MVO volgens vleesverwerker Bolscher

Grijs beheer | Bolscher bezorgt hybride vlees elektrisch

René René
• Laatste update:
(Foto: René Grünfeld)

Vleesverwerkingsbedrijf Bolscher telt rond de 80 medewerkers en bestaat sinds 1978. Afnemers zijn vooral groothandelsbedrijven, slagerijen en restaurants. Het bedrijf gaat prat op zijn mvo-beleid, en niet onterecht: zo lanceerde het bedrijf recentelijk het product ‘Meat your Veggies’, burgers waarin kippen- of rundvlees gecombineerd wordt met groenten zoals champignons, broccoli en bloemkool. Hybride vlees wordt het wel genoemd. Eigenaar Roy Bolscher maakt verder zoveel mogelijk gebruik van streekproducten. Bolscher, die het bedrijf samen met zijn broer Chiel leidt, noemt dit een voorbeeld van de manier waarop zij hun onderneming en haar producten willen verduurzamen. “We kunnen op de oude voet doorgaan tot het schip strandt”, zegt hij, “maar ik wil ons bedrijf in goede staat doorgeven aan de volgende generatie.”

> Roy Bolscher, eigenaar bij Bolscher
> aantal voertuigen in beheer: 6

De firma stelde zich in 2015 tot doel om in 2020 de helft minder CO2 uit te stoten. “Ik denk dat we veel kunnen bereiken door slim om te gaan met bestaande technieken en nieuwe te proberen”, zegt Bolscher. Door over te stappen op ledverlichting en zonnepanelen te plaatsen, maakte Bolscher een eerste stap. Winst is er voorts geboekt door de warmte die vrijkomt bij het koelen van bereide producten – Bolscher gaart circa 15 ton vlees per week – met behulp van een wisselaar te gebruiken voor het opwarmen van de 15 duizend liter water waarmee de werkruimte dagelijks schoongespoten wordt. Hij denkt dat een kwart van het totale energieverbruik – en daarmee ook de CO2-uitstoot – voor rekening komt van het wagenpark.

Creatief te werk

Ook hier is er creatief bespaard, vertelt Bolscher. “Ons wagenpark omvatte negen Mercedes-Benz Sprinters met gekoelde laadruimte en een aantal personenauto’s voor zakelijk gebruik. Nu hebben we drie elektrische Hyundais Ioniq voor de buitendienst op het erf en een drietal Nissan e-NV200 bestelwagens voor spoedbestellingen. Het totaal ging dus van 9 naar 6 voertuigen. Ik vroeg onze mensen of ze in een elektrische Golf wilden rijden of in een Ioniq. Ze kozen allemaal voor de laatste.”

Voor Bolscher is de betrouwbaarheid waarmee de Hyundai de resterende actieradius aangeeft, van groot belang. “Mensen zijn gewend aan auto’s met een verbrandingsmotor. Tegen de tijd dat de tank leeg raakt, zoeken ze een pomp. Als je elektrisch rijdt, moet je plannen om met de kilometers uit te komen.”

Bolscher beschrijft hoe sommige medewerkers mopperden over de tijd die opladen kost. “Dat snap ik wel, maar als je ’s nachts oplaadt en op de zaak opnieuw, kun je ook met de beperkte actieradius van de huidige generatie elektrische auto’s uit de voeten. Ook heb ik voorgerekend hoeveel tijd ze kwijt zijn als ze elke week onderweg moeten tanken.”
Om het opladen mogelijk te maken, heeft hij een aantal laadpalen op het terrein gezet. En een snellaadstation, net buiten de bedrijfspoort. Dit heeft hij in overleg met de gemeente Enschede gedaan. “Omdat we een voedselverwerkend bedrijf zijn, moet de boel ’s nachts op slot. Nu huur ik een stukje gemeentegrond en staat het laadstation voor het hek. Zo kunnen mensen met een EV buiten onze openingstijden hun auto tegen standaard tarief opladen. Het helpt mij om mijn verdienmodel rond te krijgen.” 

Een goed verhaal

Bij het vervangen van brandstofauto’s voor elektrische, waren er wel wat hordes te nemen. Zo heeft het bedrijf een bij Emoss tot EV omgebouwde Sprinter op proef waar, ook op rijgebied, wel wat op aan te merken is. “In dat opzicht bevallen de Nissans een stuk beter.” Een geschikte koelinstallatie was er ook niet. Die is uiteindelijk door Climarunners in Heeze gebouwd. “Normale koelers werken op de voertuigmotor, maar dat kan niet als je elektrisch rijdt. Nu gebruiken we een energiezuinige schroefcompressor die op 24 Volt draait en via een accu gevoed wordt vanuit zonnepanelen op het autodak.”

