De extra dimensie van kunstmatige intelligentie

Connectivity | Maak van data verzamelen geen doel op zich

Redactie Redactie
• Laatste update:
René de Jong van Tomtom Telematics. (Foto: Tomtom)

Het Internet of Things (IoT) is een verzamelnaam voor slimme apparaten die via internet met elkaar verbonden zijn. Ook voertuigen, infrastructuur, berijders en fleetmanagers lenen zich uitstekend voor IoT-toepassingenbosch 34Smart mobility heeft de potentie om het wegverkeer in het algemeen en het werk van wagenparkbeheerders in het bijzonder drastisch te veranderen. Deze ontwikkeling is al ingezet. Traditioneel draait wagenparkbeheer om zaken als operationele inzet, kostenbeheersing en het uitvoeren van de autoregeling. Tegenwoordig is dit takenpakket in veel organisaties uitgebreid met aanvullende taken rondom mvo-doelstellingen (CO2-reductie en veilig reizen), fiscaliteit (bijtellingscalculaties) en het optimaal aan elkaar knopen van verschillende vervoersmodaliteiten (mobiliteitsbudgetten en MaaS). Zeker in grote bedrijven veranderen wagenparkbeheerders steeds vaker in mobiliteitsmanagers met een strategische en tactische rol. 

Nieuwe services

Connected voertuigen genereren grote hoeveelheden data. Op basis van deze data kunnen mobiliteitsmanagers nauwkeurigere beslissingen nemen. Ook ontstaan kansen voor de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten. Daarbij valt te denken aan digitale services zoals voertuigdelen of de integratie van online betaal-diensten. In de toekomst betalen zakelijk rijders draadloos direct vanuit hun auto voor producten en diensten zoals tanken, laden, parkeren of wassen. Andere interessante toepassingen zijn bijvoorbeeld zeer nauwkeurige reistijdprognoses op bepaalde trajecten op bepaalde tijdstippen op basis van historische informatie. In het geval van elektrische voertuigen ontstaan nieuwe markten rondom laadservices en apps die de verwachte laadtijd of actieradius voorspellen en rekening houden met factoren als buitentemperatuur, rijstijl en eerder afgelegde routes. Kunstmatige intelligentie voegt hier potentieel een extra dimensie aan toe – in de vorm van diensten waarvan we nu nog niet kunnen bedenken dat we ze nodig hebben.

Operationele inzet

Dat er op het gebied van mobiliteit en connectiviteit veel gebeurt, is een feit. Hoe ga je daar als wagenparkbeheerder mee om? Hoe snel gaan de ontwikkelingen? Wanneer moet je in actie komen? Wat betekent connectiviteit voor je dagelijkse werk? Dat laatste hangt sterk af van de sector waarin je opereert, vindt René de Jong van Tomtom Telematics. “Binnen wagenparken waar auto’s operationeel worden ingezet, zoals koeriersbedrijven, transportbedrijven of service & maintenance, genereert connectiviteit nu al heel veel bruikbare inzichten. Wie rijdt er in de auto, hoe wordt er met de auto gereden, kan ik een voertuig efficiënter inzetten, hoe kan ik voertuigdata gebruiken om medewerkers efficiënter te laten werken?”

Alles over connectivity op FFME

Op het evenement Future Fleet&Mobility Experience, dat op 14 november plaatsvindt in de Midden Nederland Hallen te Barneveld, wordt het thema Connectivity behandeld door de volgende sprekers:
Victor van Dinten, HERE Technologies
Erik Kamps, Crossyn Automotive
Remco Evers, Centraal Beheer
Randall van Poelvoorde, Robotxperience

Schrijf je hier in voor het mobiliteitsevenement van het jaar.

Telematica draagt in deze situatie ook bij aan grotere klanttevredenheid. Tegenwoordig wil iedereen weten wanneer een pakketje wordt bezorgd of hoe laat de servicemonteur aan de deur komt. Telematica is een onmisbaar instrument om de klanttevredenheid te vergroten. “Op basis van Live Data kan de software zeer nauwkeurig voorspellen hoe laat je bij het volgende adres bent.”Binnen personenautowagenparken dienen telematicatoepassingen op dit moment meestal een fiscaal doel. De Jong: “Met telematica kan je eenvoudig aantonen dat een auto op een bepaalde plek is geweest. Vroeger moest je een ritregistratie op papier bijhouden. Met telematica kan dat volledig digitaal en geautomatiseerd.” Het kost weinig moeite om andere toepassingen te bedenken. Hoe wordt een zakelijke auto gebruikt? Hoe vaak wordt een zakelijke auto gebruikt? Houden medewerkers zich aan afspraken over privékilometers? In de praktijk kiezen veel werkgevers ervoor om dit soort gegevens niet te gebruiken. Ook als deze data wel beschikbaar is. “Er is een grote groep wagenparkbeheerders die weet wat er met telematica en connectiviteit mogelijk is, maar die er nog geen behoefte aan heeft om er gebruik van te maken. Bijvoorbeeld omdat medewerkers het ervaren als een inbreuk op hun privacy.” Privacy ligt sowieso gevoelig in relatie tot dataverzameling. Voordat je data mag verzamelen, moet je als bedrijf en wagenparkbeheerder eerst aan de AVG toetsen of dat mag (zie kader). 

