Appen tegen schade

Schades steeds duurder door rijhulpsystemen

Maarten Bokslag Maarten Bokslag
• Laatste update:
Beeld: Shutterstock

De schadelast die wordt veroorzaakt door bestelauto’s neemt al jaren toe. Volgens cijfers van schade-expertisebureau CED liepen bedrijfsauto’s in 2012 nog keurig in de pas met personenauto’s met 19 schades per 100 voertuigen. In 2017 was dat voor personenauto’s nog altijd gelijk, maar bij bestelauto’s ging het toen al om 28 schades per 100 voer­tuigen. In 2018 en 2019 heeft die ­stijging zich voortgezet, bevestigt Henk de Zwaan, propositiemanager bedrijfsvoertuigen van verzekeraar Univé. “Zowel het gemiddelde schadebedrag als de schadefrequentie is tot 2020 ieder jaar ­gestegen”, vertelt hij. “In 2020 en begin 2021 is de schadefrequentie weer gedaald, door thuiswerken was het gewoon ­rustiger op de weg. Het gemiddeld schadebedrag bleef echter ­toenemen. Vooral doordat de onderdelen ­technisch complex zijn en duurder worden. Er moeten ­sensoren vervangen worden en boordcomputers opnieuw ingeregeld.” Met name bij koeriersdiensten loopt het aantal schades uit de hand. “Net als de meeste andere verzekeraars hebben we besloten geen ­koeriersdiensten meer te verzekeren”, zegt De Zwaan. “Die verwijzen we naar ‘De Vereende’, die ­speciaal is opgezet voor lastig te verzekeren ­sectoren. Bestelauto’s in andere sectoren ­verzekeren we nog wel. Hierbij valt op dat zzp’ers minder schade rijden dan chauffeurs die in de auto van de baas rijden. Mensen zijn toch voorzichtiger als het hun eigen auto is.”

Veel schades ontstaan door onervarenheid, afleiding of slordig rijgedrag. Daarom begon verzekeraar Nationale Nederlanden in mei samen met verkeersveiligheidsspecialist VVCR-Prodrive het programma Hello Mobility. Dat is gericht op het terugdringen van de schadelast bij fleet­owners. Mark Maaskant van VVCR-Prodrive legt uit hoe het werkt: “Wij gebruiken de data die door de voertuigen zelf of door het telematicasysteem worden gegenereerd, om chauffeurs inzicht te geven in hun rijgedrag.”

Sommige koeriers-diensten zetten iedereen zomaar op de bus.

“Gegevens zoals snelheid en parameters omtrent versnellen en vertragen koppelen we aan kaartgegevens en gegevens over het voertuig. Zo maken we rij­gedrag inzichtelijk en kunnen we bijsturen. De chauffeurs hebben ook een Hello Mobility app op hun telefoon. Tijdens het rijden staat die uit, maar als ze bij het ­distributiecentrum of hoofdkantoor zijn aangekomen, geeft de app een terugkoppeling over hun rijstijl. Dat kan zijn: ‘gefeliciteerd, je hoort bij de 5 procent beste chauffeurs van ons team’”, vertelt Maaskant. “Maar het kan ook zijn dat ze te vaak te snel ­rijden of te hard remmen.”

