De gemeente Den Haag gaat een experiment uitvoeren waarbij de overtollige elektriciteit van het tramnet moet zorgen voor stroom voor laadpalen. Dit schrijft duurzaamheidswethouder Arjen Kapteijns (GroenLinks) aan de Haagse gemeenteraad.

Het bovenleidingnet dat de HTM gebruikt om de trams en elektrische bussen van elektriciteit te voorzien, heeft volgens de vervoerder grote delen van de dag stroom ‘over’. Zonde, zo stellen de gemeente en de HTM. Zij starten daarom ‘in de loop van 2024’ een experiment waarbij enkele laadpalen worden gevoed met ongebruikte elektriciteit uit het HTM-bovenleidingnet.

Als de proef succesvol is, wil de gemeente dit project opschalen. Kapteijns schrijft: ‘Hierbij kan worden gekeken naar de mogelijkheid om lokaal opgewekte zonne-energie via dezelfde distributiecapaciteit te verspreiden. Zo zou het laadpalen-areaal in Den Haag verder kunnen worden uitgebreid zonder het elektriciteitsnet van Stedin extra te belasten.’

Dit probleem ligt nu wel op de loer. Er zijn momenteel zo’n 2.400 openbare laadpalen in de hofstad (dit komt neer op ongeveer 4.800 laadpunten). Den Haag wil dit aantal uitbreiden met gemiddeld 400 laadpalen per jaar. In 2030 moeten er ruim 5.600 laadpalen in de stad staan. Daarna moet het aantal openbare laadpunten volgens de gemeente nog sneller stijgen. En dat is niet zonder risico. ‘Een groot gedeelte van het stroomnetwerk in Den Haag gaat te maken krijgen met overbelasting,’ zo waarschuwt Kapteijns in zijn brief aan de gemeenteraad. Nu al merkt de stad dat het soms langer duurt voordat er een nieuwe laadpaal kan worden neergezet. Eerst moet netbeheerder Stedin werkzaamheden uitvoeren om het net te verzwaren.

Drukste uren

Om overbelasting te voorkomen, heeft het stadsbestuur een paar proeven bedacht, zoals dus het gebruik van de elektriciteit uit het tramnet. Helemaal zeker is de proef nog niet. De wethouder stelt dat er nog ‘juridische obstakels’ zijn. ‘Momenteel wordt onderzocht in hoeverre deze samenwerking binnen de bestaande landelijke wetgeving is toegestaan,’ aldus Kapteijns.

Verder heeft de gemeente het idee om laadpalen tijdens de drukste uren, tussen 17.00 uur en 19.00 uur, minder stroom af te laten geven. Dit heeft volgens de gemeente ‘zeer geringe invloed’ op hoe vol de accu’s van de elektrische auto’s zijn.

Kapteijns: ‘En de verwachte voordelen voor het stroomnet zijn aanzienlijk, door de implementatie van netbewust laden zou netcapaciteit kunnen worden vrijgespeeld die ingezet kan worden voor nieuwe laadpalen en andere toepassingen,’ aldus de wethouder. Ook deze proef wil Den Haag in 2024 uitvoeren.

Bidirectioneel laden

Verder kijkt Den Haag geïnteresseerd naar een proef met ‘bidirectioneel laden’ in Utrecht, zo weet het AD. Bidirectioneel laden – het woord zegt het al – betekent dat je twee kanten op kunt laden. De Domstad kreeg eind september een wereldprimeur met deelauto’s die stroom kunnen leveren aan het elektriciteitsnet. Zo’n 300 auto’s gaan er fungeren als een soort ‘rijdende buurtbatterij’. Initiatiefnemer We Drive Solar, deelautobedrijf uit Utrecht, heeft ambitie om dat aantal de komende jaren op te schalen, ook buiten Utrecht.

Het bovenleidingnet dat de HTM gebruikt om de trams en elektrische bussen van elektriciteit te voorzien, heeft volgens de vervoerder grote delen van de dag stroom ‘over’. Zonde, zo stellen de gemeente en de HTM. Zij starten daarom ‘in de loop van 2024’ een experiment waarbij enkele laadpalen worden gevoed met ongebruikte elektriciteit uit het HTM-bovenleidingnet.

Als de proef succesvol is, wil de gemeente dit project opschalen. Kapteijns schrijft: ‘Hierbij kan worden gekeken naar de mogelijkheid om lokaal opgewekte zonne-energie via dezelfde distributiecapaciteit te verspreiden. Zo zou het laadpalen-areaal in Den Haag verder kunnen worden uitgebreid zonder het elektriciteitsnet van Stedin extra te belasten.’

Dit probleem ligt nu wel op de loer. Er zijn momenteel zo’n 2.400 openbare laadpalen in de hofstad (dit komt neer op ongeveer 4.800 laadpunten). Den Haag wil dit aantal uitbreiden met gemiddeld 400 laadpalen per jaar. In 2030 moeten er ruim 5.600 laadpalen in de stad staan. Daarna moet het aantal openbare laadpunten volgens de gemeente nog sneller stijgen. En dat is niet zonder risico. ‘Een groot gedeelte van het stroomnetwerk in Den Haag gaat te maken krijgen met overbelasting,’ zo waarschuwt Kapteijns in zijn brief aan de gemeenteraad. Nu al merkt de stad dat het soms langer duurt voordat er een nieuwe laadpaal kan worden neergezet. Eerst moet netbeheerder Stedin werkzaamheden uitvoeren om het net te verzwaren.

Drukste uren

Om overbelasting te voorkomen, heeft het stadsbestuur een paar proeven bedacht, zoals dus het gebruik van de elektriciteit uit het tramnet. Helemaal zeker is de proef nog niet. De wethouder stelt dat er nog ‘juridische obstakels’ zijn. ‘Momenteel wordt onderzocht in hoeverre deze samenwerking binnen de bestaande landelijke wetgeving is toegestaan,’ aldus Kapteijns.

Verder heeft de gemeente het idee om laadpalen tijdens de drukste uren, tussen 17.00 uur en 19.00 uur, minder stroom af te laten geven. Dit heeft volgens de gemeente ‘zeer geringe invloed’ op hoe vol de accu’s van de elektrische auto’s zijn.

Kapteijns: ‘En de verwachte voordelen voor het stroomnet zijn aanzienlijk, door de implementatie van netbewust laden zou netcapaciteit kunnen worden vrijgespeeld die ingezet kan worden voor nieuwe laadpalen en andere toepassingen,’ aldus de wethouder. Ook deze proef wil Den Haag in 2024 uitvoeren.

Bidirectioneel laden

Verder kijkt Den Haag geïnteresseerd naar een proef met ‘bidirectioneel laden’ in Utrecht, zo weet het AD. Bidirectioneel laden – het woord zegt het al – betekent dat je twee kanten op kunt laden. De Domstad kreeg eind september een wereldprimeur met deelauto’s die stroom kunnen leveren aan het elektriciteitsnet. Zo’n 300 auto’s gaan er fungeren als een soort ‘rijdende buurtbatterij’. Initiatiefnemer We Drive Solar, deelautobedrijf uit Utrecht, heeft ambitie om dat aantal de komende jaren op te schalen, ook buiten Utrecht.