Medux-fleetmanager René Hoogakker | ‘Ik denk zo vaak: overheid, waar ben je nu toch mee bezig?’

Interview • Voor de elektrificering van het grote en groeiende wagenpark van Medux werkt René Hoogakker het liefst nauw samen met vaste partners die meedenken en buiten de gebaande paden durven te treden om oplossingen te vinden. Al raken ook veel alternatieve paden de laatste tijd steeds meer overwoekerd met een ondoordringbare wirwar van regels.
Diederik Diederik
• Laatste update:
(Foto: Pieter Magielsen)

Als manager Fleet en Facilitaire Projecten van Medux, leverancier van zorghulpmiddelen, slechtte René Hoogakker de afgelopen jaren veel van de hindernissen die werden opgeworpen door de demografische ontwikkelingen (de toenemende vergrijzing en de druk die deze legt op de zorg en zorgkosten), de economische situatie of de klimaatplannen van de overheid. Maar nu dreigt een perfecte storm waarin al die factoren samenspannen om het uitzetten van een koers naar de toekomst op zijn minst lastiger te maken.

Jullie hebben ambitieuze klimaatdoelen. Hoe krijgen die vorm?

“In 2023 willen we onze uitstoot verlagen met meer dan 40 procent en ruim vóór 2050 willen we klimaatneutraal zijn. Daarbij zetten we volledig in op de elektrificatie van het wagenpark. Dat bestaat uit zo’n 400 auto’s op geel kenteken en ruim 800 grijskentekenvoertuigen; in de eerste categorie zitten we al op 300 elektrische exemplaren en door aflopende leasecontracten dit jaar zitten we eind 2024 op zeker 95 procent elektrisch. In de tweede categorie is het aandeel elektrisch nu 140 voertuigen en dat groeit door naar 200 stuks eind dit jaar. Natuurlijk betekent het ook dat we bij al onze vestigingen investeren in laadpalen. Ik heb al vier jaar geleden voorgesorteerd op de transitie, en door nauw samen te werken met onze vaste mobiliteitspartners vinden we daar ook steeds goede oplossingen voor.”

Kun je een voorbeeld noemen?

“Op zoek naar elektrische alternatieven voor onze busjes won de Mercedes e-Vito de testfase met vlag en wimpel. Maar de actieradius was te klein, ik wil dat al onze elektrische voertuigen minimaal 400 kilometer ver komen. Ik wist dat er een e-Vito taxibus met een range van ruim 400 km leverbaar was in Duitsland, maar niet in Nederland. Die versie hebben we naar Nederland gehaald en omgebouwd naar gesloten bus; de dealer durfde het aan, ik durfde het aan, dus zo hebben we het gedaan. Daarvan hebben we er nu dus 140 rondrijden. Ander voorbeeld: toen de EV-levertijden van de ‘geijkte merken’ tijdens de coronacrisis door het dak gingen en de bijtelling weer eens werd versoberd, besloot ik in zee te gaan met BYD. Dat gokje durfde ik wel aan: importeur Louwman heeft natuurlijk een naam te verliezen als het gaat om betrouwbaarheid, kwaliteit en service. Bovendien: ze konden binnen een maand leveren, en nog vóór 1 januari. Dus we hebben 80 BYD’s besteld, en die rijden naar grote tevredenheid rond. Zulke keuzes passen bij mijn filosofie dat je niks voor elkaar krijgt als je niets durft. Je moet continu vooruit blijven denken, al word je dat niet altijd even gemakkelijk gemaakt.”

Daarmee doel je vast op de gevolgen van de klimaatwetgeving?

“Ik doel op de overheid, die in ons geval ook nog eens onze grootste opdrachtgever is. Omwille van de klimaatdoelen gooien gemeenten stadscentra dicht voor bezorgverkeer, met in elke stad nét een ander soort vergunning. De rijksoverheid zorgt ervoor dat wij straks chauffeurs moeten hebben met rijbewijs C, omdat we noodgedwongen zwaardere voertuigen krijgen. Waar moeten we die chauffeurs vandaan halen? Ik heb het uitgerekend: als we onze eigen medewerkers willen opleiden voor rijbewijs C kost dat tussen de 4.000 en 5.000 euro per chauffeur – mits de rijschoolhouders hun tarieven niet ook nog verhogen, wat ik nog zou begrijpen ook. En dan heb ik het nog niet over de enorme wachttijden bij het CBR voordat mensen kunnen beginnen aan die opleiding, over de verplichte theorie-examens, de verplichte periodieke Code 95-cursus, over de tachograafplicht die eraan vastzit, of het rijtijdenbesluit waar onze mensen aan zullen moeten voldoen…”

Hoe ga je met zulke hordes om?