Wagenparkdata verzamelen? Eerst AVG toetsen

Iedereen die data verzamelt, heeft te maken met privacywetgeving. Dat geldt dus ook voor wagenparkbeheerders. “Telematicagegevens zijn altijd persoonsgerelateerd. Er is een koppeling tussen een locatie, een kenteken en een persoon. Het valt dus onder de AVG”, zegt René de Jong van TomTom Telematics. “Als eigenaar van de data is de wagenparkbeheerder eindverantwoordelijk voor wat er met die data gebeurt.” Het is gebruikelijk dat afnemers en leveranciers van telematica- en softwaresystemen een Data Process Agreement met elkaar sluiten. Dataverzameling is alleen toegestaan als het doel legitiem is. “Binnen wagenparken draait dataverzameling meestal om onderwerpen als fiscaliteit, kostenreductie of vergroting van de efficiency of de verkeersveiligheid. Dat valt normaalgesproken allemaal onder legitieme doelen.” Een andere afweging is de vraag of de hoeveelheid verzamelde data proportioneel is. “Het is gebruikelijk dat bedrijven hierover intern afspraken maken binnen de ondernemingsraad. Als alles aan de wet- en regelgeving is getoetst, en de or is akkoord, dan heb je het als bedrijf goed geregeld.”

Bij het einde beginnen

Data kan een belangrijke rol vervullen binnen de transitie van wagenparken naar nieuwe brandstoffen en nieuwe aandrijfvormen. Stel dat je als wagenparkbeheerder overweegt om een deel van de vloot te elektrificeren. Dan kun je op basis van data objectief vaststellen of elektrisch rijden haalbaar is, of voor welk deel van het wagenpark of voor welke functies. Volgens René de Jong is het onwenselijk en onhandig om als wagenparkbeheerder zoveel mogelijk data te willen vergaren. “Data verzamelen is geen doel op zich. Je kunt beter beginnen bij het eindpunt: welk doel wil je bereiken? Bijvoorbeeld de dienstverlening verhogen, de veiligheid verhogen, de kosten verlagen of het wagenpark elektrificeren. Vervolgens formuleer je welke informatie je daarvoor nodig hebt. Op basis daarvan maak je de keuze voor een hardware- of software-oplossing om data mee te verzamelen.” Teveel data verzamelen of onnodig data verzamelen vergroot niet alleen het risico op (onbewuste) privacyschending. “Los daarvan is het lastig om grote hoeveelheden data te filteren. Wat je nodig hebt, is een platform zoals Webfleet, dat data gericht bewerkt tot rapportages waarmee je als wagenparkbeheerder dashboards, berichten en koppelingen kunt maken. bosch 22Zo verander je data in informatie die je kan gebruiken om beslissingen te nemen.” Hoe ziet de werkdag van een wagenparkbeheerder eruit in 2030 of 2040? Het is een prikkelende vraag die zich onmogelijk laat beantwoorden. De Jong durft zich desondanks aan een voorzichtige voorspelling te wagen. “Tegen die tijd hebben wagenparkbeheerders te maken met alternatieve brandstoffen, meer autonome voertuigen en meer invloed van wetgeving. Een van de belangrijkste taken van een wagenparkbeheerder is de omgeving scherp in de gaten houden. Dat blijft een belangrijke rol, ongeacht hoe de mobiliteitsmix verder wordt ingevuld. De interactie met berijders zal de komende tien jaar weinig veranderen. Een zakelijk rijder heeft een privébelang en een zakelijk belang. Dat loopt altijd door elkaar heen in de keuzes die je als werkgever rondom je wagenpark maakt.” Hij verwacht dat de administratieve lasten de komende jaren sterk zullen afnemen door toenemende automatisering. Daar plaatst hij wel een kleine kanttekening bij. “Als de keuzemogelijkheden toenemen, bijvoorbeeld omdat er nieuwe vervoersmodaliteiten aan de mobiliteitsmix worden toegevoegd, neemt de administratieve lastendruk voor wagenparkbeheerders juist toe.” 

