Interview | Hans den Otter: ‘Met gemak de koudwatervrees te lijf’
In het mobiliteitsbeleid van Unica, één van de grootste technische dienstverleners in ons land, staat één ding bovenaan: het bedrijf onderschrijft de uitgangspunten van het Klimaatakkoord en streeft er dus naar vanaf 2030 klimaatneutraal te zijn. “Dat klinkt nu misschien nog ver weg, maar 2030 is al over tien jaar. Zeker als je bedenkt dat veel contracten voor bestelwagens voor 6 jaar worden afgesloten, schiet de tijd echt op”, zegt Hans den Otter, sinds 9 jaar fleetmanager bij Unica. “We zijn nu dus druk bezig om daarop voor te sorteren, onder andere met pilots in de stadslogistiek. Met die experimenten doen we ervaring op en onderzoeken we wat het beste en meest effectief werkt”, aldus Den Otter. “Er staat de komende jaren immers veel te veranderen in mobiliteit in de binnensteden. Vanaf 2025 kunnen steden zero-emissie zones invoeren. Daar moeten wij als bedrijf klaar voor zijn. Onze servicemonteurs moeten immers altijd overal kunnen komen.”
Om ervaring op te doen en vooral ook kennis te delen met andere partijen, heeft Unica zich als partner aangesloten bij het onderzoeksproject ‘Gas op elektrisch’, een onderzoek van de Hogeschool Amsterdam en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Doel van deze studie, waarin private en publieke partijen zijn vertegenwoordigd, is te onderzoeken hoe elektrisch vervoer voor servicebedrijven in de binnensteden het beste te realiseren is. Behalve onderzoek naar logistieke EV-concepten en optimale laadstrategieën, gaat het bijvoorbeeld ook om de vraag hoe het adoptieproces van EV’s door medewerkers van de bedrijven kan worden bevorderd.
Leermoment
“We zijn druk bezig om de mogelijkheden en haalbaarheid te bekijken van elektrische bestelauto’s. De bedoeling is dat we dit jaar met elektrische en plug-in hybride bestelwagens van Ford en Toyota gaan rijden in Rotterdam en Nijmegen.
Niet alleen de technische- en laadmogelijkheden, spelen een rol in de besluitvorming, ook het rijgedrag en het acceptatievermogen van onze monteurs speelt een cruciale rol. We krijgen hele uiteenlopende reacties van onze monteurs op de pilot. Sommigen zijn heel nieuwsgierig naar de nieuwe techniek en staan te popelen om het uit te proberen. Tegelijkertijd signaleren we drempelvrees, vooral ten opzichte van de actieradius en het laden.”
Elektrisch rijden moet makkelijk zijn en geen gedoe opleveren.
Zelf noemt Den Otter alles rondom het laden belangrijke ‘leermomenten’ waarbij over de meest uiteenlopende aspecten moet worden nagedacht. Heeft iedere monteur bijvoorbeeld de mogelijkheid voor een eigen laadpaal voor de deur? En, zo niet: wat is dan de dichtstbijzijnde mogelijkheid en hoe zit het dan met de inbraakgevoeligheid van bestelwagens vol gereedschap?
“We moeten de garantie hebben dat monteurs iedere ochtend met een goed opgeladen bestelbus op pad kunnen en de actieradius toereikend is voor de ritten die voor die dag staan gepland. Ook doen we nader onderzoek in hoeverre het individuele rijgedrag van invloed is op de actieradius en wat het gewicht van de bestelbus voor gevolgen heeft voor de actieradius. Volgend jaar hopen we daar al meer duidelijkheid over te hebben. Nu zitten we nog volop in de experimenteerfase.”
Naast de actieradius en laadmogelijkheden speelt ook het aanbod van elektrische bestelwagens een belangrijke rol, volgens Den Otter. “Voor het aanbod zijn we natuurlijk afhankelijk van de autofabrikanten. Voorlopig is het aanbod in elektrische bestelbusjes nog behoorlijk beperkt. Maar ook in personenauto’s hebben autofabrikanten hun leveringsprogramma van elektrische auto’s nog lang niet altijd compleet. Het helpt natuurlijk niet bij de acceptatie van elektrisch rijden dat een speler als Volkswagen nog maar twee modellen heeft en langer de tijd nodig heeft voor de uitlevering.” Lees ook: Elektrificatie bestelautovloot wordt geremd door aanbod.
