Fleet Mobility Live: moeizame weg naar minder leaseauto’s
Het jaarlijkse mobiliteitsevent Fleet Mobility Live, georganiseerd door Heliview en dit jaar bezocht door ruim 400 bezoekers, draaide dit jaar voor de verandering eens niet om de opkomst en invoering van Mobility as a Service. Daarover is al veel gezegd en bijna ieder bedrijf is of gaat daar mee beginnen. Op de beursvloer bleken afgelopen dinsdag de ‘mobiliteitsoplossers’ de auto’s inmiddels grotendeels te hebben verdreven. Maar om MaaS succesvol te implementeren, lijkt eerst een andere vraag te moeten worden beantwoord: hoe verminder ik het aantal (arbeidsvoorwaardelijke) leaseauto’s? Ieder bedrijf doet dat op zijn eigen manier. Bij de één worden ze simpelweg afgeschaft en uitgefaseerd, terwijl de ander leaserijders met fluwelen handschoen de auto uit probeert te krijgen. ASR-topman Boudewijn van Uden durfde tijdens het openingsdebat nog niet echt inzicht te geven in de mobiliteitsplannen van zijn bank; eerst moet de OR akkoord zijn. Tot die tijd is voorzichtigheid geboden.
Leaserijders uit hun arbeidsvoorwaardelijke auto halen is voor fleetowners vaak een zeer complex proces, de macht van werknemers is groot. Het kostte Steven van Hoof, clustercoördinator Vervoersmobiliteit bij Rijkswaterstaat, maar een paar minuten om de aanwezigen op het puntje van hun stoel te krijgen. Er zijn geen arbeidsvoorwaardelijke leaseauto’s, privégebruik wordt belast (22 cent per kilometer) en de ingezette auto’s worden steeds kleiner. Alleen als op een reistijd van 2 uur er meer dan drie kwartier gewonnen kan worden door met de auto te komen, dan mag een medewerker met de auto naar kantoor komen. En in 2020 moet 35 procent van de vloot een EV zijn. En dat is allemaal centraal geregeld: de medewerkers hebben het maar te accepteren. En dat hebben ze gedaan, vertelde Van Hoof. Verbaasde blikken vielen hem ten deel.
Betaald parkeren
Bij ASR zien ze niet zoveel in afpakken of straffen, maar meer in stimuleren. Om elektrisch rijden te stimuleren worden de leasebudgetten verruimd, iedere medewerker krijgt een NS Businesscard. En medewerkers die binnen een straal van 12 kilometer wonen hebben geen gegarandeerde parkeerplaats. “Tot nu toe ondervinden we weinig weerstand”, stelt Van Uden. “Dat komt pas als veranderingen ingrijpen in het privéleven van medewerkers. Als ze na werk langs de kinderopvang moeten. Daarom willen wij dat ze gaan nadenken over hoe ze hun werk en mobiliteit invullen.”
Bij de NS kunnen ze eigenlijk nauwelijks de groei nog aan: de treinen zitten zo goed als vol.
Thomas Muller, HR-directeur bij VodafoneZiggo, heeft vooral de statusauto op de korrel. Iedereen in het bedrijf is zijn auto kwijt. De weerstand tegen de trein was er zeker, maar die is inmiddels grotendeels verdwenen. “Wij hebben ons kantoor aan Utrecht CS, dat helpt. Rustig bellen kan niet, maar rustig de krant lezen, mail bijwerken en sociale media checken kan allemaal prima en dat vinden mensen nu toch fijn. En wie ver naar een station moet reizen, krijgt van ons daar een parkeerplek. En iemand die met zijn privéauto wil parkeren op kantoor betaalt 12,50 euro per dag.” Aan de onderkant van het bedrijf geldt zelfs dat het mobiliteitsbeleid helpt om mensen te werven en te behouden. “Ook bij onze callcenters en winkels krijgen ze een NS-kaart, die toch al snel een kleine achtduizend euro kost. Die medewerkers zien het juist als een enorme verbetering van hun voorwaarden, ze mogen de kaart het hele jaar gebruiken.”
Gesloten deur
Ook de kandidaten voor de titel Mobiliteitsmanager van het jaar werd gevraagd naar hun inspanningen om het autogebruik te verminderen. Jeroen Brink van Alliander vertelde dat het vijf jaar duurde om een nieuw beleid geïmplementeerd te krijgen. “De OR wilde ons in eerste instantie niet eens ontvangen. We waren niet welkom. Weerstand was er genoeg, maar door kleine stapjes te zetten hebben we toch nieuw beleid kunnen introduceren.”
Het bleek echter onvoldoende voor Brink om de prijs te pakken, die ging naar de HR-adviseur van Volksbank, Arno Veenman. Die wist in twee jaar tijd een derde van de vloot (224 voertuigen) te elektrificeren en versoberde meerdere (auto)regelingen. Wie binnen tien kilometer woont krijgt geen vergoeding als hij met de auto komt, maar wel als hij met de fiets komt. Toch is Veenman realistisch. “Zonder voldoende mandaat van de directie was dit lastig geweest. Nu konden we inspelen op lastige marktomstandigheden, zoals langere dan verwachte levertijden.”
Private studentenlease
En zo zoekt ieder bedrijf naar mogelijkheden om het autogebruik te verminderen. Bij de stand van de NS Businesscard waren veel tevreden gezichten, want zonder de trein is het onmogelijk om te verduurzamen. Maar bij de NS kunnen ze eigenlijk nauwelijks nog groei aan: de treinen zitten al zo goed als vol. En nieuwe treinen bestellen kan, maar niet in het tempo waarin er nu NS Businesscards verkocht worden. Gelukkig had keynotespeaker Carlo van de Weijer (TU/e) de oplossing: haal studenten uit de trein. “Een private lease auto is nu al goedkoper dan een OV-jaarkaart. Dus de regering zou beter alle 700 duizend studenten een elektrische private lease auto kunnen geven, dat is aanzienlijk goedkoper.” Van de Weijer, die moeite had zich verstaanbaar te maken – het publiek stond en op de voorste 100 mensen na werd er vooral druk genetwerkt, voegde er direct aan toe dat het een “slecht plan” was, maar hij wilde maar aangeven dat op een andere manier naar mobiliteit kijken tot verrassende inzichten kan leiden.
Maar vooralsnog zijn het kleine stapjes. Bij ASR laten ze iedere maand een fietsenmaker komen, die kleine dingen repareert. “Het gaat erom dat mensen niet vijf dagen met de auto komen. Soms is thuiswerken beter, op andere dagen de fiets. Daar begint het mee en van daaruit kunnen we verder.”