Hij sloeg met zijn opmerking natuurlijk de spijker op de kop: wagenparkbeheer betekent vooral de kosten van zakelijke mobiliteit binnen de perken houden, uiteraard met het oog op berijderstevredenheid en efficiency. En creatieve oplossingen vinden – dat lijkt een dure exercitie. “Dat hoeft het niet te zijn – waarom niet een percentage van het projectbudget alvast reserveren voor mogelijke oplossingen die iets risicovoller zijn dan bestaande?”, aldus Raats.

`Het internet of things communiceert nu nog via GSM of 4G. Dat kost te veel energie.`

De 150 bezoekers aan het Fleet Event konden tijdens de eerste plenaire sessie hun creativiteit vast de vrije loop laten: George Gelauff, directeur van mobiliteitsinstituut Kim, presenteerde een aantal mogelijke scenario’s voor mobiliteit van de toekomst. Met daarin opvallend veel ruimte voor zelfrijdende auto’s, die zowel als openbaar vervoer (een deelauto die voor komt rijden als je hem nodig hebt) als privévervoer (iedereen z’n eigen autonome auto) kan worden ingezet.

Gelauff besprak ook de mogelijkheden van internet of things, waarmee die zelfrijdende auto in verbinding staat met andere auto’s en de omgeving. Armijn Spreitzer van KPN ging hier tijdens zijn presentatie verder op in. “Je kunt dankzij IOT de dijkbewaking verbeteren als je sensoren in de dijken gebruikt. Die kunnen bijhouden hoe de toestand van de dijk is en kunnen dat zelf doorgeven.” Dit soort communicatie vindt nu al plaats. “Maar het gebeurt nu via GSM of 4G”, aldus Spreitzer. “En dat kost te veel energie.”

De oplossing zit volgens KPN in het Lora-netwerk. Lora staat voor Low Power, Low Range, en het is een netwerk speciaal geschikt voor het verzenden van incidentele boodschappen. Een object kan vijftien jaar lang data versturen via Lora met de energie van twee penlight batterijen. “Er zijn nu al ondergrondse afvalcontainers die via Lora doorgeven wanneer ze geleegd moeten worden”, zegt Spreitzer.

`Consultants werken vaak op projectbasis. Bij ons mogen ze elke drie maanden switchen van mobiliteit.`

Naast sessies over toekomstig vervoer, bood fleetmanager Coen Krol van Accenture (lees ook het interview in F&M1 2015) handvatten voor mobiliteitsoplossingen van nu. Consultancybureau Accenture Nederland, dat in 2013 is overgeschakeld op een duurzaam mobiliteitsbeleid, hanteert tegenwoordig verschillende mobiliteitspakketten voor werknemers: een flexibel mobiliteitsbudget, een NS businesscard, een leaseauto, het kan allemaal.

“Omdat de consultants vaak op projectbasis bij klanten werken, kan de mobiliteitsbehoefte sterk variëren. Daarom mogen de werknemers elke drie maanden switchen”, vertelt Krol. “Het aantal gebruikers van het flexibel mobiliteitsbudget neemt toe.” Er loopt ook een pilot met zeventien stekkerhybrides. “Inclusief bonus malus-regeling om te voorkomen dat deze auto’s te veel op benzine rijden.” 

Binnen het event-thema ‘Van A naar Efficiency’ werd ook stilgestaan bij de mogelijkheden voor unbundling, en wel door wagenparkbeheerder Audrie Hilgers van Breijer Bouw en Installatie. Dit bedrijf heeft zelf 650 auto’s, en is onderdeel van Facilicom, waarmee het totale inkoopvolume op een kleine tweeduizend voertuigen (grijs en geel) komt. Alle facetten worden twee- of driejaarlijks getenderd, zoals brandstof. “We werken nu met BP, dat scheelt ons 13 cent per liter op de adviesprijs. Op verzekeringen hebben we in totaal 230 duizend euro kunnen besparen. De auto’s zijn WA verzekerd, het cascorisico dekken we zelf af.”

`Wil je even de melk aangeven?`

Roel Hindriks, directeur van Leaseconsult, presenteerde zijn handboek ‘Total cost of mobility’, dat wordt uitgegeven door Fleet&Mobility. “De verschillende beschikbare vormen van mobiliteit waren in bedrijven ook separate aandachtsgebieden. Nu is het zaak om deze bij elkaar te brengen zodat je echt een mobiliteitsbeleid kunt omschrijven”, aldus Hindriks.

Mogelijkheden genoeg, maar dan moet je wel creatief zijn. En dat is lastig, aldus Raats. “Als mensen dingen niet zien, bestaan ze in hun ogen ook niet. Zet in plaats van een blauw melkpak maar eens een groene in de koelkast en vraag je partner of die de melk wil aangeven. Grote kans dat hij zegt: er is geen melk meer. Omdat een melkpak in zijn ogen blauw moet zijn, dus daar zoekt hij op. Je moet elkaar dus op weg helpen als je creatieve oplossingen wil vinden voor bestaande problemen.”

