eigen auto van. Het is ook zijn werkplek”, zegt Brink. Ter illustratie: Alliander telt zo’n 665 monteurs, die jaarlijks zo’n 25.500 kilometer rijden. “Door de toenemende mogelijkheden van connectiviteit en telematica kunnen we die dienstauto’s steeds slimmer inzetten. We kunnen onze klanten bijvoorbeeld beter informeren wanneer een monteur ter plekke is, omdat we exact weten waar de auto’s zijn. Vooral in de bestelauto’s zoeken we voortdurend naar vernieuwing en besparing. En wat meespeelt: als de gemeente Amsterdam beslist dat vanaf 2025 alle dieselauto’s uit de stad worden geweerd, dan moeten wij natuurlijk op zoek naar een goed alternatief. Ik vind het jammer dat het aanbod in elektrische auto’s zich nu vooral op de personenauto concentreert. Er zou best wat meer elektrisch aangedreven aanbod mogen komen in bestelwagens. Ik denk dat daar zeker behoefte aan is.”
Volgens Brink zijn er nog wel andere aspecten die meespelen bij de elektrificatie van bestelwagens. “De meeste mensen met een elektrische personenauto hebben zelf wel een plek bij hun eigen huis om de auto veilig op te laden. De vraag is in hoeverre monteurs dat altijd hebben: hoe doe je dat bijvoorbeeld als je in een flat woont?” Maar nog belangrijker is de actieradius die nu nog vaak te beperkt is. Een actieradius van gemiddeld 150 kilometer is volgens hem absoluut niet toereikend voor het aantal kilometers dat een monteur maakt. “Iets anders is dat ook de apparatuur en het gereedschap in de bestelwagen stroom nodig hebben en moet kunnen worden opgeladen. Er zijn op dat gebied nog genoeg vraagstukken om te onderzoeken.” Om te zorgen dat er stroom kan worden bespaard én de actieradius wordt vergroot, is Alliander druk bezig om het gewicht van de bestelwagens te verlagen. “Wij zijn inmiddels overgestapt naar andere materialen voor de inrichting. In plaats van staal, gebruiken we nu aluminium voor de inrichting, dat is een stuk lichter. Ook doen we proeven met zonnepanelen op de auto, andere accu’s voor gereedschap. Zulke innovaties zijn hard nodig en moeten ons de komende tijd het nodige gaan opleveren, zowel aan besparing als efficiency.”