Potentieel disruptief

Hoe dan ook verandert het werk van de wagenparkbeheerder zonder enige twijfel. Connectiviteit is niet de enige invloedsfactor, maar wel een van de potentieel grootste. Met welke snelheid de veranderingen zich ontvouwen, is onduidelijk, maar het gaat altijd sneller dan de meeste mensen verwachten, constateert De Jong. “Als je kijkt naar de opkomst van alternatieve brandstoffen en autonome voertuigen, de vergaande integratie van connectiviteit en de veranderende wetgeving dan is dat bij elkaar een potentieel disruptieve ontwikkeling. We zitten op dit moment in een fase van exponentiële marktveranderingen. Wat vroeger in acht jaar gebeurde, gebeurt nu binnen een jaar.” Door de grote snelheid is het van belang dat je jezelf als wagenparkbeheerder bewust bent van jouw positie. “Er zijn organisaties waar mobiliteit na personeelskosten de tweede grootste kostenpost is. Er zijn ook organisaties waar mobiliteitskosten een veel kleinere rol spelen. Voor wagenparkbeheerders is het vooral zinvol om goed op de hoogte te blijven van alle marktontwikkelingen. Vervolgens kan je bepalen welke ontwikkelingen relevant zijn voor jouw organisatie, en op basis daarvan keuzes maken voor de toekomst.” 

Drempelvrees belemmert connectiviteit

Ondanks de potentiële voordelen van connectiviteit en telematica is een grote groep Nederlandse bedrijven afwachtend als het gaat om de implementatie van dit soort nieuwe technologie. Uit onderzoek van Tomtom Telematics onder 400 managers van Nederlandse bedrijven blijkt dat 74 procent graag met de nieuwste technologieën wil werken. Tegelijkertijd geeft 44 procent van de ondervraagden aan dat zij doelbewust kiezen voor een langzame invoering van nieuwe telematica-oplossingen. Een belangrijke reden om investeringen vooruit te schuiven zijn de kosten (29 procent), weerstand onder medewerkers (16,5 procent) en de moeite die het kost om nieuwe en bestaande systemen te integreren (15 procent).

Connectivity | Maak van data verzamelen geen doel op zich | Fleet&Mobility
De extra dimensie van kunstmatige intelligentie

Connectivity | Maak van data verzamelen geen doel op zich

Redactie Redactie
• Laatste update:
René de Jong van Tomtom Telematics. (Foto: Tomtom)

Het Internet of Things (IoT) is een verzamelnaam voor slimme apparaten die via internet met elkaar verbonden zijn. Ook voertuigen, infrastructuur, berijders en fleetmanagers lenen zich uitstekend voor IoT-toepassingenbosch 34Smart mobility heeft de potentie om het wegverkeer in het algemeen en het werk van wagenparkbeheerders in het bijzonder drastisch te veranderen. Deze ontwikkeling is al ingezet. Traditioneel draait wagenparkbeheer om zaken als operationele inzet, kostenbeheersing en het uitvoeren van de autoregeling. Tegenwoordig is dit takenpakket in veel organisaties uitgebreid met aanvullende taken rondom mvo-doelstellingen (CO2-reductie en veilig reizen), fiscaliteit (bijtellingscalculaties) en het optimaal aan elkaar knopen van verschillende vervoersmodaliteiten (mobiliteitsbudgetten en MaaS). Zeker in grote bedrijven veranderen wagenparkbeheerders steeds vaker in mobiliteitsmanagers met een strategische en tactische rol. 

Nieuwe services

Connected voertuigen genereren grote hoeveelheden data. Op basis van deze data kunnen mobiliteitsmanagers nauwkeurigere beslissingen nemen. Ook ontstaan kansen voor de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten. Daarbij valt te denken aan digitale services zoals voertuigdelen of de integratie van online betaal-diensten. In de toekomst betalen zakelijk rijders draadloos direct vanuit hun auto voor producten en diensten zoals tanken, laden, parkeren of wassen. Andere interessante toepassingen zijn bijvoorbeeld zeer nauwkeurige reistijdprognoses op bepaalde trajecten op bepaalde tijdstippen op basis van historische informatie. In het geval van elektrische voertuigen ontstaan nieuwe markten rondom laadservices en apps die de verwachte laadtijd of actieradius voorspellen en rekening houden met factoren als buitentemperatuur, rijstijl en eerder afgelegde routes. Kunstmatige intelligentie voegt hier potentieel een extra dimensie aan toe – in de vorm van diensten waarvan we nu nog niet kunnen bedenken dat we ze nodig hebben.

