KPMG verwacht dat autofabrikanten steeds verder verschuiven naar mobiliteitsaanbieders. (Foto: Shutterstock)Mede door de regierol van China bouwt de batterij-EV een flinke voorsprong op ten faveure van de waterstofvariant, stellen de onderzoekers van KPMG’s Automotive Executive Survey. Waar in vorige edities nog het einde van de verbrandingsmotor werd verkondigd en de waterstofauto als nummer één technologie werd gezien, zijn de executives nu meer verdeeld.

De wereldwijde autobranche ziet China als dé voorloper op het gebied van elektrische mobiliteit en verwacht dat dit land op de korte termijn de grootste producent van volledig elektrische voertuigen zal zijn. Dat blijkt uit de Global Automotive Executive Survey 2019 van KPMG onder duizend executives uit de autobranche. “China kan als centraal geleide economie natuurlijk ook razendsnel schakelen”, verklaart Loek Kramer, partner bij KPMG in Nederland. “Als de regering besluit dat iedereen elektrisch moet rijden om de milieuvervuiling te beperken, dan gebeurt dat gewoon.”Lees ook de column van Arjen de Jong op Automotive: Electrifying China.

Uit de Survey blijkt dat bijna de helft van de executives in de autobranche verwacht dat China de komende tijd zijn voorsprong verder vergroot. “Ook omdat het land één van de drie grootste producenten van batterijcomponenten is”, zegt Kramer. En de beschikbaarheid van ruwe grondstoffen is volgens driekwart van de executives én volgens een groot deel van de tweeduizend consumenten die ook voor het onderzoek zijn geraadpleegd, mede bepalend voor de aandrijflijntechnologie die in het betreffende land wordt gekozen.

Aanzienlijke investeringen

“Landen die over veel ruwe grondstoffen beschikken zoals olie en gas, zich zullen concentreren op verbrandingsmotoren en brandstofcellen”, zegt Kramer. “Dat geldt bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten. Landen die over veel grondstoffen beschikken voor de ontwikkeling van elektrische batterijen, zoals China, zullen zich focussen op elektrische aandrijving. Chinese managers verwachten dat in 2040 zo’n 35 procent van de voertuigen in het land volledig elektrisch zal zijn.”

De kansen van West-Europa om wereldwijd een rol te kunnen blijven spelen liggen met name op het gebied van Internet of Things en automatisering, blijkt uit de survey. “Er worden de komende jaren aanzienlijke investeringen gedaan op het gebied van de connectiviteit van voertuigen”, aldus Kramer. Ofwel: de Europese grondstof wordt kennis.

De kansen van West-Europa om een rol te blijven spelen liggen met name in Internet of Things.

Naast de beschikbaarheid van grondstoffen speelt ook de politieke inmenging een rol. “Nederland is daar natuurlijk een mooi voorbeeld van: zonder subsidies was Tesla hier nooit zo succesvol geweest”, aldus Kramer. Volgens 77 procent van de ondervraagde executives is de politiek bepalend voor de technologische agenda in plaats van de OEM’S, “hoewel daarbij ook gedreven door de industriepolitiek”.

Één ecosysteem

KPMG verdeelt de wereld in drie major ‘islands’ die bepalend zijn voor de ontwikkelingen in de autobranche: Azië, Noord-Amerika en Europa. Omdat deze drie continenten ieder een eigen focus zullen kiezen, zullen er ook in 2040 nog veel soorten aandrijving naast elkaar bestaan, denken de respondenten aan het onderzoek. Kramer: “Batterij aangedreven elektrische auto’s nemen zo’n 30 procent voor hun rekening, hybridevoertuigen 25 procent, voertuigen met brandstofcellen 23 procent en auto’s met een interne verbrandingsmotor ook 23 procent. Één internationale standaard is de komende jaren dan ook niet aan de orde.” In de survey van 2017 verwachten de managers nog een min of meer gelijke verdeling tussen de waterstofauto, brandstofauto en de BEV. Een jaar daarvoor werd de verbrandingsmotor nog zo goed als afgeschreven. Onlangs zei Carlos Tavares (PSA) nog dat in Europa de diesel-hybride de ideale technologie is om de CO2-emissiedoelstellingen te halen. 