“Qua voertuigen zijn er nog weinig geschikte elektrische bussen en al helemaal geen e-bakwagens beschikbaar, we moeten bovendien opletten op wat die gaan wegen en of ze de juiste actieradius hebben. We hebben daar gewoon tijd voor nodig; we gaan geen keuze maken waar we later spijt van krijgen. Op de komende januari-deadline heb ik zo’n anderhalf jaar geleden geanticipeerd door zo snel mogelijk nieuwe bussen te bestellen; alle voertuigen waarvan dit jaar en de eerste helft van 2025 de contracten aflopen, komen uiterlijk dit jaar op naam te staan. Zo voorkomen we een forse bpm-stijging en die auto’s mogen tot eind 2027 gewoon de stad in. Daardoor hebben we tijd gewonnen om over de volgende stap na te denken.”

Zijn er alternatieven voor jullie grote wagenpark?

“De meeste van onze locaties zitten op bedrijventerreinen, waar het ov gewoon niet komt. Een mooi voorbeeld is Amsterdam. Daar komt een nieuw distributiecentrum waar we meerdere locaties onder één dak brengen. Een handige plek buiten het centrum maar wel goed gelegen om de regio te kunnen bedienen. Dat laatste doen we natuurlijk zoveel mogelijk elektrisch. Enerzijds met bussen maar de transportfiets is ook een goede optie voor korte ritjes / kleinere pakketjes die in de stad bezorgd moeten worden. Daarvandaan gaan we ook werken met elektrische transportfietsen, waarin we nu steeds meer investeren. We hebben er nu 11 van Fulpra (zie pagina 24, red.), voorzien van een extra accu, zodat je 70 tot 80 kilometer ver komt. Er past een scootmobiel van 160 kg op en dan kun je nog steeds met 25 km/u door de stad fietsen; je mag bovendien overal op de stoep parkeren: perfect voor thuisbezorging. We zijn nu aan het kijken naar de mogelijkheid om zo’n transportfiets om te bouwen tot servicefiets, voor de eerstelijns service op locatie.”

Wat is momenteel jouw grootste hoofdpijndossier?

“Toch vooral het tegenstrijdige beleid van de overheid. En dat wordt erger en erger en het komt van alle kanten: van de rijksoverheid, van gemeenten, van stadsbesturen, die niet met elkaar communiceren – zelfs bij de gemeente praten de verschillende loketten niet met elkaar. Neem het parkeerbeleid: onze servicemonteurs nemen hun bussen mee naar huis, want zij draaien ook storingsdiensten, 24 uur per dag. Maar steeds meer gemeenten bepalen dat in woonwijken tussen zes uur ’s avonds en acht uur ‘s ochtends geen bussen geparkeerd mogen worden die langer dan 6 meter of hoger dan 2,4 meter zijn, zoals onze servicebussen. En geen kans op een ontheffing, of een tegemoetkoming in de extra parkeerkosten – terwijl zo’n gemeente onze opdrachtgever is. Ik denk zo vaak: overheid, waar ben je nou toch mee bezig? Wij worden soms echt horendol. Van ons wordt verwacht dat we vergroenen en we worden daar ook op afgerekend. Wij kunnen en willen daar ook in investeren. Maar geef ons dan ook de ruimte om ons werk te kunnen blijven doen.”

Medux is naar eigen zeggen een marktleider in Nederland binnen de hulpmiddelensector. Met de merken HartingBank, Medipoint, Atlas Kidtech, MHG, Orthototaal en Eureva verzorgt Medux advies, beheer, onderhoud en logistiek van zorghulpmiddelen. Het bedrijf heeft meer dan 2.800 medewerkers, ruim 100 landelijke locaties, bestaande uit distributiecentra, vestigingen en winkels. Alle vestigingen hebben een laadinfrastructuur en worden voorzien van groene stroom. Het geelkentekenwagenpark omvat ruim 400 voertuigen, bijna 800 auto’s staan op grijs kenteken. Voor de lease wordt samengewerkt met Arval, BP is brandstofpartner, en hofleverancier voor de grijskentekenauto’s is Mercedes-Benz; er wordt gereden met (e-)Vito’s en Sprinters in dichte vorm en als bakwagen (100 stuks). Medux heeft zich aangesloten bij het Science Based Targets-initiatief (SBTi). In 2025 wil Medux in minimaal 25 steden emissievrij rijden,  in 2030 meer dan 40 procent minder uitstoot realiseren en ruim voor 2050 volledig klimaatneutraal zijn.
Medux-fleetmanager René Hoogakker | ‘Ik denk zo vaak: overheid, waar ben je nu toch mee bezig?’ | Fleet&Mobility

Medux-fleetmanager René Hoogakker | ‘Ik denk zo vaak: overheid, waar ben je nu toch mee bezig?’

