CBS gaat met cameradata kijken wie er in zero-emissiezones komen

Zero-emissie • Het verkeer dat de toekomstige zero-emissiezones inrijdt, wordt door gemeenten geregistreerd met ANPR-camera’s (Automated Number Plate Recognition) die het kenteken van een voertuig lezen.
Robert Smid Robert Smid
• Laatste update:
De snelheid waarmee je de stad doorkruist wordt gezien als een plus.
(Foto: Shutterstock)

Het CBS gaat op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gegevens van kentekencamera’s gebruiken voor onderzoek naar zero-emissiezones, zo meldt Nieuwsblad Transport op basis van CBS-gegevens. Met de data wil het ministerie achterhalen welke bedrijven in de zones rijden en hoe vaak. Het onderzoek begint in de gemeente Utrecht.

Vanaf 2025 introduceren diverse Nederlandse gemeenten zero-emissiezones. De eerste jaren mogen nieuwe dieselvoertuigen daar nog rijden, vanaf 2030 zijn alleen uitstootvrije vrachtwagens en busjes welkom.

Het verkeer dat de toekomstige zero-emissiezones inrijdt, wordt door gemeenten geregistreerd met ANPR-camera’s (Automated Number Plate Recognition) die het kenteken van een voertuig lezen. Blijkt uit de kentekengegevens dat het voertuig te vervuilend is, krijgt de eigenaar een boete.

Doelgroepen

‘Maar die camera’s vertellen niet of de eigenaar bijvoorbeeld is verbonden aan een bloemenhandel of pakketdienst’, schrijft het CBS. Het statistiekenbureau houdt deze gegevens wel bij op hun eigen platform, Vesdi. Het gaat dan om onder meer data over voertuigbezit, ritten en zendingen van bedrijfsvoertuigen.

Om ‘meer inzicht te krijgen in de transitie naar zero-emissievervoer in gemeenten’ wilde het ministerie van IenW de kentekengegevens daarom combineren met de data van het CBS. ‘Welke doelgroepen rijden de zones in- en uit? Hoe vaak doen zij dit? Wat voor voertuigen zijn het? Voor welke voertuigen zijn uitzonderingen en mogelijk ontheffingen van toepassing?’, somt het CBS op.

Goudschaaltje

‘Het gaat om zowel camera- als locatiedata’, zegt Frank Halmans, plaatsvervangend directeur Verkeer en Vervoer bij het CBS. ‘Dat zijn privacygevoelige gegevens en daarom zijn we uiterst zorgvuldig omgegaan met het verzoek van het ministerie.’ Volgens het CBS is het gebruik van ANPR-cameradata ‘op een goudschaaltje gewogen’.

‘Na een grondig afwegingstraject, dat bijna een jaar in beslag heeft genomen, heeft het CBS in februari van dit jaar besloten akkoord te gaan. De gemeente Utrecht gaat dit jaar als eerste formeel ANPR-gegevens leveren, waarna wij de gevraagde analyses kunnen doen’, zegt Halmans. Volgens het CBS wordt alleen de minimale data gebruikt voor het onderzoek, de gemeente Utrecht deelt alleen data over voertuigen die de binnenstad in- en uitgaan.

Het CBS en de gemeente Utrecht zullen het proces nu verder optimaliseren, waarna ook andere gemeenten kunnen aansluiten. ‘Handig voor gemeenten die met hun cameradata tot het Vesdi-platform toetreden, is een document waarin de inzichten uit het DPIA-proces (data protection impact assessment, red.) zijn beschreven.’

CBS gaat met cameradata kijken wie er in zero-emissiezones komen | Fleet&Mobility

CBS gaat met cameradata kijken wie er in zero-emissiezones komen

Zero-emissie • Het verkeer dat de toekomstige zero-emissiezones inrijdt, wordt door gemeenten geregistreerd met ANPR-camera’s (Automated Number Plate Recognition) die het kenteken van een voertuig lezen.
Robert L. Smid Robert L. Smid
• Laatste update:
De snelheid waarmee je de stad doorkruist wordt gezien als een plus.
(Foto: Shutterstock)

Het CBS gaat op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gegevens van kentekencamera’s gebruiken voor onderzoek naar zero-emissiezones, zo meldt Nieuwsblad Transport op basis van CBS-gegevens. Met de data wil het ministerie achterhalen welke bedrijven in de zones rijden en hoe vaak. Het onderzoek begint in de gemeente Utrecht.

Vanaf 2025 introduceren diverse Nederlandse gemeenten zero-emissiezones. De eerste jaren mogen nieuwe dieselvoertuigen daar nog rijden, vanaf 2030 zijn alleen uitstootvrije vrachtwagens en busjes welkom.

Het verkeer dat de toekomstige zero-emissiezones inrijdt, wordt door gemeenten geregistreerd met ANPR-camera’s (Automated Number Plate Recognition) die het kenteken van een voertuig lezen. Blijkt uit de kentekengegevens dat het voertuig te vervuilend is, krijgt de eigenaar een boete.

Doelgroepen

‘Maar die camera’s vertellen niet of de eigenaar bijvoorbeeld is verbonden aan een bloemenhandel of pakketdienst’, schrijft het CBS. Het statistiekenbureau houdt deze gegevens wel bij op hun eigen platform, Vesdi. Het gaat dan om onder meer data over voertuigbezit, ritten en zendingen van bedrijfsvoertuigen.

Om ‘meer inzicht te krijgen in de transitie naar zero-emissievervoer in gemeenten’ wilde het ministerie van IenW de kentekengegevens daarom combineren met de data van het CBS. ‘Welke doelgroepen rijden de zones in- en uit? Hoe vaak doen zij dit? Wat voor voertuigen zijn het? Voor welke voertuigen zijn uitzonderingen en mogelijk ontheffingen van toepassing?’, somt het CBS op.

Goudschaaltje

‘Het gaat om zowel camera- als locatiedata’, zegt Frank Halmans, plaatsvervangend directeur Verkeer en Vervoer bij het CBS. ‘Dat zijn privacygevoelige gegevens en daarom zijn we uiterst zorgvuldig omgegaan met het verzoek van het ministerie.’ Volgens het CBS is het gebruik van ANPR-cameradata ‘op een goudschaaltje gewogen’.

‘Na een grondig afwegingstraject, dat bijna een jaar in beslag heeft genomen, heeft het CBS in februari van dit jaar besloten akkoord te gaan. De gemeente Utrecht gaat dit jaar als eerste formeel ANPR-gegevens leveren, waarna wij de gevraagde analyses kunnen doen’, zegt Halmans. Volgens het CBS wordt alleen de minimale data gebruikt voor het onderzoek, de gemeente Utrecht deelt alleen data over voertuigen die de binnenstad in- en uitgaan.

Het CBS en de gemeente Utrecht zullen het proces nu verder optimaliseren, waarna ook andere gemeenten kunnen aansluiten. ‘Handig voor gemeenten die met hun cameradata tot het Vesdi-platform toetreden, is een document waarin de inzichten uit het DPIA-proces (data protection impact assessment, red.) zijn beschreven.’