Goed inwerken

Hello Mobility zorgt per bedrijf ook voor een coach, die het aannamebeleid van de chauffeurs en het inwerkbeleid onder de loep neemt. “De focus komt dan echt op schadepreventie te liggen, want dat is een groot probleem”, meent Maaskant. “Bedrijven betalen premies van twee- tot vijfduizend euro per jaar. Sommige koeriers- en bezorgdiensten zetten iedereen met een ­rijbewijs gewoon in zo’n bus. Wij zorgen dat er meer aandacht komt voor het wegrijden, het inparkeren, het voorkomen van hoogteschades. Dat gaat onder meer met korte ­trainingen via de app. Die zijn gericht op een bepaalde mindset. De veiligheid moet op ­nummer 1 staan. Verkeersveiligheid is maakbaar. Ik vergelijk het wel met spieren krijgen of afvallen. Het kan, maar je moet er wel volledig voor gaan.” Dat deed de RDW, die sinds 2013 alle medewerkers – met of zonder auto van de zaak – toegang geeft tot een online trainingsprogramma e-Driver. “In de loop der jaren krijgen bestuurders een bepaalde routine. Misschien neem je af en toe voorrang, reageer je even op een appje. Of je rijdt wat te dicht op de voorganger. Met e-Driver worden mensen daar in korte trainingsfilmpjes op gewezen”, vertelt RDW-wagenparkbeheerder Rik Geerling. De mensen met een auto van de zaak, bij de RDW zijn dat vooral de technisch medewerkers en de apk-steekproefcontroleurs, kregen bovendien praktijktrainingen op de weg. Daarbij werd specifiek aandacht besteed aan het juiste gebruik van ADAS-systemen. Het resultaat mag er zijn: in vijf jaar tijd werd een brandstofbesparing van 8 procent en een schadelastreductie van 20 procent behaald. Bij de RDW is aandacht voor veilig rijden tot een continuproces geworden. “Je moet er aandacht aan blijven besteden, anders verwatert het.” Sinds vorig jaar worden de trainingen bij de RDW overigens door VVCR-Prodrive verzorgd.

De man achter e-Driver is Collin Bell, tevens directeur van Rijvaardigheidscentrum Lelystad. “Met e-Driver sturen we elke zes weken een korte video van op z’n hoogst 5 minuten. Het moet kort blijven, anders haken mensen af. We laten verkeerssituaties zien of laten een gedragswetenschapper of coureur aan het woord. We stellen er een paar vragen bij. Die video’s zijn maatwerk, terwijl een algoritme aangeeft wat je goed doet en wat minder. De inhoud wordt daarop afgestemd. Soms is er een extra praktijktraining nodig.”

Rallyrijden

In de praktijktrainingen laat Bell mensen ­bijvoorbeeld ontdekken wat er gebeurt als ze 5 kilometer te hard rijden in de bebouwde kom of als ze handsfree bellen op de snelweg. “Dat is gewoon legaal en veel mensen doen het. Maar wat zie je dan allemaal niet? We laten mensen dat op een ludieke manier ervaren. We hebben in Lelystad ook een afgesloten Whatsapp-laantje. Daar laten we mensen rijden en ondertussen een appje versturen. Dat is hilarisch hoor, wat er dan gebeurt. Mensen missen verkeersborden, rijden de berm in. Daarna zitten mensen toch anders in de auto.”

Slordigheid en overschatting van het eigen rijgedrag zijn belangrijke oorzaken van schade, maar de werkgever moet ook goed bij zichzelf te rade gaan. “Je ziet dat er nog steeds be­drijven zijn die betalen per afgeleverd pakket. Wij noemen dat rallyrijden. Dat is echt vragen om ongelukken”, zegt Mark Maaskant. Ook route-optimalisatie kan averechts werken. “Als de software berekent dat je 28 stops in een dag kunt maken, en de chauffeur haalt er maar 26, moet je andere ­routes maken, in plaats van je chauffeur op te jagen.”

“Ook leasemaatschappij Alphabet ziet een groot verschil tussen de schadelast van bedrijfsauto’s en personenauto’s”, vertelt Susanne van Dongen, insurance and accident manager. “Dat valt vooral op bij logistieke klanten waarbij tijdsdruk een rol speelt. Wij voeren hier sinds anderhalf jaar beleid op. Samen met onze WA-verzekeraar gaan we het gesprek aan met relaties die een duidelijk hogere schadelast hebben dan ­gemiddeld. Onze adviezen zijn heel klant­specifiek. Vaak is er aandacht voor het opleidings­beleid van nieuwe chauffeurs. We richten ons bij het opstellen van zo’n preventieplan op de risico’s en de blinde vlekken in het beleid. Waarbij het er uiteindelijk vooral om gaat bewustwording bij de chauffeurs te ­creëren.”