Een ander probleem is dat de meeste voertuigfabrikanten geen toegang geven tot het accupakket. Bolscher begrijpt dat wel, want werken met 400 Volt en hoge ampères is riskant. Toch heeft geconditioneerd vervoer accu’s nodig voor de koeling. Extra exemplaren inbouwen is een optie, maar die zijn zwaar en nemen ruimte in. Bij StreetScooter in Aken vond hij de oplossing. “Ze hadden er geen ervaring mee maar zijn wel geïnteresseerd”, zegt hij. “Ook zijn ze bereid om toegang te geven tot het accupakket dat de aandrijving verzorgt. Daardoor ontstaan er meer mogelijkheden voor een koelopbouw.” 

Hamvraag is natuurlijk of Bolscher de energietransitie van zijn wagenpark ook in economisch opzicht rond krijgt. “Wij reden gemiddeld 80 duizend kilometer per jaar met onze Sprinters. Elke twee tot drie jaar werden ze vervangen. Ze verbruikten per stuk voor zo’n 130 duizend euro aan brandstof. Tel ik alle kosten op, dan kom ik op 32 cent per kilometer.” Als grootverbruiker heeft Bolscher een elektriciteitstarief van slechts 10 cent per kWh. Op basis daarvan zou hij 3.000 euro aan stroom kwijt zijn voor het opladen van elektrische bestelauto’s. “Een nieuwe Sprinter met koelopbouw kost ruwweg 45.500 euro. Als ik die vervang door een elektrische bestelauto met uitgebreid accupakket – ik denk aan 44 kWh of 190 kilometer actieradius, wat net genoeg is, dan kom ik op een aankoopprijs op 90.000 euro. Omgerekend ben ik dan 31 cent per kilometer kwijt. Maar koop ik een opgebouwde Streetscooter voor 70.000 euro, dan daalt de kilometerprijs tot 26 cent per kilometer.”

5 tips

1. Zoek om energie te besparen naar laaghangend fruit; plaats een laadpaal buiten het hek zodat ook anderen er gebruik van kunnen maken. Dan levert de paal geld op;
2. Gebruik de EV’s slim: laadt ’s nachts en op kantoor op. Laat zien wat de besparing is ten opzichte van tanken;
3. Laat je berijders meedelen in de besparing: dat levert tevreden mensen op;
4. De betrouwbaarheid van de actieradiusmeter is van essentieel belang voor het voorkomen van range anxiety;
5. Durf te experimenteren: als je uitgaat van de standaard auto’s is het aanbod beperkt.

Grijs beheer | Bolscher bezorgt hybride vlees elektrisch | Fleet&Mobility
MVO volgens vleesverwerker Bolscher

Grijs beheer | Bolscher bezorgt hybride vlees elektrisch

René René
• Laatste update:
(Foto: René Grünfeld)

Vleesverwerkingsbedrijf Bolscher telt rond de 80 medewerkers en bestaat sinds 1978. Afnemers zijn vooral groothandelsbedrijven, slagerijen en restaurants. Het bedrijf gaat prat op zijn mvo-beleid, en niet onterecht: zo lanceerde het bedrijf recentelijk het product ‘Meat your Veggies’, burgers waarin kippen- of rundvlees gecombineerd wordt met groenten zoals champignons, broccoli en bloemkool. Hybride vlees wordt het wel genoemd. Eigenaar Roy Bolscher maakt verder zoveel mogelijk gebruik van streekproducten. Bolscher, die het bedrijf samen met zijn broer Chiel leidt, noemt dit een voorbeeld van de manier waarop zij hun onderneming en haar producten willen verduurzamen. “We kunnen op de oude voet doorgaan tot het schip strandt”, zegt hij, “maar ik wil ons bedrijf in goede staat doorgeven aan de volgende generatie.”

> Roy Bolscher, eigenaar bij Bolscher
> aantal voertuigen in beheer: 6

De firma stelde zich in 2015 tot doel om in 2020 de helft minder CO2 uit te stoten. “Ik denk dat we veel kunnen bereiken door slim om te gaan met bestaande technieken en nieuwe te proberen”, zegt Bolscher. Door over te stappen op ledverlichting en zonnepanelen te plaatsen, maakte Bolscher een eerste stap. Winst is er voorts geboekt door de warmte die vrijkomt bij het koelen van bereide producten – Bolscher gaart circa 15 ton vlees per week – met behulp van een wisselaar te gebruiken voor het opwarmen van de 15 duizend liter water waarmee de werkruimte dagelijks schoongespoten wordt. Hij denkt dat een kwart van het totale energieverbruik – en daarmee ook de CO2-uitstoot – voor rekening komt van het wagenpark.

Creatief te werk

Ook hier is er creatief bespaard, vertelt Bolscher. “Ons wagenpark omvatte negen Mercedes-Benz Sprinters met gekoelde laadruimte en een aantal personenauto’s voor zakelijk gebruik. Nu hebben we drie elektrische Hyundais Ioniq voor de buitendienst op het erf en een drietal Nissan e-NV200 bestelwagens voor spoedbestellingen. Het totaal ging dus van 9 naar 6 voertuigen. Ik vroeg onze mensen of ze in een elektrische Golf wilden rijden of in een Ioniq. Ze kozen allemaal voor de laatste.”