Uit het onderzoek van KPMG blijkt verder dat de executives zich bewust zijn van het feit dat samenwerking in de branche, maar vooral met branchevreemde spelers, essentieel is. “Vervoer van personen en goederen groeien naar elkaar toe. Mobiliteit en logistiek komen samen in één ecosysteem”, aldus Kramer. “In dat systeem wordt het onderscheid steeds belangrijker tussen stedelijke mobiliteit, grootstedelijke mobiliteit en mobiliteit daarbuiten.”

De wereldwijde autobranche ziet China als dé voorloper op het gebied van elektrische mobiliteit en verwacht dat dit land op de korte termijn de grootste producent van volledig elektrische voertuigen zal zijn. Dat blijkt uit de Global Automotive Executive Survey 2019 van KPMG onder duizend executives uit de autobranche. “China kan als centraal geleide economie natuurlijk ook razendsnel schakelen”, verklaart Loek Kramer, partner bij KPMG in Nederland. “Als de regering besluit dat iedereen elektrisch moet rijden om de milieuvervuiling te beperken, dan gebeurt dat gewoon.”Lees ook de column van Arjen de Jong op Automotive: Electrifying China.

Uit de Survey blijkt dat bijna de helft van de executives in de autobranche verwacht dat China de komende tijd zijn voorsprong verder vergroot. “Ook omdat het land één van de drie grootste producenten van batterijcomponenten is”, zegt Kramer. En de beschikbaarheid van ruwe grondstoffen is volgens driekwart van de executives én volgens een groot deel van de tweeduizend consumenten die ook voor het onderzoek zijn geraadpleegd, mede bepalend voor de aandrijflijntechnologie die in het betreffende land wordt gekozen.

Aanzienlijke investeringen

“Landen die over veel ruwe grondstoffen beschikken zoals olie en gas, zich zullen concentreren op verbrandingsmotoren en brandstofcellen”, zegt Kramer. “Dat geldt bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten. Landen die over veel grondstoffen beschikken voor de ontwikkeling van elektrische batterijen, zoals China, zullen zich focussen op elektrische aandrijving. Chinese managers verwachten dat in 2040 zo’n 35 procent van de voertuigen in het land volledig elektrisch zal zijn.”

De kansen van West-Europa om wereldwijd een rol te kunnen blijven spelen liggen met name op het gebied van Internet of Things en automatisering, blijkt uit de survey. “Er worden de komende jaren aanzienlijke investeringen gedaan op het gebied van de connectiviteit van voertuigen”, aldus Kramer. Ofwel: de Europese grondstof wordt kennis.

De kansen van West-Europa om een rol te blijven spelen liggen met name in Internet of Things.

Naast de beschikbaarheid van grondstoffen speelt ook de politieke inmenging een rol. “Nederland is daar natuurlijk een mooi voorbeeld van: zonder subsidies was Tesla hier nooit zo succesvol geweest”, aldus Kramer. Volgens 77 procent van de ondervraagde executives is de politiek bepalend voor de technologische agenda in plaats van de OEM’S, “hoewel daarbij ook gedreven door de industriepolitiek”.

Één ecosysteem

KPMG verdeelt de wereld in drie major ‘islands’ die bepalend zijn voor de ontwikkelingen in de autobranche: Azië, Noord-Amerika en Europa. Omdat deze drie continenten ieder een eigen focus zullen kiezen, zullen er ook in 2040 nog veel soorten aandrijving naast elkaar bestaan, denken de respondenten aan het onderzoek. Kramer: “Batterij aangedreven elektrische auto’s nemen zo’n 30 procent voor hun rekening, hybridevoertuigen 25 procent, voertuigen met brandstofcellen 23 procent en auto’s met een interne verbrandingsmotor ook 23 procent. Één internationale standaard is de komende jaren dan ook niet aan de orde.” In de survey van 2017 verwachten de managers nog een min of meer gelijke verdeling tussen de waterstofauto, brandstofauto en de BEV. Een jaar daarvoor werd de verbrandingsmotor nog zo goed als afgeschreven. Onlangs zei Carlos Tavares (PSA) nog dat in Europa de diesel-hybride de ideale technologie is om de CO2-emissiedoelstellingen te halen. 

Uit het onderzoek van KPMG blijkt verder dat de executives zich bewust zijn van het feit dat samenwerking in de branche, maar vooral met branchevreemde spelers, essentieel is. “Vervoer van personen en goederen groeien naar elkaar toe. Mobiliteit en logistiek komen samen in één ecosysteem”, aldus Kramer. “In dat systeem wordt het onderscheid steeds belangrijker tussen stedelijke mobiliteit, grootstedelijke mobiliteit en mobiliteit daarbuiten.”