Operationele inzet

Dat er op het gebied van mobiliteit en connectiviteit veel gebeurt, is een feit. Hoe ga je daar als wagenparkbeheerder mee om? Hoe snel gaan de ontwikkelingen? Wanneer moet je in actie komen? Wat betekent connectiviteit voor je dagelijkse werk? Dat laatste hangt sterk af van de sector waarin je opereert, vindt René de Jong van Tomtom Telematics. “Binnen wagenparken waar auto’s operationeel worden ingezet, zoals koeriersbedrijven, transportbedrijven of service & maintenance, genereert connectiviteit nu al heel veel bruikbare inzichten. Wie rijdt er in de auto, hoe wordt er met de auto gereden, kan ik een voertuig efficiënter inzetten, hoe kan ik voertuigdata gebruiken om medewerkers efficiënter te laten werken?”

Alles over connectivity op FFME

Op het evenement Future Fleet&Mobility Experience, dat op 14 november plaatsvindt in de Midden Nederland Hallen te Barneveld, wordt het thema Connectivity behandeld door de volgende sprekers:
Victor van Dinten, HERE Technologies
Erik Kamps, Crossyn Automotive
Remco Evers, Centraal Beheer
Randall van Poelvoorde, Robotxperience

Schrijf je hier in voor het mobiliteitsevenement van het jaar.

Telematica draagt in deze situatie ook bij aan grotere klanttevredenheid. Tegenwoordig wil iedereen weten wanneer een pakketje wordt bezorgd of hoe laat de servicemonteur aan de deur komt. Telematica is een onmisbaar instrument om de klanttevredenheid te vergroten. “Op basis van Live Data kan de software zeer nauwkeurig voorspellen hoe laat je bij het volgende adres bent.”Binnen personenautowagenparken dienen telematicatoepassingen op dit moment meestal een fiscaal doel. De Jong: “Met telematica kan je eenvoudig aantonen dat een auto op een bepaalde plek is geweest. Vroeger moest je een ritregistratie op papier bijhouden. Met telematica kan dat volledig digitaal en geautomatiseerd.” Het kost weinig moeite om andere toepassingen te bedenken. Hoe wordt een zakelijke auto gebruikt? Hoe vaak wordt een zakelijke auto gebruikt? Houden medewerkers zich aan afspraken over privékilometers? In de praktijk kiezen veel werkgevers ervoor om dit soort gegevens niet te gebruiken. Ook als deze data wel beschikbaar is. “Er is een grote groep wagenparkbeheerders die weet wat er met telematica en connectiviteit mogelijk is, maar die er nog geen behoefte aan heeft om er gebruik van te maken. Bijvoorbeeld omdat medewerkers het ervaren als een inbreuk op hun privacy.” Privacy ligt sowieso gevoelig in relatie tot dataverzameling. Voordat je data mag verzamelen, moet je als bedrijf en wagenparkbeheerder eerst aan de AVG toetsen of dat mag (zie kader). 

Wagenparkdata verzamelen? Eerst AVG toetsen

Iedereen die data verzamelt, heeft te maken met privacywetgeving. Dat geldt dus ook voor wagenparkbeheerders. “Telematicagegevens zijn altijd persoonsgerelateerd. Er is een koppeling tussen een locatie, een kenteken en een persoon. Het valt dus onder de AVG”, zegt René de Jong van TomTom Telematics. “Als eigenaar van de data is de wagenparkbeheerder eindverantwoordelijk voor wat er met die data gebeurt.” Het is gebruikelijk dat afnemers en leveranciers van telematica- en softwaresystemen een Data Process Agreement met elkaar sluiten. Dataverzameling is alleen toegestaan als het doel legitiem is. “Binnen wagenparken draait dataverzameling meestal om onderwerpen als fiscaliteit, kostenreductie of vergroting van de efficiency of de verkeersveiligheid. Dat valt normaalgesproken allemaal onder legitieme doelen.” Een andere afweging is de vraag of de hoeveelheid verzamelde data proportioneel is. “Het is gebruikelijk dat bedrijven hierover intern afspraken maken binnen de ondernemingsraad. Als alles aan de wet- en regelgeving is getoetst, en de or is akkoord, dan heb je het als bedrijf goed geregeld.”

