De Tweede Kamer pleit voor extra vrijstellingen voor zero-emissiezones, maar staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) wil de bestaande ontheffingen niet uitbreiden, zo schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.

De Tweede Kamer heeft vorig jaar twee moties aangenomen waarin om vrijstelling voor ondernemers wordt gevraagd. Wybren van Haga vroeg in zijn motie om ontheffing voor zero-emissiezones bij zwaarwegende redenen. Kamerlid Silvio Erkens (VVD) verzocht de Kamer om kleine ondernemers tot ten minste 2028 ontheffing te geven voor de zones.

De staatssecretaris is niet van plan het huidige beleid aan te passen vanwege de moties. Ondernemers hebben in de huidige regeling namelijk al verschillende mogelijkheden om een ontheffing of uitstel te krijgen, volgens Heijnen. Daar komt bij dat gemeenten in sommige gevallen uitzondering kunnen maken.

Het bestaande beleid bevat bovendien al een regeling voor kleine ondernemers: “Kleinere bedrijven krijgen een hoger subsidie-percentage dan grotere bedrijven bij de Subsidie voor Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) en de Aanschafregeling Zero Emissie Trucks (AanZET)”, aldus Heijnen.

Gemeenten

De staatssecretaris heeft overlegd met een aantal gemeenten die een zero-emissiezone gaan invoeren. Die staan volgens haar achter de huidige regels: “Deze gemeenten geven aan dat zij het huidige ontheffingenbeleid ondersteunend zien aan ondernemers en kleine mkb’ers die nog niet over kunnen stappen op een emissieloos voertuig.”

“Het enige waar het huidige beleid de motie Erkens niet in tegemoet komt, is het ontheffen of uitzonderen van mkb’ers met voertuigen met emissieklasse 4 of lager”, zo schrijft Heijnen. De staatssecretaris is niet van plan dit te veranderen. “Deze voertuigen hebben echter nu ook al geen toegang tot milieuzones voor bestelauto’s. Dit terugdraaien zou een stap terug in de tijd zijn.”

Vanaf 2025 voeren zeker 29 steden in het centrum strenge milieuzones in, waar bedrijfswagens uitstootvrij moeten zijn. Zo willen die gemeenten de CO2-uitstoot in de steden verminderen. De gemeente Den Haag maakte vlak voor de jaarwisseling bekend dat de zone groter wordt dan aanvankelijk gepland.

De Tweede Kamer heeft vorig jaar twee moties aangenomen waarin om vrijstelling voor ondernemers wordt gevraagd. Wybren van Haga vroeg in zijn motie om ontheffing voor zero-emissiezones bij zwaarwegende redenen. Kamerlid Silvio Erkens (VVD) verzocht de Kamer om kleine ondernemers tot ten minste 2028 ontheffing te geven voor de zones.

De staatssecretaris is niet van plan het huidige beleid aan te passen vanwege de moties. Ondernemers hebben in de huidige regeling namelijk al verschillende mogelijkheden om een ontheffing of uitstel te krijgen, volgens Heijnen. Daar komt bij dat gemeenten in sommige gevallen uitzondering kunnen maken.

Het bestaande beleid bevat bovendien al een regeling voor kleine ondernemers: “Kleinere bedrijven krijgen een hoger subsidie-percentage dan grotere bedrijven bij de Subsidie voor Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) en de Aanschafregeling Zero Emissie Trucks (AanZET)”, aldus Heijnen.

Gemeenten

De staatssecretaris heeft overlegd met een aantal gemeenten die een zero-emissiezone gaan invoeren. Die staan volgens haar achter de huidige regels: “Deze gemeenten geven aan dat zij het huidige ontheffingenbeleid ondersteunend zien aan ondernemers en kleine mkb’ers die nog niet over kunnen stappen op een emissieloos voertuig.”

“Het enige waar het huidige beleid de motie Erkens niet in tegemoet komt, is het ontheffen of uitzonderen van mkb’ers met voertuigen met emissieklasse 4 of lager”, zo schrijft Heijnen. De staatssecretaris is niet van plan dit te veranderen. “Deze voertuigen hebben echter nu ook al geen toegang tot milieuzones voor bestelauto’s. Dit terugdraaien zou een stap terug in de tijd zijn.”

Vanaf 2025 voeren zeker 29 steden in het centrum strenge milieuzones in, waar bedrijfswagens uitstootvrij moeten zijn. Zo willen die gemeenten de CO2-uitstoot in de steden verminderen. De gemeente Den Haag maakte vlak voor de jaarwisseling bekend dat de zone groter wordt dan aanvankelijk gepland.