Fountain Fuel zet in op energiehub-netwerk
Fountain Fuel bouwt een netwerk van energiehubs: zero-emissie energiestations waar waterstof tanken en laden worden gecombineerd. Batterijfreaks en waterstoffans kunnen er gebroederlijk hun energiebehoeften vervullen. Krijgt waterstof een beslissende boost binnen de energietransitie?
In juni opende Fountain Fuel zijn eerste energiehub voor het publiek in Amersfoort. In Rotterdam en Nijmegen worden begin volgend jaar de volgende locaties geopend en in het eerste kwartaal van 2024 worden vier nieuwe locaties bekendgemaakt. “Ik mag nog niet zeggen waar precies, maar ze komen in ieder geval allemaal langs belangrijke verkeersaders”, zegt Stephan Bredewold, directeur en mede-oprichter van Fountain Fuel. “En allemaal bieden ze de combinatie van waterstof tanken en (snel)laden, ook voor vrachtwagens en bestelbussen.”
Fountain Fuel heeft haast. In 2025 moeten er 11 energiehubs in Nederland staan, in 2030 moeten het er 50 zijn, verspreid over heel Europa. Want het bedrijf kijkt ook naar uitbreiding in Zweden, Duitsland, Frankrijk, Portugal en Spanje. De missie: waterstof eindelijk salonfähig maken binnen de energietransitie. Hoe? “Onze visie is dat het geen strijd moet zijn tussen ‘batterijfans en waterstofvrienden’. Waterstofvoertuigen en EV’s moeten naast elkaar bestaan, anders redden we die hele energietransitie niet. En het inrichten van deze twee systemen naast elkaar is veel goedkoper voor de energietransitie en het totale energiesysteem in Nederland. Dat is uit te rekenen.”
Fountain Fuel haalt zijn waterstof nu uit Duitsland. Bredewold: “We hebben een contract voor drie jaar voor groen gecertificeerde waterstof. Dat hebben we gedaan om een stabiele prijs te krijgen voor onze klanten en om er zeker van te zijn dat de waterstof groen is geproduceerd. Op termijn willen we het natuurlijk ook uit Nederland halen, wanneer er voldoende bronnen zijn, al zal import uit het buitenland soms nodig blijven. Maar we onderzoeken ook of het bij sommige van onze stations niet interessanter is om groene waterstof op locatie te gaan maken, met behulp van eigen elektrolyzers.
Waterstofrevolutie
Bredewold en mede-oprichter en -directeur Steef Severijn timmeren al zo’n acht jaar aan de weg onder het motto dat ‘als de waterstofrevolutie gestalte moet krijgen, de mobiliteitssector de plek is waar die het makkelijkst te introduceren is’. Daar dachten veel andere partijen, de politiek voorop, destijds anders over. “De algemene teneur was: waterstof, dat is toch meer iets voor de industrie en zo? Maar de veel snellere en ook veel goedkopere implementatie zit in de mobiliteit. Dat was tot ongeveer een half jaar tot een jaar geleden nog niet zo urgent. Maar nu begint ook de politiek te bewegen.” Dat geldt zeker voor de Europese politiek: Brussel heeft onder meer vastgelegd dat in 2030 langs alle Europese snelwegen om de 200 kilometer één waterstofvulpunt moet liggen.
Bredewold: “Kijk, één waterstofstation neerzetten, dat heeft weinig zin. Daarom zijn we naar Europa gestapt met de boodschap: één station is niets: we gaan een heel netwerk bouwen. Europa neemt het voortouw, dat ziet heil in een grootschalige aanpak. Ze steunen onze visie.” Fountain Fuel ontving EU-subsidies voor respectievelijk de voorbereiding van 11 Fountain Fuel-stations en de bouw van de eerste drie energiestations (waarmee 30 procent van deze investeringen werden gedekt). Voor de toekomstige energiestations worden nieuwe subsidies aangevraagd.
Partners en investeerders
Fountain Fuel werkt samen met partners, zoals bouwbedrijven, brancheorganisaties, overheden, kennisinstellingen en autobedrijven, onder wie RvB Groep, Provincie Utrecht, gemeente Amersfoort, Linde Engineering, Energiefonds Utrecht en, als eerste automerk, Toyota-importeur Louwman.
We hebben ook aanbiedingen gekregen van enkele grote fossiele partijen.
Voor de investeringen wordt geput uit een brede waaier aan geldschieters, van kleine investeerders die via sharefundingplatform Eyevestor.com met een minimumbedrag vanaf 325 euro zijn ingestapt, tot grote al dan niet groene investeringsfondsen. Bredewold noemt liever geen namen. Maar het moeten wel passende partijen zijn. “We hebben ook aanbiedingen gekregen van enkele grote ‘fossiele partijen’ om bij hen onder de luifel aan te schuiven, maar daar hebben we vriendelijk voor bedankt. Je koopt je hamburgers ook niet bij de Starbucks.”
No brainer
Bredewold gelooft heilig dat met de groei van Fountain Fuel ook het momentum voor de komst van meer FCEV’s komt. Nu zijn er alleen de Toyota Mirai en de waterstofvariant van de Hyundai Nexo. “Maar in de bedrijfswagens zie je snelle ontwikkelingen, bij Renault Hyvia en Stellantis bijvoorbeeld. Op personenautogebied komt BMW binnenkort ook met een serie waterstofmodellen. Naarmate het momentum groeit, nemen de mogelijkheden toe. Denk aan taxivloten, voor hen is waterstof een no-brainer. Wij doorbreken die hele discussie over: ‘zonder waterstofstation heeft het geen zin waterstofauto’s te bouwen’.
Grote automotive bedrijven kijken ook met veel aandacht naar wat wij aan het doen zijn. Ik zie een groot gat in wat zij nu al durven te melden over hun plannen in verhouding tot wat ze daadwerkelijk met waterstof aan het doen zijn. Het gaat aan de achterkant echt veel harder dan je denkt.”
Toyota: ‘Wij blijven inzetten op waterstof’
Onlangs meldde het AD dat de Toyota Mirai, de enige FCEV van de fabrikant, wegens gebrek aan succes van de markt verdwijnt. Toyota zou ook geen heil meer zien in de verdere ontwikkeling van FCEV’s. Wouter Spanjaart, PR-officer bij Toyota-importeur Louwman & Parqui, noemt het een broodje-aapverhaal. “De Mirai blijft gewoon leverbaar. Toyota blijft inzetten op waterstof. Dat bewijst ook de nieuwe Crown, die op de Japanse thuismarkt en later ook andere wereldmarkten ook als FCEV verkrijgbaar wordt, dat bewijst ook het prototype van Hilux FCEV pick-up dat we onlangs presenteerden. Bovendien wordt er gewerkt aan een kleiner, compacter waterstofmodel. Er is geen enkel voornemen om te stoppen met waterstof. Daarom zijn wij ook partner van Fountain Fuel, want met de groei van het aantal waterstofstations ontstaat er alleen maar meer animo voor waterstofaangedreven voertuigen.”
