Opladen aan een openbare laadpaal is sinds deze maand op veel plaatsen duurder geworden. EVnet, het vroegere Stichting E-laad, is namelijk geld gaan vragen voor zijn dienstverlening.

Stichting E-laad plaatste tot een paar jaar geleden drieduizend publieke laadpunten. Het plaatsen en beheren van dit basisnetwerk werd bekostigd door de netbeheerder die daardoor subsidie ontving. Minister Maxime Verhagen van Economische Zaken heeft echter bepaald dat de proefperiode erop zit en dat dit niet een taak voor de netbeheerders is, maar dat dit aan de markt moet worden overgelaten en heeft de subsidie stopgezet.

“Daarom brengen we sinds deze maand geld in rekening voor het opladen bij onze publieke punten. Dat doen we via de providers, het is vervolgens aan hen om te bepalen of en hoeveel ze van dat bedrag doorberekenen aan de eindgebruiker”, vertelt Eric van Kaathoven, woordvoerder van EVnet.

EV-rijders betalen voor een publiek laadpunt geld voor de afgenomen stroom, een bedrag voor de dienstverlening van de serviceprovider en nu dus ook voor het onderhoud aan het oplaadpunt. “Daarvoor brengen we 15 cent starttarief en 5 cent per afgenomen kilowattuur in rekening”, zegt Van Kaathoven. “Met dat geld kunnen we een deel van onze kosten dekken. We maken tot nog toe nog steeds iedere maand verlies.”

EVnet is ook in gesprek met onder meer overheden om zijn kosten te drukken. Zo zou de organisatie bijvoorbeeld van kleinverbruik- naar grootverbruiktarieven kunnen gaan, waardoor er per kilowattuur 11 cent in plaats van 24 cent wordt betaald.

De tarieven voor opladen aan huis of bij kantoor, of bij semi-publieke oplaadpunten wijzigen niet.  

Stichting E-laad plaatste tot een paar jaar geleden drieduizend publieke laadpunten. Het plaatsen en beheren van dit basisnetwerk werd bekostigd door de netbeheerder die daardoor subsidie ontving. Minister Maxime Verhagen van Economische Zaken heeft echter bepaald dat de proefperiode erop zit en dat dit niet een taak voor de netbeheerders is, maar dat dit aan de markt moet worden overgelaten en heeft de subsidie stopgezet.

“Daarom brengen we sinds deze maand geld in rekening voor het opladen bij onze publieke punten. Dat doen we via de providers, het is vervolgens aan hen om te bepalen of en hoeveel ze van dat bedrag doorberekenen aan de eindgebruiker”, vertelt Eric van Kaathoven, woordvoerder van EVnet.

EV-rijders betalen voor een publiek laadpunt geld voor de afgenomen stroom, een bedrag voor de dienstverlening van de serviceprovider en nu dus ook voor het onderhoud aan het oplaadpunt. “Daarvoor brengen we 15 cent starttarief en 5 cent per afgenomen kilowattuur in rekening”, zegt Van Kaathoven. “Met dat geld kunnen we een deel van onze kosten dekken. We maken tot nog toe nog steeds iedere maand verlies.”

EVnet is ook in gesprek met onder meer overheden om zijn kosten te drukken. Zo zou de organisatie bijvoorbeeld van kleinverbruik- naar grootverbruiktarieven kunnen gaan, waardoor er per kilowattuur 11 cent in plaats van 24 cent wordt betaald.

De tarieven voor opladen aan huis of bij kantoor, of bij semi-publieke oplaadpunten wijzigen niet.