Achtergrond | Is het bedrijfsleven klaar voor de CO2-rapportageplicht?

WPM • De deadline voor de verplichte CO2-rapportage voor het Nederlandse bedrijfsleven nadert met rasse schreden. Maar is het bedrijfsleven er klaar voor?
Diederik Diederik
(foto: Shutterstock)

Vanwege de nieuwe omgevingswet krijgen alle bedrijven met 100 medewerkers of meer (of bedrijven die verwachten naar dat aantal werknemers te groeien) vanaf 1 juli te maken met de ‘rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’ (WPM). Zij moeten vanaf dan het totaal aan door hun werknemers afgelegde kilometers bijhouden, uitgesplitst naar de verschillende vervoersmiddelen en brandstoftypen. Al deze informatie moet worden verzameld en in het juiste format worden aangeleverd aan de RVO, die het vervolgens ordent. Dat levert de nodige extra administratieve rompslomp op en daar zit niet iedereen op te wachten.

Overprikkeld

“De deadline komt nu heel snel dichterbij, waarbij het trouwens niet heel handig is dat deze precies in de zomerperiode valt”, zegt Joost Pompe, ceo van Figo, een mobiliteitsplatform die een app aanbiedt waarmee klanten mobiliteitsdiensten kunnen gebruiken van aangesloten mobiliteitspartners, op het moment dat deze diensten beschikbaar zijn.

“We zien dat het bewustzijn bij de bedrijven groeit naarmate 1 juli nadert. Er moet veel worden vastgelegd over de reisbewegingen met eigen vervoer: hoe komen mensen naar kantoor en weer thuis? Gebruiken ze hun eigen auto, benzine of elektrisch, of kiezen ze voor de scooter of de bus? Dit moet allemaal geregistreerd worden, inclusief zakelijke reizen naar klanten en leveranciers. De RVO biedt uitgebreide informatie via haar portal, maar het kan overweldigend zijn. Mensen zijn weliswaar geïnformeerd, maar worden misschien overprikkeld door de hoeveelheid werk die moet worden verzet. Het scheiden van zakelijke en privékilometers lijkt eenvoudig, maar bijvoorbeeld kilometers per boot of vliegtuig kunnen ingewikkelder zijn om mee te nemen.”

Totaalplaatje

Volgens Pompe is een probleem waar veel bedrijven tegenaan lopen wie de administratieve last moet dragen: “Wat we vaak zien bij bedrijven is dat de verantwoordelijkheid nog niet duidelijk verdeeld is. De afdeling administratie zegt: dit valt niet onder mijn takenpakket. HR zegt hetzelfde. En de IT-afdeling is er nog niet mee bezig omdat ze denken dat hun prioriteiten elders liggen. Het is nog nieuw en niemand wil zich eraan branden vanwege het vele werk dat ermee gepaard gaat. Je ziet dus dat de hete aardappel wordt rond gegooid.” Dat is deels ook logisch, denkt Pompe, omdat er binnen organisaties wel veel informatie beschikbaar is, maar vaak het totaaloverzicht ontbreekt. Daarbij komt dat er veel onduidelijkheid is over de registratieplicht.

Dit is een nieuw vraagstuk voor veel bedrijven

“Wagenparkbeheerders en bedrijven met grote vloten registreren soms de algemene uitstoot per voertuig, maar missen dan een totaalplaatje; ze hebben niet alle details over eigen vervoer of openbaar vervoer beschikbaar. Sommige bedrijven hebben wel gegevens over gereisde kilometers, maar niet over de daadwerkelijke uitstoot daarvan. Dit is een nieuw vraagstuk voor veel bedrijven.”

