Minister Blok wil zwaardere straffen voor ernstige verkeersmisdrijven

Sjoerd van der Linden Sjoerd van der Linden
• Laatste update:
Bron foto: Shutterstock

Dat meldt het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Blok richt zijn pijlen op gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen, rijden onder invloed, doorrijden na een ongeval en het rijden tijdens een rijontzegging. Het niveau van de bestraffing ligt soms te laag, vindt de minister, die zich hierbij baseert op een onderzoek van de universiteit Groningen. Voor dit onderzoek werden 314 recente rechtszaken over ernstige verkeersdelicten onder de loep genomen en twintig interviews gehouden over de toegekende straf, met rechters en raadsheren, leden van het Openbaar Ministerie, advocaten en experts. Een van de conclusies is dat de strafmogelijkheden onder de huidige Verkeerswet te beperkt zijn. Ook is de interpretatie van roekeloosheid in de jurisprudentie nu veel te streng, waardoor weggedrag dat alom als roekeloos ervaren wordt, dat juridisch gezien niet altijd is.

Lagere straf

In het onderzoek worden twaalf zaken bekeken waarin in eerste instantie straffen werden opgelegd voor dood door roekeloosheid. In zes van deze twaalf gevallen werd het vonnis door de Hoge Raad in cassatie vernietigd omdat de roekeloosheid onvoldoende werd bewezen. Zo staat er in het rapport een zaak beschreven van een autobestuurder die, toen hij werd ingehaald door een bestelwagen, versnelde en door de terugsturende bestelauto werd geraakt; vervolgens knalde de bestuurder zelf frontaal op een tegenligger, waarvan een inzettende overleed en een tweede botbreuken opliep. Het Hof veroordeelde de verdachte in eerste instantie tot 15 maanden gevangenisstraf waarvan vijf maanden voorwaardelijk, plus een rijontzegging van drie jaar. In cassatie achtte de Hoge Raad roekeloosheid onvoldoende bewezen, waardoor de straf werd teruggeschroefd naar een taakstraf van 240 uur, zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een rijontzegging van drie jaar.

Verbeteringen

Minister Blok noemt het onderzoek in een schrijven aan de Tweede Kamer waardevol. “Ernstige verkeersdelicten schokken de maatschappelijke orde en hebben vaak grote gevolgen voor het slachtoffer en zijn of haar naasten”, schrijft Blok. “Over de straftoemeting in concrete zaken is veel maatschappelijke en politieke discussie. Het beeld dat daders met een hoge mate van schuld aan een ongeval met ernstige gevolgen er met een lichte straf van af komen, blijkt niet uit het onderzoek. Dat neemt niet weg dat er verbeteringen mogelijk en wenselijk zijn.” Het probleem lijkt hem dus voornamelijk te zitten in de juridische definitie van roekeloos rijgedrag.

In juni gaf Blok ook al opdracht voor een haalbaarheidsonderzoek naar een progressief boetesysteem voor herhaaldelijke verkeerszondaars. Begin dit jaar pleitte Stichting Slachtofferhulp nog voor hogere straffen bij verkeersmisdrijven.

Het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is te downloaden in de Fleet&Mobility kennisbank.

Minister Blok wil zwaardere straffen voor ernstige verkeersmisdrijven | Fleet&Mobility

Minister Blok wil zwaardere straffen voor ernstige verkeersmisdrijven

Sjoerd van der Linden Sjoerd van der Linden
• Laatste update:
Bron foto: Shutterstock

Dat meldt het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Blok richt zijn pijlen op gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen, rijden onder invloed, doorrijden na een ongeval en het rijden tijdens een rijontzegging. Het niveau van de bestraffing ligt soms te laag, vindt de minister, die zich hierbij baseert op een onderzoek van de universiteit Groningen. Voor dit onderzoek werden 314 recente rechtszaken over ernstige verkeersdelicten onder de loep genomen en twintig interviews gehouden over de toegekende straf, met rechters en raadsheren, leden van het Openbaar Ministerie, advocaten en experts. Een van de conclusies is dat de strafmogelijkheden onder de huidige Verkeerswet te beperkt zijn. Ook is de interpretatie van roekeloosheid in de jurisprudentie nu veel te streng, waardoor weggedrag dat alom als roekeloos ervaren wordt, dat juridisch gezien niet altijd is.

Lagere straf

In het onderzoek worden twaalf zaken bekeken waarin in eerste instantie straffen werden opgelegd voor dood door roekeloosheid. In zes van deze twaalf gevallen werd het vonnis door de Hoge Raad in cassatie vernietigd omdat de roekeloosheid onvoldoende werd bewezen. Zo staat er in het rapport een zaak beschreven van een autobestuurder die, toen hij werd ingehaald door een bestelwagen, versnelde en door de terugsturende bestelauto werd geraakt; vervolgens knalde de bestuurder zelf frontaal op een tegenligger, waarvan een inzettende overleed en een tweede botbreuken opliep. Het Hof veroordeelde de verdachte in eerste instantie tot 15 maanden gevangenisstraf waarvan vijf maanden voorwaardelijk, plus een rijontzegging van drie jaar. In cassatie achtte de Hoge Raad roekeloosheid onvoldoende bewezen, waardoor de straf werd teruggeschroefd naar een taakstraf van 240 uur, zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een rijontzegging van drie jaar.

Verbeteringen

Minister Blok noemt het onderzoek in een schrijven aan de Tweede Kamer waardevol. “Ernstige verkeersdelicten schokken de maatschappelijke orde en hebben vaak grote gevolgen voor het slachtoffer en zijn of haar naasten”, schrijft Blok. “Over de straftoemeting in concrete zaken is veel maatschappelijke en politieke discussie. Het beeld dat daders met een hoge mate van schuld aan een ongeval met ernstige gevolgen er met een lichte straf van af komen, blijkt niet uit het onderzoek. Dat neemt niet weg dat er verbeteringen mogelijk en wenselijk zijn.” Het probleem lijkt hem dus voornamelijk te zitten in de juridische definitie van roekeloos rijgedrag.

In juni gaf Blok ook al opdracht voor een haalbaarheidsonderzoek naar een progressief boetesysteem voor herhaaldelijke verkeerszondaars. Begin dit jaar pleitte Stichting Slachtofferhulp nog voor hogere straffen bij verkeersmisdrijven.

Het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is te downloaden in de Fleet&Mobility kennisbank.