Interview • Voor de elektrificering van het grote en groeiende wagenpark van Medux werkt René Hoogakker het liefst nauw samen met vaste partners die meedenken en buiten de gebaande paden durven te treden om oplossingen te vinden. Al raken ook veel alternatieve paden de laatste tijd steeds meer overwoekerd met een ondoordringbare wirwar van regels.
Diederik Diederik
• Laatste update:
(Foto: Pieter Magielsen)

Als manager Fleet en Facilitaire Projecten van Medux, leverancier van zorghulpmiddelen, slechtte René Hoogakker de afgelopen jaren veel van de hindernissen die werden opgeworpen door de demografische ontwikkelingen (de toenemende vergrijzing en de druk die deze legt op de zorg en zorgkosten), de economische situatie of de klimaatplannen van de overheid. Maar nu dreigt een perfecte storm waarin al die factoren samenspannen om het uitzetten van een koers naar de toekomst op zijn minst lastiger te maken.

Jullie hebben ambitieuze klimaatdoelen. Hoe krijgen die vorm?

“In 2023 willen we onze uitstoot verlagen met meer dan 40 procent en ruim vóór 2050 willen we klimaatneutraal zijn. Daarbij zetten we volledig in op de elektrificatie van het wagenpark. Dat bestaat uit zo’n 400 auto’s op geel kenteken en ruim 800 grijskentekenvoertuigen; in de eerste categorie zitten we al op 300 elektrische exemplaren en door aflopende leasecontracten dit jaar zitten we eind 2024 op zeker 95 procent elektrisch. In de tweede categorie is het aandeel elektrisch nu 140 voertuigen en dat groeit door naar 200 stuks eind dit jaar. Natuurlijk betekent het ook dat we bij al onze vestigingen investeren in laadpalen. Ik heb al vier jaar geleden voorgesorteerd op de transitie, en door nauw samen te werken met onze vaste mobiliteitspartners vinden we daar ook steeds goede oplossingen voor.”

Kun je een voorbeeld noemen?

“Op zoek naar elektrische alternatieven voor onze busjes won de Mercedes e-Vito de testfase met vlag en wimpel. Maar de actieradius was te klein, ik wil dat al onze elektrische voertuigen minimaal 400 kilometer ver komen. Ik wist dat er een e-Vito taxibus met een range van ruim 400 km leverbaar was in Duitsland, maar niet in Nederland. Die versie hebben we naar Nederland gehaald en omgebouwd naar gesloten bus; de dealer durfde het aan, ik durfde het aan, dus zo hebben we het gedaan. Daarvan hebben we er nu dus 140 rondrijden. Ander voorbeeld: toen de EV-levertijden van de ‘geijkte merken’ tijdens de coronacrisis door het dak gingen en de bijtelling weer eens werd versoberd, besloot ik in zee te gaan met BYD. Dat gokje durfde ik wel aan: importeur Louwman heeft natuurlijk een naam te verliezen als het gaat om betrouwbaarheid, kwaliteit en service. Bovendien: ze konden binnen een maand leveren, en nog vóór 1 januari. Dus we hebben 80 BYD’s besteld, en die rijden naar grote tevredenheid rond. Zulke keuzes passen bij mijn filosofie dat je niks voor elkaar krijgt als je niets durft. Je moet continu vooruit blijven denken, al word je dat niet altijd even gemakkelijk gemaakt.”

Daarmee doel je vast op de gevolgen van de klimaatwetgeving?

“Ik doel op de overheid, die in ons geval ook nog eens onze grootste opdrachtgever is. Omwille van de klimaatdoelen gooien gemeenten stadscentra dicht voor bezorgverkeer, met in elke stad nét een ander soort vergunning. De rijksoverheid zorgt ervoor dat wij straks chauffeurs moeten hebben met rijbewijs C, omdat we noodgedwongen zwaardere voertuigen krijgen. Waar moeten we die chauffeurs vandaan halen? Ik heb het uitgerekend: als we onze eigen medewerkers willen opleiden voor rijbewijs C kost dat tussen de 4.000 en 5.000 euro per chauffeur – mits de rijschoolhouders hun tarieven niet ook nog verhogen, wat ik nog zou begrijpen ook. En dan heb ik het nog niet over de enorme wachttijden bij het CBR voordat mensen kunnen beginnen aan die opleiding, over de verplichte theorie-examens, de verplichte periodieke Code 95-cursus, over de tachograafplicht die eraan vastzit, of het rijtijdenbesluit waar onze mensen aan zullen moeten voldoen…”

Hoe ga je met zulke hordes om?

