Auto en fiscus

Laatste update:

Geen cassatie tegen lagere bijtellingboete

Staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes trekt het cassatieberoep in tegen een uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over de hoogte van een boete voor onjuiste kilometeradministratie. Het Gerechtshof matigde de hoogte van de boete tot 25%.

 

Het gaat in deze zaak om een correctie van de bijtelling voor privégebruik van een auto. De werkgever was op de hoogte van het feit dat de rittenregistratie voor een groot deel op stelposten was gebaseerd en dat de werkelijke kilometerstand vaak niet aansloot bij de stand in de administratie. Het Gerechtshof gaf de inspecteur gelijk dat de werkgever ‘grove schuld’ te verwijten valt.

In het boetebeleid van de belastingdienst geldt als uitgangspunt voor grove schuld een boete van 25%. Privégebruik auto van de zaak vormt een uitzondering hierop. De boete bij grove schuld bedraagt dan namelijk 40% tot 100%. Het Gerechtshof was van mening dat deze hogere boetes geen goed middel zijn om tot een afgewogen straftoemeting te komen. Het Hof vond een boete van 25% in dit geval passend.

Verhoging niet standaard ongedaan
De staatssecretaris trekt zijn cassatieberoep tegen de uitspraak in. Hij is echter niet van plan de verhogingen tot 40% en 100% voor alle gevallen ongedaan te maken, meldt hij in een schriftelijke reactie.

“Ik wijs erop dat bij onjuiste en onvolledige kilometeradministraties vaak sprake kan zijn van manipulatie, een bepaalde vorm van listigheid dan wel valsheid in geschrifte. Om die reden ben ik van mening dat de boetes voor dergelijke vergrijpen in beginsel hoger kunnen en mogen zijn dan boetes voor andere correcties. Het is een ernstige zaak als de inspecteur door de onjuistheid of onvolledigheid van een overgelegde kilometeradministratie wordt misleid, en daardoor ten onrechte accepteert dat geen sprake is van (belastbaar) privégebruik. Ik acht dit zeer verwijtbaar en daarom houd ik dan ook vast aan de paragrafen 28.6 en 28.7 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.”

De staatssecretaris vindt wel dat per geval beoordeeld moet worden of die zaak ook voldoende ernstig is om zo’n hogere boete op te leggen. Dat was in deze zaak niet gedaan, waardoor hij zich kan vinden in de uitspraak van het Gerechtshof. Ook in andere gevallen zal steeds per geval bezien moeten worden of de boete bij grove schuld 25% of hoger moet zijn.

Bron: AMD Automotive Fiscalisten

Deel dit item

Dit artikel is geschreven door

Redactie
Geen cassatie tegen lagere bijtellingboete | Fleet&Mobility

Geen cassatie tegen lagere bijtellingboete

Redactie Redactie
• Laatste update:

 

Het gaat in deze zaak om een correctie van de bijtelling voor privégebruik van een auto. De werkgever was op de hoogte van het feit dat de rittenregistratie voor een groot deel op stelposten was gebaseerd en dat de werkelijke kilometerstand vaak niet aansloot bij de stand in de administratie. Het Gerechtshof gaf de inspecteur gelijk dat de werkgever ‘grove schuld’ te verwijten valt.

In het boetebeleid van de belastingdienst geldt als uitgangspunt voor grove schuld een boete van 25%. Privégebruik auto van de zaak vormt een uitzondering hierop. De boete bij grove schuld bedraagt dan namelijk 40% tot 100%. Het Gerechtshof was van mening dat deze hogere boetes geen goed middel zijn om tot een afgewogen straftoemeting te komen. Het Hof vond een boete van 25% in dit geval passend.

Verhoging niet standaard ongedaan
De staatssecretaris trekt zijn cassatieberoep tegen de uitspraak in. Hij is echter niet van plan de verhogingen tot 40% en 100% voor alle gevallen ongedaan te maken, meldt hij in een schriftelijke reactie.

“Ik wijs erop dat bij onjuiste en onvolledige kilometeradministraties vaak sprake kan zijn van manipulatie, een bepaalde vorm van listigheid dan wel valsheid in geschrifte. Om die reden ben ik van mening dat de boetes voor dergelijke vergrijpen in beginsel hoger kunnen en mogen zijn dan boetes voor andere correcties. Het is een ernstige zaak als de inspecteur door de onjuistheid of onvolledigheid van een overgelegde kilometeradministratie wordt misleid, en daardoor ten onrechte accepteert dat geen sprake is van (belastbaar) privégebruik. Ik acht dit zeer verwijtbaar en daarom houd ik dan ook vast aan de paragrafen 28.6 en 28.7 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.”

De staatssecretaris vindt wel dat per geval beoordeeld moet worden of die zaak ook voldoende ernstig is om zo’n hogere boete op te leggen. Dat was in deze zaak niet gedaan, waardoor hij zich kan vinden in de uitspraak van het Gerechtshof. Ook in andere gevallen zal steeds per geval bezien moeten worden of de boete bij grove schuld 25% of hoger moet zijn.

Bron: AMD Automotive Fiscalisten