Volgens Den Otter hebben zeker niet alleen monteurs last van laadangst of koudwatervrees voor de beperkte actieradius van elektrische auto’s, maar speelt dat ook mee in de keuze van leaserijders voor een EV. In de vloot van 1.700 voertuigen rijden nu 50 EV’s. “Nu is de portemonnee vaak een belangrijke drijfveer om voor elektrisch te kiezen. Het helpt natuurlijk niet mee in het bevorderen van elektrische rijden dat het volgend jaar fiscaal weer minder aantrekkelijk wordt gemaakt. Daarbij heeft een leaseauto natuurlijk ook veel invloed op je privéleven. We proberen het voor onze leaserijders dan ook makkelijker te maken om voor een EV te kiezen; bijvoorbeeld door ze de mogelijkheid te bieden in de vakantieperiode een andere auto mee te nemen. Elektrisch rijden moet vooral makkelijker en aantrekkelijker zijn en geen gedoe opleveren met opladen.”
Ambassadeur
Den Otter beschouwt zichzelf als een ambassadeur voor elektrische rijden. “Ik moet 100 kilometer enkele reis afleggen om van mijn woonplaats Steenwijk naar het kantoor in Hoevelaken te komen. Mijn EV, een Nissan Leaf, haalt die 200 kilometer precies”, vertelt hij. Na de personeelskosten vormt mobiliteit de grootste kostenpost voor een bedrijf als Unica. “Het is dus cruciaal dat het mobiliteitsbeleid efficiënt en optimaal is geregeld en geautomatiseerd. We hebben 25 vestigingen verspreid over het land die allemaal zelfstandig functioneren en ook medeverantwoordelijk zijn voor de mobiliteitskosten.”
Door de coronacrisis heeft Unica al een tijdje geen nieuwe auto’s meer besteld en probeert Den Otten het mobiliteitsbeleid flexibeler in te vullen, bijvoorbeeld door de inzet van huurauto’s. Unica werkt samen met verschillende leasemaatschappijen: Athlon, Arval, Alphabet en VW Pon Financial Services; voor de Ford bedrijfswagens is een overeenkomst met Wensink Lease.
Voordat Den Otter als fleetmanager bij Unica werkte, was hij zelf werkzaam bij leasemaatschappij Business Lease. “Het is interessant om nu aan de andere kant van de tafel te zitten. Het is leuk om een order te vergeven te hebben, terwijl je er aan de leasekant altijd om moest vechten.”
Behalve dat de coronacrisis dit jaar voor aanzienlijk lagere mobiliteitskosten zorgt – circa 60 procent minder – heeft de pandemie bij Unica ook een aantal zaken versneld in het denken over mobiliteit. “Door de crisis zijn we serieus aan het nadenken over het mobiliteitsbudget. Binnen de organisatie is daar nu meer draagvlak voor ontstaan, niet alleen vanuit duurzaamheid, maar ook vanuit goed werkgeverschap. Het heeft onze prioriteit voor de komende jaren.”
Unica in cijfers
Unica is één van de grootste technische dienstverleners in ons land: van brand- en toegangsbeveiliging tot ICT, energie- en installatietechniek. Het bedrijf werkt voor uiteenlopende opdrachtgevers, waaronder scholen en universiteiten, maar ook voor gezondheidsinstellingen en voor beheerders van overheidsgebouwen of sportaccommodaties. Het bedrijf heeft zijn hoofdkantoor in Hoevelaken, heeft 25 vestigingen door het land en telt 2.700 medewerkers. Unica boekte over vorig jaar een omzet van zo’n 497 miljoen euro.
Het wagenpark telt 1.700 voertuigen: 900 daarvan zijn voor de monteurs. De overige 800 zijn leasepersonenauto’s voor de kantoormedewerkers. Daarvan zijn er 50 elektrisch. Unica doet zaken met 5 leasemaatschappijen: Athlon, Arval, Alphabet, VW Pon Financial Services en Wensink Lease (voor de Ford bestelwagens). Bij het hoofdkantoor in Hoevelaken is een parkeerterrein van 140 parkeerplekken met 8 laadpalen.