Schades steeds duurder door rijhulpsystemen | Fleet&Mobility
Appen tegen schade

Schades steeds duurder door rijhulpsystemen

Maarten Bokslag Maarten Bokslag
• Laatste update:
Beeld: Shutterstock

De schadelast die wordt veroorzaakt door bestelauto’s neemt al jaren toe. Volgens cijfers van schade-expertisebureau CED liepen bedrijfsauto’s in 2012 nog keurig in de pas met personenauto’s met 19 schades per 100 voertuigen. In 2017 was dat voor personenauto’s nog altijd gelijk, maar bij bestelauto’s ging het toen al om 28 schades per 100 voer­tuigen. In 2018 en 2019 heeft die ­stijging zich voortgezet, bevestigt Henk de Zwaan, propositiemanager bedrijfsvoertuigen van verzekeraar Univé. “Zowel het gemiddelde schadebedrag als de schadefrequentie is tot 2020 ieder jaar ­gestegen”, vertelt hij. “In 2020 en begin 2021 is de schadefrequentie weer gedaald, door thuiswerken was het gewoon ­rustiger op de weg. Het gemiddeld schadebedrag bleef echter ­toenemen. Vooral doordat de onderdelen ­technisch complex zijn en duurder worden. Er moeten ­sensoren vervangen worden en boordcomputers opnieuw ingeregeld.” Met name bij koeriersdiensten loopt het aantal schades uit de hand. “Net als de meeste andere verzekeraars hebben we besloten geen ­koeriersdiensten meer te verzekeren”, zegt De Zwaan. “Die verwijzen we naar ‘De Vereende’, die ­speciaal is opgezet voor lastig te verzekeren ­sectoren. Bestelauto’s in andere sectoren ­verzekeren we nog wel. Hierbij valt op dat zzp’ers minder schade rijden dan chauffeurs die in de auto van de baas rijden. Mensen zijn toch voorzichtiger als het hun eigen auto is.”

Veel schades ontstaan door onervarenheid, afleiding of slordig rijgedrag. Daarom begon verzekeraar Nationale Nederlanden in mei samen met verkeersveiligheidsspecialist VVCR-Prodrive het programma Hello Mobility. Dat is gericht op het terugdringen van de schadelast bij fleet­owners. Mark Maaskant van VVCR-Prodrive legt uit hoe het werkt: “Wij gebruiken de data die door de voertuigen zelf of door het telematicasysteem worden gegenereerd, om chauffeurs inzicht te geven in hun rijgedrag.”

Sommige koeriers-diensten zetten iedereen zomaar op de bus.

“Gegevens zoals snelheid en parameters omtrent versnellen en vertragen koppelen we aan kaartgegevens en gegevens over het voertuig. Zo maken we rij­gedrag inzichtelijk en kunnen we bijsturen. De chauffeurs hebben ook een Hello Mobility app op hun telefoon. Tijdens het rijden staat die uit, maar als ze bij het ­distributiecentrum of hoofdkantoor zijn aangekomen, geeft de app een terugkoppeling over hun rijstijl. Dat kan zijn: ‘gefeliciteerd, je hoort bij de 5 procent beste chauffeurs van ons team’”, vertelt Maaskant. “Maar het kan ook zijn dat ze te vaak te snel ­rijden of te hard remmen.”

