KiM: combinatie fiets-ov kan 3,4% van de autoritten vervangen
Maximaal 3,4 procent van de autoritten kan met effectieve beleidsmaatregelen verschuiven naar de combinatie van fiets en openbaar vervoer (ov). Dat blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Hoewel het gaat om een relatief laag percentage, is het de vraag of het fiets-ov-systeem die toename zou kunnen accommoderen.
Het KiM onderzocht welk gedeelte van de autoritten mogelijk ook per fiets en openbaar vervoer kan worden afgelegd. De onderzoekers stelden hiervoor specifieke criteria op. De autorit moet bijvoorbeeld minstens 10 kilometer lang zijn, er moet een openbaar vervoeralternatief beschikbaar zijn met een natransportafstand van maximaal 5 kilometer, en de reistijd mag niet meer dan 50 procent langer zijn.
OV-gebruik verdubbelt
Uit de berekeningen van het KiM blijkt dat dagelijks ongeveer 540 duizend autoritten kunnen worden verschoven naar de combinatie van fiets en openbaar vervoer, wat ruim 3 procent van het totale aantal autoritten vertegenwoordigt. Dit resulteert in 650 duizend extra fiets-openbaar vervoerreizen, waarvan 580 duizend met de trein worden gemaakt. Hierdoor zou het aantal mensen dat gebruikmaakt van de fiets-openbaar vervoercombinatie bijna verdubbelen, volgens het KiM. Het is echter zeer de vraag of het fiets-openbaar vervoersysteem deze toename van 90 procent aankan.
Langere ritten vervangen
Een groot deel (60 tot 70%) van de autoritten die met effectieve beleidsmaatregelen kunnen worden verschoven naar fiets-openbaar vervoer vertrekt tijdens de ochtend- of avondspits. Juist tijdens de spits is het openbaar vervoer al druk. De gemiddelde afstand van autoritten die kunnen worden verschoven ligt tussen de 33 en 41 kilometer. Dit is aanzienlijk langer vergeleken met het gemiddelde van 17 kilometer van alle autoritten. Kortere ritten komen dus minder snel in aanmerking voor vervanging door de combinatie van fiets en openbaar vervoer.
Een belangrijke reden waarom veel autoritten niet worden vervangen, is de reistijd. Vaak is de reistijd met de auto korter dan met de combinatie van fiets en openbaar vervoer. Beleidsmaatregelen die de reissnelheid van fiets-openbaar vervoer verbeteren, kunnen daarom een stimulans zijn om de auto te vervangen door fiets-openbaar vervoer, stelt het KiM. Dit geldt ook voor maatregelen die het reiscomfort van fiets-openbaar vervoer verhogen, omdat een hoger comfort een langere reistijd acceptabeler maakt.