Hij sloeg met zijn opmerking natuurlijk de spijker op de kop: wagenparkbeheer betekent vooral de kosten van zakelijke mobiliteit binnen de perken houden, uiteraard met het oog op berijderstevredenheid en efficiency. En creatieve oplossingen vinden – dat lijkt een dure exercitie. “Dat hoeft het niet te zijn – waarom niet een percentage van het projectbudget alvast reserveren voor mogelijke oplossingen die iets risicovoller zijn dan bestaande?”, aldus Raats.

`Het internet of things communiceert nu nog via GSM of 4G. Dat kost te veel energie.`

De 150 bezoekers aan het Fleet Event konden tijdens de eerste plenaire sessie hun creativiteit vast de vrije loop laten: George Gelauff, directeur van mobiliteitsinstituut Kim, presenteerde een aantal mogelijke scenario’s voor mobiliteit van de toekomst. Met daarin opvallend veel ruimte voor zelfrijdende auto’s, die zowel als openbaar vervoer (een deelauto die voor komt rijden als je hem nodig hebt) als privévervoer (iedereen z’n eigen autonome auto) kan worden ingezet.

Gelauff besprak ook de mogelijkheden van internet of things, waarmee die zelfrijdende auto in verbinding staat met andere auto’s en de omgeving. Armijn Spreitzer van KPN ging hier tijdens zijn presentatie verder op in. “Je kunt dankzij IOT de dijkbewaking verbeteren als je sensoren in de dijken gebruikt. Die kunnen bijhouden hoe de toestand van de dijk is en kunnen dat zelf doorgeven.” Dit soort communicatie vindt nu al plaats. “Maar het gebeurt nu via GSM of 4G”, aldus Spreitzer. “En dat kost te veel energie.”

De oplossing zit volgens KPN in het Lora-netwerk. Lora staat voor Low Power, Low Range, en het is een netwerk speciaal geschikt voor het verzenden van incidentele boodschappen. Een object kan vijftien jaar lang data versturen via Lora met de energie van twee penlight batterijen. “Er zijn nu al ondergrondse afvalcontainers die via Lora doorgeven wanneer ze geleegd moeten worden”, zegt Spreitzer.

`Consultants werken vaak op projectbasis. Bij ons mogen ze elke drie maanden switchen van mobiliteit.`

Naast sessies over toekomstig vervoer, bood fleetmanager Coen Krol van Accenture (lees ook het interview in F&M1 2015) handvatten voor mobiliteitsoplossingen van nu. Consultancybureau Accenture Nederland, dat in 2013 is overgeschakeld op een duurzaam mobiliteitsbeleid, hanteert tegenwoordig verschillende mobiliteitspakketten voor werknemers: een flexibel mobiliteitsbudget, een NS businesscard, een leaseauto, het kan allemaal.

“Omdat de consultants vaak op projectbasis bij klanten werken, kan de mobiliteitsbehoefte sterk variëren. Daarom mogen de werknemers elke drie maanden switchen”, vertelt Krol. “Het aantal gebruikers van het flexibel mobiliteitsbudget neemt toe.” Er loopt ook een pilot met zeventien stekkerhybrides. “Inclusief bonus malus-regeling om te voorkomen dat deze auto’s te veel op benzine rijden.” 

Binnen het event-thema ‘Van A naar Efficiency’ werd ook stilgestaan bij de mogelijkheden voor unbundling, en wel door wagenparkbeheerder Audrie Hilgers van Breijer Bouw en Installatie. Dit bedrijf heeft zelf 650 auto’s, en is onderdeel van Facilicom, waarmee het totale inkoopvolume op een kleine tweeduizend voertuigen (grijs en geel) komt. Alle facetten worden twee- of driejaarlijks getenderd, zoals brandstof. “We werken nu met BP, dat scheelt ons 13 cent per liter op de adviesprijs. Op verzekeringen hebben we in totaal 230 duizend euro kunnen besparen. De auto’s zijn WA verzekerd, het cascorisico dekken we zelf af.”

`Wil je even de melk aangeven?`

Roel Hindriks, directeur van Leaseconsult, presenteerde zijn handboek ‘Total cost of mobility’, dat wordt uitgegeven door Fleet&Mobility. “De verschillende beschikbare vormen van mobiliteit waren in bedrijven ook separate aandachtsgebieden. Nu is het zaak om deze bij elkaar te brengen zodat je echt een mobiliteitsbeleid kunt omschrijven”, aldus Hindriks.

Mogelijkheden genoeg, maar dan moet je wel creatief zijn. En dat is lastig, aldus Raats. “Als mensen dingen niet zien, bestaan ze in hun ogen ook niet. Zet in plaats van een blauw melkpak maar eens een groene in de koelkast en vraag je partner of die de melk wil aangeven. Grote kans dat hij zegt: er is geen melk meer. Omdat een melkpak in zijn ogen blauw moet zijn, dus daar zoekt hij op. Je moet elkaar dus op weg helpen als je creatieve oplossingen wil vinden voor bestaande problemen.”