Bij het einde beginnen

Data kan een belangrijke rol vervullen binnen de transitie van wagenparken naar nieuwe brandstoffen en nieuwe aandrijfvormen. Stel dat je als wagenparkbeheerder overweegt om een deel van de vloot te elektrificeren. Dan kun je op basis van data objectief vaststellen of elektrisch rijden haalbaar is, of voor welk deel van het wagenpark of voor welke functies. Volgens René de Jong is het onwenselijk en onhandig om als wagenparkbeheerder zoveel mogelijk data te willen vergaren. “Data verzamelen is geen doel op zich. Je kunt beter beginnen bij het eindpunt: welk doel wil je bereiken? Bijvoorbeeld de dienstverlening verhogen, de veiligheid verhogen, de kosten verlagen of het wagenpark elektrificeren. Vervolgens formuleer je welke informatie je daarvoor nodig hebt. Op basis daarvan maak je de keuze voor een hardware- of software-oplossing om data mee te verzamelen.” Teveel data verzamelen of onnodig data verzamelen vergroot niet alleen het risico op (onbewuste) privacyschending. “Los daarvan is het lastig om grote hoeveelheden data te filteren. Wat je nodig hebt, is een platform zoals Webfleet, dat data gericht bewerkt tot rapportages waarmee je als wagenparkbeheerder dashboards, berichten en koppelingen kunt maken. bosch 22Zo verander je data in informatie die je kan gebruiken om beslissingen te nemen.” Hoe ziet de werkdag van een wagenparkbeheerder eruit in 2030 of 2040? Het is een prikkelende vraag die zich onmogelijk laat beantwoorden. De Jong durft zich desondanks aan een voorzichtige voorspelling te wagen. “Tegen die tijd hebben wagenparkbeheerders te maken met alternatieve brandstoffen, meer autonome voertuigen en meer invloed van wetgeving. Een van de belangrijkste taken van een wagenparkbeheerder is de omgeving scherp in de gaten houden. Dat blijft een belangrijke rol, ongeacht hoe de mobiliteitsmix verder wordt ingevuld. De interactie met berijders zal de komende tien jaar weinig veranderen. Een zakelijk rijder heeft een privébelang en een zakelijk belang. Dat loopt altijd door elkaar heen in de keuzes die je als werkgever rondom je wagenpark maakt.” Hij verwacht dat de administratieve lasten de komende jaren sterk zullen afnemen door toenemende automatisering. Daar plaatst hij wel een kleine kanttekening bij. “Als de keuzemogelijkheden toenemen, bijvoorbeeld omdat er nieuwe vervoersmodaliteiten aan de mobiliteitsmix worden toegevoegd, neemt de administratieve lastendruk voor wagenparkbeheerders juist toe.” 

Potentieel disruptief

Hoe dan ook verandert het werk van de wagenparkbeheerder zonder enige twijfel. Connectiviteit is niet de enige invloedsfactor, maar wel een van de potentieel grootste. Met welke snelheid de veranderingen zich ontvouwen, is onduidelijk, maar het gaat altijd sneller dan de meeste mensen verwachten, constateert De Jong. “Als je kijkt naar de opkomst van alternatieve brandstoffen en autonome voertuigen, de vergaande integratie van connectiviteit en de veranderende wetgeving dan is dat bij elkaar een potentieel disruptieve ontwikkeling. We zitten op dit moment in een fase van exponentiële marktveranderingen. Wat vroeger in acht jaar gebeurde, gebeurt nu binnen een jaar.” Door de grote snelheid is het van belang dat je jezelf als wagenparkbeheerder bewust bent van jouw positie. “Er zijn organisaties waar mobiliteit na personeelskosten de tweede grootste kostenpost is. Er zijn ook organisaties waar mobiliteitskosten een veel kleinere rol spelen. Voor wagenparkbeheerders is het vooral zinvol om goed op de hoogte te blijven van alle marktontwikkelingen. Vervolgens kan je bepalen welke ontwikkelingen relevant zijn voor jouw organisatie, en op basis daarvan keuzes maken voor de toekomst.” 

Drempelvrees belemmert connectiviteit

Ondanks de potentiële voordelen van connectiviteit en telematica is een grote groep Nederlandse bedrijven afwachtend als het gaat om de implementatie van dit soort nieuwe technologie. Uit onderzoek van Tomtom Telematics onder 400 managers van Nederlandse bedrijven blijkt dat 74 procent graag met de nieuwste technologieën wil werken. Tegelijkertijd geeft 44 procent van de ondervraagden aan dat zij doelbewust kiezen voor een langzame invoering van nieuwe telematica-oplossingen. Een belangrijke reden om investeringen vooruit te schuiven zijn de kosten (29 procent), weerstand onder medewerkers (16,5 procent) en de moeite die het kost om nieuwe en bestaande systemen te integreren (15 procent).