Onrust in onderdelenland
Niet eerder vonden er in zo'n kort tijdsbestek zo veel fusies, overnames, faillissementen en nieuwe initiatieven plaats in aftermarket voor autoonderdelen. Grossiers, distributeurs en internationale inkoopcombinaties moeten hun positie opnieuw bepalen.TEKST: PAUL VAN DEN BOGAARD
In de afgelopen decennia veranderde er weinig in de aftermarket voor auto-onderdelen in Nederland en de rest van Europa. Kleine partijen werden net als de markt zelf steeds groter en voor iedereen was ruimte genoeg om naast elkaar te bestaan. De grootste veranderingen vonden plaats onder de onderdelenfabrikanten met veel fusies en overnames. Aan die periode van relatieve rust is een einde gekomen. En er lijkt niet langer voor iedereen plaats in de keten. Vooral de onafhankelijke grossier lijkt zijn langste tijd gehad te hebben. De overname van Sator door LKQ verandert het speelveld. In Nederland, maar ook deels in Europa. Van oudsher ziet de keten er als volgt uit: De onderdelenfabrikant zet via internationale inkoopcombinaties zijn producten af aan onderdelenimporteurs/distributeurs. In vrijwel de hele wereld heb ben deze distributeurs hun eigen verkooppunten met garagisten, fleetowners met een eigen werkplaats en zelfsleutelende consumenten als klant. Alleen in Nederland leveren distributeurs op grote schaal aan zelfstandige grossiers. Met uitzondering van Brezan dat zowel eigen filialen als franchisenemers heeft. De vraag was tot nu toe altijd of de zelfstandige grossier of juist de distributeur het veld gaat ruimen. En of de distributeurs inmiddels niet zo groot zijn dat ze geen inkoopclubs meer nodig hebben. Door de schaalgrootte moeten deze clubs betere inkoopcondities kunnen krijgen dan de individuele distributeurs. Op dit moment zijn er grofweg vijf van deze inkoopclubs, zogeheten buying groups, waarvan ATR (Autoteile Ring) met een gezamenlijke omzet van 9 miljard euro de grootste is. In ons land zijn Sator en WM Automaterialen aangesloten bij ATR. AD International is met circa 6 miljard euro omzet de nummer twee, gevolgd door Group Auto International (GAI) en Temot met ieder een geschatte omzet van 5 miljard euro. Brezan sloot zich dit jaar aan bij Temot, dat de afgelopen jaren veel leden verloor door fusies en overnames. Doyen Auto was al langer aandeelhouder.
Sinds vorig jaar is er een vijfde club: Nexus Automotive International (zie kader: Grote plannen Nexus), die flink aan de weg timmert en waarvan de omzet van de aangesloten bedrijven inmiddels al boven de drie miljard euro omzet zit. Naar verluidt had Brezan de eerste Nederlandse aandeelhouder van Nexus moeten worden, maar het bedrijf koos uiteindelijk voor Temot. Sindsdien is er nog geen andere Nederlandse partij opgestaan om zich aan te sluiten bij Nexus.
Grote plannen Nexus
Sinds januari dit jaar heeft de internationale aftermarket er een nieuwe inkoopcombinatie bij: Nexus Automotive International. De nieuwkomer richt zich op de middelgrote onderdelendistributeurs en de grote grossiersclubs. Naast de Europese markt heeft Nexus zijn vizier vooral gericht op opkomende markten in Afrika, Zuidoost-Azië, het Midden Oosten en Oost-Europa. “We willen partijen de mogelijkheid bieden om dezelfde schaalgrootte te halen zonder overnames of overgenomen te worden”, legt ceo Gaël Escribe uit. “Alle Nexus-ondernemers willen zelfstandig blijven, maar met een middelgroot bedrijf kun je nu niet blijven rondkijken.” In plaats van zaken te doen met zoveel mogelijk onderdelenfabrikanten concentreert Nexus zich op een beperkt aantal leveranciers. Op dit moment zijn dat onder meer Mahle, Valeo, Bosch, Denso, Delphi en NTN-SNR.
