Infrastructuur

Laatste update:

I&M: extra investeringen infrastructuur nodig

Zelfs bij lage economische groei schieten de huidige voorgenomen uitbreidingen van de Nederlandse infrastructuur in 2030 tekort om in de groeiende mobiliteitsbehoefte te voorzien.

Dat staat in de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA), een rapport dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) elke vier jaar opstelt, bij wijze van overdracht aan een volgend kabinet. Op 1 mei stuurden minister Schultz van Haegen en staatssecretaris Dijksma dat rapport naar de Tweede Kamer.

De NMCA gaat uit van twee scenario’s tot 2040, het Hoge en het Lage groeiscenario (respectievelijk gemiddeld 2 en 1 procent economische groei per jaar) uit de studie Welvaart en Leefomgeving van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De NMCA voorspelt een toename van het aantal verplaatsingen en het aantal kilometers. Met name de auto en de trein zullen tot 2040 fors meer worden gebruikt: in het Lage scenario zullen auto en trein goed zijn voor respectievelijk 17 en 27 procent meer kilometers dan nu, in het Hoge scenario respectievelijk 44 en 45 procent meer.

Zeshoek

De groei van de mobiliteit is volgens het rapport niet gelijk verdeeld over Nederland: in stedelijke gebieden neemt die sterker toe dan daarbuiten. Het huidige Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) uit 2016 is echter onvoldoende om ruimte te bieden aan de toenemende mobiliteit tot 2030. Volgens het ministerie ontstaan vooral “opgaven” in de zeshoek Amsterdam – Zwolle – Arnhem – Eindhoven – Breda – Den Haag. Behalve de vijf grote steden krijgen ook de snelwegen A1, A2, A15 en A58 te stellen met grote filedruk. In het Lage scenario zou het gaan om ongeveer 25 procent meer files dan in 2014, wat vergelijkbaar is met het huidige niveau. In het Hoge scenario staan er in 2030 70 procent meer files ten opzichte van 2014.

Ook het openbaar vervoer loopt richting 2030 tegen grenzen aan bij het voorgenomen investeringsniveau. Op het spoor is het sappelen tussen de steden in de Randstad en op de verbindingen naar de periferie, en in de steden ziet het ministerie opgaven in het vervoer per bus, tram en metro. Ook ontstaan problemen met de capaciteit van bus- en treinstations en fietsenstallingen in een aantal grotere steden, zoals Breda, Tilburg, Den Bosch, Arnhem-Nijmegen en Zwolle.

Alliantie

Terwijl naar verwachting de vraag naar mobiliteit zal groeien richting 2030 en 2040, zijn er na 2030 geen infrastructuurprojecten voorgenomen. Files en knelpunten zullen zich daarom opstapelen – tenzij er fors wordt geïnvesteerd. Die boodschap sluit aan bij die van de Mobiliteitsalliantie, het verbond van brancheorganisaties en bedrijven in vervoer, transport en logistiek. De alliantie stuurde onlangs nog een brief aan informateur Edith Schippers om te pleiten voor forse extra investeringen in infrastructuur, om stilstand te voorkomen en vervoer groener, slimmer en veiliger te maken.

 

De NMCA en de begeleidende Kamerbrief is hier te lezen.

I&M: extra investeringen infrastructuur nodig | Fleet&Mobility

I&M: extra investeringen infrastructuur nodig

Sjoerd van der Linden Sjoerd van der Linden
• Laatste update:

Dat staat in de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA), een rapport dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) elke vier jaar opstelt, bij wijze van overdracht aan een volgend kabinet. Op 1 mei stuurden minister Schultz van Haegen en staatssecretaris Dijksma dat rapport naar de Tweede Kamer.

De NMCA gaat uit van twee scenario’s tot 2040, het Hoge en het Lage groeiscenario (respectievelijk gemiddeld 2 en 1 procent economische groei per jaar) uit de studie Welvaart en Leefomgeving van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De NMCA voorspelt een toename van het aantal verplaatsingen en het aantal kilometers. Met name de auto en de trein zullen tot 2040 fors meer worden gebruikt: in het Lage scenario zullen auto en trein goed zijn voor respectievelijk 17 en 27 procent meer kilometers dan nu, in het Hoge scenario respectievelijk 44 en 45 procent meer.

Zeshoek

De groei van de mobiliteit is volgens het rapport niet gelijk verdeeld over Nederland: in stedelijke gebieden neemt die sterker toe dan daarbuiten. Het huidige Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) uit 2016 is echter onvoldoende om ruimte te bieden aan de toenemende mobiliteit tot 2030. Volgens het ministerie ontstaan vooral “opgaven” in de zeshoek Amsterdam – Zwolle – Arnhem – Eindhoven – Breda – Den Haag. Behalve de vijf grote steden krijgen ook de snelwegen A1, A2, A15 en A58 te stellen met grote filedruk. In het Lage scenario zou het gaan om ongeveer 25 procent meer files dan in 2014, wat vergelijkbaar is met het huidige niveau. In het Hoge scenario staan er in 2030 70 procent meer files ten opzichte van 2014.

Ook het openbaar vervoer loopt richting 2030 tegen grenzen aan bij het voorgenomen investeringsniveau. Op het spoor is het sappelen tussen de steden in de Randstad en op de verbindingen naar de periferie, en in de steden ziet het ministerie opgaven in het vervoer per bus, tram en metro. Ook ontstaan problemen met de capaciteit van bus- en treinstations en fietsenstallingen in een aantal grotere steden, zoals Breda, Tilburg, Den Bosch, Arnhem-Nijmegen en Zwolle.

Alliantie

Terwijl naar verwachting de vraag naar mobiliteit zal groeien richting 2030 en 2040, zijn er na 2030 geen infrastructuurprojecten voorgenomen. Files en knelpunten zullen zich daarom opstapelen – tenzij er fors wordt geïnvesteerd. Die boodschap sluit aan bij die van de Mobiliteitsalliantie, het verbond van brancheorganisaties en bedrijven in vervoer, transport en logistiek. De alliantie stuurde onlangs nog een brief aan informateur Edith Schippers om te pleiten voor forse extra investeringen in infrastructuur, om stilstand te voorkomen en vervoer groener, slimmer en veiliger te maken.

 

De NMCA en de begeleidende Kamerbrief is hier te lezen.