Rapportagetermijn

Figo, dat werkt voor klanten in het mkb tot grote concerns als YoungCapital of Booking.com, ziet dat ongeveer 80 procent van zijn klanten volledig voorbereid is op de rapportagedeadline. “We helpen onze klanten met hun gehele mobiliteitsbeleid zodat alle reisbewegingen direct worden geregistreerd en aangevuld met de benodigde CO2-uitstoot. De kilometerregistratie van eigen vervoersbewegingen wordt ook door de werknemers in het systeem ingevoerd. Zo rolt de CO2-rapportage er geautomatiseerd uit, waarbij je maandelijks al inzicht hebt in je impact.”

Maar goed voorbereid of niet, volgens Pompe hoeft RVO vanaf 1 juli nog niet te rekenen op een stortvloed aan rapportages. Op die datum begint immers de registratieplicht, maar de rapportageplicht geldt pas voor 2025. “Ik denk dat de RVO over het algemeen tevreden zal zijn met de ingediende rapportages. Bedrijven die al stappen hebben gezet, zullen waarschijnlijk nauwkeurige informatie verstrekken. Maar ik denk dat ze verrast zullen zijn door het aantal ingediende rapportages; misschien is het slechts 20-30 procent van wat ze verwachten.” Dat kan ook te maken hebben met de rapportagetermijn, denkt Pompe: “Die loopt van 1 juli tot 1 juli, terwijl de meeste van onze klanten de voorkeur geven aan rapportages van juli tot december, zodat ze hun jaaroverzichten en jaarrekeningen compleet kunnen maken zonder onderbrekingen. Dat is logischer en efficiënter dan halve jaren te rapporteren.”

Het hoofddoel van de CO2-registratie en rapportage is om tot een lagere uitstoot te komen. Dat lijkt nu al te werken, denkt Pompe. “Bedrijven zijn steeds bewuster bezig met CO2-neutraal beleid, zowel vanuit duurzaamheidsoverwegingen als vanuit zakelijk oogpunt. Het is een financieel duurzame keuze en het is goed als bedrijven zich realiseren dat het ook een zakelijke kans kan bieden, bijvoorbeeld bij aanbestedingen en tenders.”

Achtergrond | Is het bedrijfsleven klaar voor de CO2-rapportageplicht? | Fleet&Mobility

Achtergrond | Is het bedrijfsleven klaar voor de CO2-rapportageplicht?

WPM • De deadline voor de verplichte CO2-rapportage voor het Nederlandse bedrijfsleven nadert met rasse schreden. Maar is het bedrijfsleven er klaar voor?
Diederik Diederik
(foto: Shutterstock)

Vanwege de nieuwe omgevingswet krijgen alle bedrijven met 100 medewerkers of meer (of bedrijven die verwachten naar dat aantal werknemers te groeien) vanaf 1 juli te maken met de ‘rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’ (WPM). Zij moeten vanaf dan het totaal aan door hun werknemers afgelegde kilometers bijhouden, uitgesplitst naar de verschillende vervoersmiddelen en brandstoftypen. Al deze informatie moet worden verzameld en in het juiste format worden aangeleverd aan de RVO, die het vervolgens ordent. Dat levert de nodige extra administratieve rompslomp op en daar zit niet iedereen op te wachten.

Overprikkeld

“De deadline komt nu heel snel dichterbij, waarbij het trouwens niet heel handig is dat deze precies in de zomerperiode valt”, zegt Joost Pompe, ceo van Figo, een mobiliteitsplatform die een app aanbiedt waarmee klanten mobiliteitsdiensten kunnen gebruiken van aangesloten mobiliteitspartners, op het moment dat deze diensten beschikbaar zijn.

“We zien dat het bewustzijn bij de bedrijven groeit naarmate 1 juli nadert. Er moet veel worden vastgelegd over de reisbewegingen met eigen vervoer: hoe komen mensen naar kantoor en weer thuis? Gebruiken ze hun eigen auto, benzine of elektrisch, of kiezen ze voor de scooter of de bus? Dit moet allemaal geregistreerd worden, inclusief zakelijke reizen naar klanten en leveranciers. De RVO biedt uitgebreide informatie via haar portal, maar het kan overweldigend zijn. Mensen zijn weliswaar geïnformeerd, maar worden misschien overprikkeld door de hoeveelheid werk die moet worden verzet. Het scheiden van zakelijke en privékilometers lijkt eenvoudig, maar bijvoorbeeld kilometers per boot of vliegtuig kunnen ingewikkelder zijn om mee te nemen.”

