Duitse auto-industrie heeft meeste patenten autonoom rijden
In tegenstelling tot wat wel eens wordt beweerd staat de Duitse auto-industrie niet bepaald op omvallen, nu elektrisch en autonoom rijden in een stroomversnelling komen en de traditionele verbrandingsmotor uit de markt gaan drukken. Niet voor niets kocht testinstituut Dekra onlangs een racebaan voor proeven met autonome voertuigen en heeft het Duitse ministerie van transport een commissie van deskundigen richtlijnen laten opstellen voor regelgeving rond autonoom rijden: de Duitse industrie steekt met kop en schouders boven het maaiveld uit op dit terrein. Tenminste, als je naar het aantal aangemelde patenten kijkt.
Dat deed het IWK. Het onderzoeksinstituut doorzocht de Patentscope-databank van de World Intellectual Property Organization naar patenten van circa 60 internationale ondernemingen (autofabrikanten, toeleveranciers, elektronicaconcerns en “digitale uitdagers” als Google) die met autonoom rijden in verbinding te brengen zijn. Dat leverde 5.839 patenten op tussen januari 2010 en juli 2017. Ruim de helft daarvan is aangevraagd door autobouwers, nog haast een derde staat op naam van toeleveranciers. Nieuwe toetreders komen niet verder dan een kleine 7 procent van het totaal. Vrijwel al die patenten staan op naam van Google, dat met 338 patenten vertegenwoordigd is. Apple en Tesla ontbreken volledig.
Hubertus Bardt, hoofd wetenschap bij het IKW, noemt het aandeel van de nieuwe toetreders “uitgesproken gering”, zelfs als je aanneemt dat de meeste technische ontwikkelingen nog niet gepatenteerd zou zijn.
Uitblinker in patenten is de Duitse auto-industrie. Die tekent voor 52 procent van de wereldwijd aangemelde patenten. In de toptien staan zes Duitse bedrijven: toeleverancier Bosch pant de kroon met 958 patenten, gevolgd door Audi (516) en Continental (439). Ford (402) en GM (380) timmeren ook stevig aan de weg, maar volgens Bardt profiteert de Duitse auto-industrie van een unieke uitgangspositie: het aandeel premium-merken onder de Duitse fabrikanten is erg hoog, waardoor de industrie als geheel profiteert van een hoog innovatieniveau. Dat is terug te zien in de beschikbaarheid van allerlei systemen voor rij-assistentie, die voorlopers zijn van autonoom rijden. Die innovaties vinden bovendien relatief spoedig hun weg naar de Duitse volumemerken, waardoor de kosten voor onderzoek en ontwikkeling snel kunnen worden terugverdiend en mogelijkheden ontstaan voor optimalisatie en verdere ontwikkeling van technieken.
Maar, zo schrijft Bardt: niemand mag op zijn lauweren gaan rusten, want andere partijen steken de Duitse industrie naar de kroon. Het aantal patenten neemt de afgelopen jaren snel toe. Ook ziet hij grote uitdagingen in het ontwikkelen van volledig nieuwe businessmodellen, die niet meer draaien om het leveren van auto’s maar om data.