“Qua voertuigen zijn er nog weinig geschikte elektrische bussen en al helemaal geen e-bakwagens beschikbaar, we moeten bovendien opletten op wat die gaan wegen en of ze de juiste actieradius hebben. We hebben daar gewoon tijd voor nodig; we gaan geen keuze maken waar we later spijt van krijgen. Op de komende januari-deadline heb ik zo’n anderhalf jaar geleden geanticipeerd door zo snel mogelijk nieuwe bussen te bestellen; alle voertuigen waarvan dit jaar en de eerste helft van 2025 de contracten aflopen, komen uiterlijk dit jaar op naam te staan. Zo voorkomen we een forse bpm-stijging en die auto’s mogen tot eind 2027 gewoon de stad in. Daardoor hebben we tijd gewonnen om over de volgende stap na te denken.”

Zijn er alternatieven voor jullie grote wagenpark?

“De meeste van onze locaties zitten op bedrijventerreinen, waar het ov gewoon niet komt. Een mooi voorbeeld is Amsterdam. Daar komt een nieuw distributiecentrum waar we meerdere locaties onder één dak brengen. Een handige plek buiten het centrum maar wel goed gelegen om de regio te kunnen bedienen. Dat laatste doen we natuurlijk zoveel mogelijk elektrisch. Enerzijds met bussen maar de transportfiets is ook een goede optie voor korte ritjes / kleinere pakketjes die in de stad bezorgd moeten worden. Daarvandaan gaan we ook werken met elektrische transportfietsen, waarin we nu steeds meer investeren. We hebben er nu 11 van Fulpra (zie pagina 24, red.), voorzien van een extra accu, zodat je 70 tot 80 kilometer ver komt. Er past een scootmobiel van 160 kg op en dan kun je nog steeds met 25 km/u door de stad fietsen; je mag bovendien overal op de stoep parkeren: perfect voor thuisbezorging. We zijn nu aan het kijken naar de mogelijkheid om zo’n transportfiets om te bouwen tot servicefiets, voor de eerstelijns service op locatie.”

Wat is momenteel jouw grootste hoofdpijndossier?

“Toch vooral het tegenstrijdige beleid van de overheid. En dat wordt erger en erger en het komt van alle kanten: van de rijksoverheid, van gemeenten, van stadsbesturen, die niet met elkaar communiceren – zelfs bij de gemeente praten de verschillende loketten niet met elkaar. Neem het parkeerbeleid: onze servicemonteurs nemen hun bussen mee naar huis, want zij draaien ook storingsdiensten, 24 uur per dag. Maar steeds meer gemeenten bepalen dat in woonwijken tussen zes uur ’s avonds en acht uur ‘s ochtends geen bussen geparkeerd mogen worden die langer dan 6 meter of hoger dan 2,4 meter zijn, zoals onze servicebussen. En geen kans op een ontheffing, of een tegemoetkoming in de extra parkeerkosten – terwijl zo’n gemeente onze opdrachtgever is. Ik denk zo vaak: overheid, waar ben je nou toch mee bezig? Wij worden soms echt horendol. Van ons wordt verwacht dat we vergroenen en we worden daar ook op afgerekend. Wij kunnen en willen daar ook in investeren. Maar geef ons dan ook de ruimte om ons werk te kunnen blijven doen.”

Medux is naar eigen zeggen een marktleider in Nederland binnen de hulpmiddelensector. Met de merken HartingBank, Medipoint, Atlas Kidtech, MHG, Orthototaal en Eureva verzorgt Medux advies, beheer, onderhoud en logistiek van zorghulpmiddelen. Het bedrijf heeft meer dan 2.800 medewerkers, ruim 100 landelijke locaties, bestaande uit distributiecentra, vestigingen en winkels. Alle vestigingen hebben een laadinfrastructuur en worden voorzien van groene stroom. Het geelkentekenwagenpark omvat ruim 400 voertuigen, bijna 800 auto’s staan op grijs kenteken. Voor de lease wordt samengewerkt met Arval, BP is brandstofpartner, en hofleverancier voor de grijskentekenauto’s is Mercedes-Benz; er wordt gereden met (e-)Vito’s en Sprinters in dichte vorm en als bakwagen (100 stuks). Medux heeft zich aangesloten bij het Science Based Targets-initiatief (SBTi). In 2025 wil Medux in minimaal 25 steden emissievrij rijden,  in 2030 meer dan 40 procent minder uitstoot realiseren en ruim voor 2050 volledig klimaatneutraal zijn.