Goed inwerken

Hello Mobility zorgt per bedrijf ook voor een coach, die het aannamebeleid van de chauffeurs en het inwerkbeleid onder de loep neemt. “De focus komt dan echt op schadepreventie te liggen, want dat is een groot probleem”, meent Maaskant. “Bedrijven betalen premies van twee- tot vijfduizend euro per jaar. Sommige koeriers- en bezorgdiensten zetten iedereen met een ­rijbewijs gewoon in zo’n bus. Wij zorgen dat er meer aandacht komt voor het wegrijden, het inparkeren, het voorkomen van hoogteschades. Dat gaat onder meer met korte ­trainingen via de app. Die zijn gericht op een bepaalde mindset. De veiligheid moet op ­nummer 1 staan. Verkeersveiligheid is maakbaar. Ik vergelijk het wel met spieren krijgen of afvallen. Het kan, maar je moet er wel volledig voor gaan.” Dat deed de RDW, die sinds 2013 alle medewerkers – met of zonder auto van de zaak – toegang geeft tot een online trainingsprogramma e-Driver. “In de loop der jaren krijgen bestuurders een bepaalde routine. Misschien neem je af en toe voorrang, reageer je even op een appje. Of je rijdt wat te dicht op de voorganger. Met e-Driver worden mensen daar in korte trainingsfilmpjes op gewezen”, vertelt RDW-wagenparkbeheerder Rik Geerling. De mensen met een auto van de zaak, bij de RDW zijn dat vooral de technisch medewerkers en de apk-steekproefcontroleurs, kregen bovendien praktijktrainingen op de weg. Daarbij werd specifiek aandacht besteed aan het juiste gebruik van ADAS-systemen. Het resultaat mag er zijn: in vijf jaar tijd werd een brandstofbesparing van 8 procent en een schadelastreductie van 20 procent behaald. Bij de RDW is aandacht voor veilig rijden tot een continuproces geworden. “Je moet er aandacht aan blijven besteden, anders verwatert het.” Sinds vorig jaar worden de trainingen bij de RDW overigens door VVCR-Prodrive verzorgd.

De man achter e-Driver is Collin Bell, tevens directeur van Rijvaardigheidscentrum Lelystad. “Met e-Driver sturen we elke zes weken een korte video van op z’n hoogst 5 minuten. Het moet kort blijven, anders haken mensen af. We laten verkeerssituaties zien of laten een gedragswetenschapper of coureur aan het woord. We stellen er een paar vragen bij. Die video’s zijn maatwerk, terwijl een algoritme aangeeft wat je goed doet en wat minder. De inhoud wordt daarop afgestemd. Soms is er een extra praktijktraining nodig.”

Rallyrijden

In de praktijktrainingen laat Bell mensen ­bijvoorbeeld ontdekken wat er gebeurt als ze 5 kilometer te hard rijden in de bebouwde kom of als ze handsfree bellen op de snelweg. “Dat is gewoon legaal en veel mensen doen het. Maar wat zie je dan allemaal niet? We laten mensen dat op een ludieke manier ervaren. We hebben in Lelystad ook een afgesloten Whatsapp-laantje. Daar laten we mensen rijden en ondertussen een appje versturen. Dat is hilarisch hoor, wat er dan gebeurt. Mensen missen verkeersborden, rijden de berm in. Daarna zitten mensen toch anders in de auto.”

Slordigheid en overschatting van het eigen rijgedrag zijn belangrijke oorzaken van schade, maar de werkgever moet ook goed bij zichzelf te rade gaan. “Je ziet dat er nog steeds be­drijven zijn die betalen per afgeleverd pakket. Wij noemen dat rallyrijden. Dat is echt vragen om ongelukken”, zegt Mark Maaskant. Ook route-optimalisatie kan averechts werken. “Als de software berekent dat je 28 stops in een dag kunt maken, en de chauffeur haalt er maar 26, moet je andere ­routes maken, in plaats van je chauffeur op te jagen.”

“Ook leasemaatschappij Alphabet ziet een groot verschil tussen de schadelast van bedrijfsauto’s en personenauto’s”, vertelt Susanne van Dongen, insurance and accident manager. “Dat valt vooral op bij logistieke klanten waarbij tijdsdruk een rol speelt. Wij voeren hier sinds anderhalf jaar beleid op. Samen met onze WA-verzekeraar gaan we het gesprek aan met relaties die een duidelijk hogere schadelast hebben dan ­gemiddeld. Onze adviezen zijn heel klant­specifiek. Vaak is er aandacht voor het opleidings­beleid van nieuwe chauffeurs. We richten ons bij het opstellen van zo’n preventieplan op de risico’s en de blinde vlekken in het beleid. Waarbij het er uiteindelijk vooral om gaat bewustwording bij de chauffeurs te ­creëren.”