Totaalplaatje

Volgens Pompe is een probleem waar veel bedrijven tegenaan lopen wie de administratieve last moet dragen: “Wat we vaak zien bij bedrijven is dat de verantwoordelijkheid nog niet duidelijk verdeeld is. De afdeling administratie zegt: dit valt niet onder mijn takenpakket. HR zegt hetzelfde. En de IT-afdeling is er nog niet mee bezig omdat ze denken dat hun prioriteiten elders liggen. Het is nog nieuw en niemand wil zich eraan branden vanwege het vele werk dat ermee gepaard gaat. Je ziet dus dat de hete aardappel wordt rond gegooid.” Dat is deels ook logisch, denkt Pompe, omdat er binnen organisaties wel veel informatie beschikbaar is, maar vaak het totaaloverzicht ontbreekt. Daarbij komt dat er veel onduidelijkheid is over de registratieplicht.

Dit is een nieuw vraagstuk voor veel bedrijven

“Wagenparkbeheerders en bedrijven met grote vloten registreren soms de algemene uitstoot per voertuig, maar missen dan een totaalplaatje; ze hebben niet alle details over eigen vervoer of openbaar vervoer beschikbaar. Sommige bedrijven hebben wel gegevens over gereisde kilometers, maar niet over de daadwerkelijke uitstoot daarvan. Dit is een nieuw vraagstuk voor veel bedrijven.”

Rapportagetermijn

Figo, dat werkt voor klanten in het mkb tot grote concerns als YoungCapital of Booking.com, ziet dat ongeveer 80 procent van zijn klanten volledig voorbereid is op de rapportagedeadline. “We helpen onze klanten met hun gehele mobiliteitsbeleid zodat alle reisbewegingen direct worden geregistreerd en aangevuld met de benodigde CO2-uitstoot. De kilometerregistratie van eigen vervoersbewegingen wordt ook door de werknemers in het systeem ingevoerd. Zo rolt de CO2-rapportage er geautomatiseerd uit, waarbij je maandelijks al inzicht hebt in je impact.”

Maar goed voorbereid of niet, volgens Pompe hoeft RVO vanaf 1 juli nog niet te rekenen op een stortvloed aan rapportages. Op die datum begint immers de registratieplicht, maar de rapportageplicht geldt pas voor 2025. “Ik denk dat de RVO over het algemeen tevreden zal zijn met de ingediende rapportages. Bedrijven die al stappen hebben gezet, zullen waarschijnlijk nauwkeurige informatie verstrekken. Maar ik denk dat ze verrast zullen zijn door het aantal ingediende rapportages; misschien is het slechts 20-30 procent van wat ze verwachten.” Dat kan ook te maken hebben met de rapportagetermijn, denkt Pompe: “Die loopt van 1 juli tot 1 juli, terwijl de meeste van onze klanten de voorkeur geven aan rapportages van juli tot december, zodat ze hun jaaroverzichten en jaarrekeningen compleet kunnen maken zonder onderbrekingen. Dat is logischer en efficiënter dan halve jaren te rapporteren.”

Het hoofddoel van de CO2-registratie en rapportage is om tot een lagere uitstoot te komen. Dat lijkt nu al te werken, denkt Pompe. “Bedrijven zijn steeds bewuster bezig met CO2-neutraal beleid, zowel vanuit duurzaamheidsoverwegingen als vanuit zakelijk oogpunt. Het is een financieel duurzame keuze en het is goed als bedrijven zich realiseren dat het ook een zakelijke kans kan bieden, bijvoorbeeld bij aanbestedingen en tenders.”