Mobiliteitsmanager v/h Jaar 2019-kandidaten stellen zich voor
De strijd om de mobiliteitsaward is nog in volle gang en de ontknoping van de verkiezing vindt plaats tijdens het event Fleet Mobility Live op 21 mei in Nieuwegein. De drie overgebleven finalisten worden de komende tijd door de zeskoppige jury aan de tand gevoeld. Wij stellen ze alvast aan u voor.
Gebruik van de auto wordt ontmoedigd en dat van de fiets en het OV gestimuleerd.
Tamara Gieze
Tamara Gieze heeft afgelopen januari een nieuw, compleet en allesomvattend mobiliteitsbeleid gelanceerd. Bij Arup werken zo’n 250 medewerkers, waarvan 17 met een leaseauto. Er bestond voorheen geen beleid op mobiliteit, alleen een aantal afzonderlijke regelingen. Het doel van dit beleid is mobiliteit flexibeler, toegankelijker en duurzamer te maken.
Medewerkers krijgen een NS Business Card, waardoor het aantal parkeerplaatsen kon worden teruggedrongen. “Voor de zakelijke afspraken kunnen deelauto’s van Amber worden gebruikt. Daar wordt veel gebruik van gemaakt en ze rijden top, het zijn allemaal BMW’s i3.” De leasecontracten die aflopen worden niet vernieuwd, tenzij iemand meer dan 10 duizend zakelijke kilometers maakt, exclusief woon-werkverkeer. In dat geval mag alleen nog een EV besteld worden. “In 2022 moet ons wagenpark volledig elektrisch zijn.” Wie met de privé auto naar de zaak komt, krijgt niet meer alle kilometers vergoed, dat is afgetopt op 50 kilometer voor een enkele reis en de vergoeding is verlaagd naar 19 ct/km.
“Het gebruik van de auto wordt zoveel mogelijk ontmoedigd en dat van de fiets en het OV juist gestimuleerd. Veel van onze medewerkers zijn al uit de auto in het OV of op de fiets gestapt. Wie met de fiets komt, krijgt ook een travelcard, zodat op regenachtige dagen de bus, tram of metro gepakt kan worden. We hebben een fietsregeling voor de aanschaf van een fiets, maar ook een kilometervergoeding voor fietsers en we laten monteurs op de zaak komen om de fietsen te onderhouden. We merken dat medewerkers niet meer per se een leaseauto willen, maar liever flexibele mobiliteitsoplossingen hebben. Met het mobiliteitsbeleid sluiten wij perfect aan op de arbeidsmarkt.”
Bij ons wordt niemand uitgekleed.
Jeroen Brink
In 2014 is de vervoersmobiliteitsregeling gelanceerd met als uitgangspunt: minder, slimmer en groener reizen. Alle 5.800 medewerkers van Alliander krijgen een NS Business Card, ook de 3.000 lease- en dienstautorijders. Daarmee mag van alle modaliteiten gebruik gemaakt worden: bus, OVtaxi, (internationale) trein. Het OV- en fietsgebruik wordt gestimuleerd en het gebruik van de auto ontmoedigd. En als dan toch de auto wordt gebruikt, wordt carpoolen met collega’s aangemoedigd. Voor de zakelijke afspraken staan op de hoofdlocaties fietsen, e-scooters en locatieauto’s om te gebruiken. De leaseregeling is op de schop gegaan; leaserijders mogen een auto kiezen met max 100 gram CO2-uitstoot volgens de WLTP en diesels zijn uitgesloten. Dan kom je al gauw uit op een EV.
“Wie voor een EV kiest krijgt 50 euro extra te besteden per maand, waar mogelijk faciliteren we de laadpaal thuis en de stroomkosten worden vergoed. We hebben daardoor nu al 250 laadpalen op onze eigen locaties, 350 EV’s in de vloot en als dat zo doorgaat hebben we tussen nu en drie jaar zeker 1.000 EV’s.” Alliander is een regieorganisatie en er wordt dan ook waar mogelijk samengewerkt met leveranciers. “Daar heb ik een warme band mee opgebouwd in de loop der jaren. Zij zijn specialist in hun vak, daarom geven wij leveranciers de vrije hand. Ik laat ze onderling samenwerken, waarbij we erop hameren dat iedere partij een goede marge krijgt en de ruimte om te kunnen investeren in MVO. Bij ons wordt niemand uitgekleed.”
Elke auto die vervangen wordt, moet een EV zijn.
Arno Veenman
De Volksbank heeft in 2016 besloten dat eind 2020 over de hele bedrijfsvoering een CO2-reductie van 50 procent behaald moet zijn. Dat geldt dus ook voor mobiliteit van alle 3.000 medewerkers. “Het gaat om een grote stap en begin 2017 hebben we dan ook als een van de eerste bedrijven besloten ons hele wagenpark te elektrificeren. Je moet niet alleen roepen dat je het gaat doen, maar het gewoon doen. Elke auto die vervangen wordt, moet een volledig elektrische auto zijn. We begonnen met drie EV’s en in twee jaar tijd zijn 81 van de in totaal 280 leaseauto’s een EV.”
Om daar te komen waren twee zaken belangrijk volgens hem: vasthouden aan de uitgangspunten en een breed mandaat vanuit de directie. “Dankzij het mandaat konden we op korte termijn inspelen op veranderingen in de markt, zoals langere levertijden of het plaatsen van laadpalen thuis.” Begin dit jaar is ook de aangepaste woon-werkregeling doorgevoerd. Per dag mag een medewerker kiezen of de NS Business Card wordt gebruikt, of voor een vergoeding wordt gekozen. “Eerst moest dat voor de lange termijn gekozen worden. De kilometervergoeding is 9,8 ct/ km met een max van 40 km voor een enkele reis. Koos je een keer voor de trein moest je dat zelf betalen en die vergoeding is minder dan het treinkaartje kost. De drempel is nu verlaagd om met de trein te komen. De helft van de werknemers komt overigens al met het OV.” Tot 10 km krijgen medewerkers helemaal geen km-vergoeding meer, behalve als je fietst, dan krijg je 13 ct/km. Op de planning staat nu ook het beleid rond zakelijk vervoer aan te pakken.
De jury
Gertjan Sybrandi ging zelf vorig jaar met de titel Mobiliteitsmanager van het Jaar naar huis. Dit jaar moet hij die titel aan iemand anders overdragen. Hij maakt deze editie deel uit van de jury die verder bestaat uit Tineke de Wolf (Eneco), Daan Bieleveld (DSM), Arjen Juurlink (FrieslandCampina), Ronald Postma (Syndesmo) en Henk Winckens (Enexis). “Het is een beoordeling door vakgenoten en dat vind ik erg belangrijk bij deze award-uitreiking. Uiteindelijk wint de beste kandidaat”, stelt Sybrandi.
“We jureren op verschillende aandachtpunten, waarbij duurzaamheid een belangrijke is. Maar ook welke impact heeft je mobiliteitsbeleid heeft en welke veranderingen breng je ermee tot stand? De rol van mobiliteitsmanager en verandermanagement liggen immers dicht bij elkaar. Ook de persoonlijke inbreng van de finalist is een belangrijk criterium. Waar we verder nog naar kijken is hoe innovatief de visie is, of het past binnen aantrekkelijk werkgeverschap en hoe het kostenaspect wordt toegepast.”