In september wordt er op de Automechanika een nieuw garageconcept gelanceerd waarbij gekozen wordt voor twee sporen. High Tech en Traditioneel. De keuze hangt vooral af van de markt. Escribe: “In een land als Afrika is minder behoefte aan een high tech benadering met telematica en on-board diagnostics bijvoorbeeld. Maar in Europa willen we ons daar juist mee onderscheiden. We zijn in gesprek met een aantal diagnosefabrikanten over een samenwerking en werken daarnaast aan een chip voor in de auto waarmee E-, B- en S-calls naar onze formule gestuurd kunnen worden. Verder willen we onze leden en hun klanten strategische ondersteuning bieden met internet. In plaats van internet te zien als de concurrent die de prijzen om zeep helpt, willen we onze leden assisteren bij het benutten van de mogelijkheden. Zelf hebben ze daar onvoldoende tijd voor. Op dit moment hebben we 25 leden, ik verwacht dat het er aan het einde van het jaar 40 zullen zijn. We hebben inmiddels contracten met 35 fabrikanten. Nu is het zaak dat we onze beloftes gaan waarmaken en ook de kwaliteitsslag maken.”
Kapers op de kust
Sator was tot 2011 ook aangesloten bij Temot, maar besloot er toen uit te stappen. ‘Te weinig toegevoegde waarde’ luidde de motivatie van ceo Adriaan Roggeveen destijds. De belangen van de verschillende deelnemers liepen te veel uiteen en het delen van informatie met concurrenten zag Sator niet zitten. Via de overname van Kühne kwam Sator bij ATR terecht. Maar daarnaast doet Sator inmiddels wel steeds meer rechtstreeks zaken met onderdelenfabrikanten. “Sinds onze overname door LKQ zijn we zelf, samen met Euro Car Parts, een speler met een omzet van bijna 1,5 miljard euro per jaar. Dat maakt dat we zelf ook een stevige onderhandelingspositie hebben”, aldus Roggeveen.
De etappekoers van Sator
Dit voorjaar verraste Sator vriend en vijand door plots vijf van de grootste grossiers in Nederland over te nemen. Hiermee werd een grote grossiersgroep als Cartal Rijsbergen, die voor een deel ook zaken deed met AD Benelux en daar aandeelhouder is, weggekaapt bij AD. “De opdracht van de Amerikanen luidde eigenlijk achttien grossiers tegelijk over te nemen, maar dat leek me onmogelijk”, aldus Roggeveen. “Je moet zoiets in stilte doen, maar met zoveel partijen tegelijk houd je de geruchtenstroom niet in toom. We besloten het in etappes te doen.” In juli volgde nog eens een grote grossier die deel uitmaakt van een concurrerend netwerk: de automaterialentak van Imbema.
Overnames
Met de overname van Sator, dat door H2 Equity verkocht werd aan LKQ, kreeg Nederland eindelijk de lang verwachte overname van een grote distributeur. Maar de consolidatie zet door. In Duitsland groeide Stahlgruber en nam de PV Gruppe over, concurrent Trost groeide door een fusie met KSM Service Technik uit tot een onderneming met een jaaromzet van bijna 900 miljoen euro. Ook Wessels Muller (dat een bescheiden overstap naar Nederland maakte; het kwam vooralsnog niet verder dan Gelderland) heeft groeiplannen. Verder wordt er al jaren gespeculeerd over de komst van de Zweedse Mekonomen Groep die een Nederlandse partij zou overnemen. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd en alle partijen verzekeren dat er momenteel niets gaande is. Toch laten verschillende betrokkenen doorschemeren dat bij het juiste bod er veel mogelijk is. En als dat gebeurt dan gaat er nog veel meer veranderen. Sator, het moederbedrijf van onderdelendistributeurs Van Heck, Havam, Nipparts en Hartsant en gereedschappenleverancier Harrems Tools, kreeg na de overname de financiële armslag om voorwaarts te integreren en grossiers over te nemen. Om te beginnen lijfde het concurrent Kühne in en via deze weg kwam het Nederlandse netwerk van Group Auto-grossiers ook bij Sator terecht. Vervolgens kocht het een paar grote grossiers, waardoor het landschap op zijn kop staat. Concurrent Brezan nam ook al grossiers over, terwijl AD Benelux, Doyen en Group Auto niet over eigen grossiers beschikken.
Lees meer over de strijd tussen Sator, AD Benelux en Brezan om de grossier en garagist te binden in Automotive Werkplaats.