De prijsverschillen tussen tankstations langs de rijkswegen en het onderliggende wegennet zijn de afgelopen jaren steeds groter geworden. Dat blijkt uit een analyse door Novum van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In januari 2006 kostte een liter benzine in januari gemiddeld 4,4 cent meer bij een tankstation aan de snelweg dan bij een lokale pomp. Eind november vorig jaar, het meest recente CBS-meetmoment, was dat opgelopen tot 7 cent. Bij lpg zijn de verschillen het sterkst gegroeid. Eind november kostte een liter lpg aan de snelweg 8,3 cent meer dan bij een tankstation langs het onderliggende wegennet. Het verschil is daarmee 2,9 cent toegenomen in iets minder dan acht jaar.

Bovag-woordvoerder Paul de Waal benadrukt dat de prijzen van rijkswegtankstations al drie keer door de ACM (voorheen NMa) zijn onderzocht. “Er werd gesuggereerd dat er geen concurrentie zou zijn langs de snelwegen en dat er prijsafspraken gemaakt zouden zijn. Dat is al meerdere keren onderzocht door de ACM en blijkt niet waar te zijn.”

Het verschil in prijs langs de snelwegen komt omdat er gerekend wordt met een andere kostprijs. “Er liggen hele andere kosten ten grondslag aan de opbouw van de pompprijzen van snelwegen. Tankstations hebben hogere lasten voor huisvesting en betalen meer belasting voor hun grond. Omdat ze vaak 24 uur per dag open zijn hebben ze ook hogere personeelskosten”, verklaart De Waal.

Beta, de belangenvereniging tankstations, zegt dat de voornaamste oorzaak van het groeiende verschil de hevige prijsstrijd is tussen tankstations langs kleinere wegen. Doordat zij elkaar beconcurreren, worden hun verkoopprijzen relatief gezien steeds lager.
 

In januari 2006 kostte een liter benzine in januari gemiddeld 4,4 cent meer bij een tankstation aan de snelweg dan bij een lokale pomp. Eind november vorig jaar, het meest recente CBS-meetmoment, was dat opgelopen tot 7 cent. Bij lpg zijn de verschillen het sterkst gegroeid. Eind november kostte een liter lpg aan de snelweg 8,3 cent meer dan bij een tankstation langs het onderliggende wegennet. Het verschil is daarmee 2,9 cent toegenomen in iets minder dan acht jaar.

Bovag-woordvoerder Paul de Waal benadrukt dat de prijzen van rijkswegtankstations al drie keer door de ACM (voorheen NMa) zijn onderzocht. “Er werd gesuggereerd dat er geen concurrentie zou zijn langs de snelwegen en dat er prijsafspraken gemaakt zouden zijn. Dat is al meerdere keren onderzocht door de ACM en blijkt niet waar te zijn.”

Het verschil in prijs langs de snelwegen komt omdat er gerekend wordt met een andere kostprijs. “Er liggen hele andere kosten ten grondslag aan de opbouw van de pompprijzen van snelwegen. Tankstations hebben hogere lasten voor huisvesting en betalen meer belasting voor hun grond. Omdat ze vaak 24 uur per dag open zijn hebben ze ook hogere personeelskosten”, verklaart De Waal.

Beta, de belangenvereniging tankstations, zegt dat de voornaamste oorzaak van het groeiende verschil de hevige prijsstrijd is tussen tankstations langs kleinere wegen. Doordat zij elkaar beconcurreren, worden hun verkoopprijzen relatief gezien steeds lager.