Voor Bolscher is de betrouwbaarheid waarmee de Hyundai de resterende actieradius aangeeft, van groot belang. “Mensen zijn gewend aan auto’s met een verbrandingsmotor. Tegen de tijd dat de tank leeg raakt, zoeken ze een pomp. Als je elektrisch rijdt, moet je plannen om met de kilometers uit te komen.”

Bolscher beschrijft hoe sommige medewerkers mopperden over de tijd die opladen kost. “Dat snap ik wel, maar als je ’s nachts oplaadt en op de zaak opnieuw, kun je ook met de beperkte actieradius van de huidige generatie elektrische auto’s uit de voeten. Ook heb ik voorgerekend hoeveel tijd ze kwijt zijn als ze elke week onderweg moeten tanken.”
Om het opladen mogelijk te maken, heeft hij een aantal laadpalen op het terrein gezet. En een snellaadstation, net buiten de bedrijfspoort. Dit heeft hij in overleg met de gemeente Enschede gedaan. “Omdat we een voedselverwerkend bedrijf zijn, moet de boel ’s nachts op slot. Nu huur ik een stukje gemeentegrond en staat het laadstation voor het hek. Zo kunnen mensen met een EV buiten onze openingstijden hun auto tegen standaard tarief opladen. Het helpt mij om mijn verdienmodel rond te krijgen.” 

Een goed verhaal

Bij het vervangen van brandstofauto’s voor elektrische, waren er wel wat hordes te nemen. Zo heeft het bedrijf een bij Emoss tot EV omgebouwde Sprinter op proef waar, ook op rijgebied, wel wat op aan te merken is. “In dat opzicht bevallen de Nissans een stuk beter.” Een geschikte koelinstallatie was er ook niet. Die is uiteindelijk door Climarunners in Heeze gebouwd. “Normale koelers werken op de voertuigmotor, maar dat kan niet als je elektrisch rijdt. Nu gebruiken we een energiezuinige schroefcompressor die op 24 Volt draait en via een accu gevoed wordt vanuit zonnepanelen op het autodak.”

Een ander probleem is dat de meeste voertuigfabrikanten geen toegang geven tot het accupakket. Bolscher begrijpt dat wel, want werken met 400 Volt en hoge ampères is riskant. Toch heeft geconditioneerd vervoer accu’s nodig voor de koeling. Extra exemplaren inbouwen is een optie, maar die zijn zwaar en nemen ruimte in. Bij StreetScooter in Aken vond hij de oplossing. “Ze hadden er geen ervaring mee maar zijn wel geïnteresseerd”, zegt hij. “Ook zijn ze bereid om toegang te geven tot het accupakket dat de aandrijving verzorgt. Daardoor ontstaan er meer mogelijkheden voor een koelopbouw.” 

Hamvraag is natuurlijk of Bolscher de energietransitie van zijn wagenpark ook in economisch opzicht rond krijgt. “Wij reden gemiddeld 80 duizend kilometer per jaar met onze Sprinters. Elke twee tot drie jaar werden ze vervangen. Ze verbruikten per stuk voor zo’n 130 duizend euro aan brandstof. Tel ik alle kosten op, dan kom ik op 32 cent per kilometer.” Als grootverbruiker heeft Bolscher een elektriciteitstarief van slechts 10 cent per kWh. Op basis daarvan zou hij 3.000 euro aan stroom kwijt zijn voor het opladen van elektrische bestelauto’s. “Een nieuwe Sprinter met koelopbouw kost ruwweg 45.500 euro. Als ik die vervang door een elektrische bestelauto met uitgebreid accupakket – ik denk aan 44 kWh of 190 kilometer actieradius, wat net genoeg is, dan kom ik op een aankoopprijs op 90.000 euro. Omgerekend ben ik dan 31 cent per kilometer kwijt. Maar koop ik een opgebouwde Streetscooter voor 70.000 euro, dan daalt de kilometerprijs tot 26 cent per kilometer.”

5 tips

1. Zoek om energie te besparen naar laaghangend fruit; plaats een laadpaal buiten het hek zodat ook anderen er gebruik van kunnen maken. Dan levert de paal geld op;
2. Gebruik de EV’s slim: laadt ’s nachts en op kantoor op. Laat zien wat de besparing is ten opzichte van tanken;
3. Laat je berijders meedelen in de besparing: dat levert tevreden mensen op;
4. De betrouwbaarheid van de actieradiusmeter is van essentieel belang voor het voorkomen van range anxiety;
5. Durf te experimenteren: als je uitgaat van de standaard auto’s is het aanbod beperkt.