Ook bijtelling bij langdurig ziek
Dat een werknemer door langdurige ziekte feitelijk geen gebruik kan maken van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto is geen reden om de bijtelling te schrappen. Dat blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Arnhem. Een werknemer met een auto van de zaak die ook voor privédoeleinden en door gezinsleden gebruikt mocht worden werd getroffen door een herseninfarct. Tijdens zijn revalidatie werd hem een ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd. Pas zeven maanden later was hij, na het volgen van rijlessen en het afleggen van een nieuw examen was weer bevoegd en in staat de auto te gebruiken. Hij stelde dat hij daarom voor de betreffende maanden geen bijtelling voor privégebruik zou moeten hebben.
De rechter oordeelde echter dat: "Voor de toepassing van het autokostenforfait over het gehele jaar is vereist dat de auto het gehele jaar aan eiser ter beschikking is gesteld. Aan die voorwaarde is hier voldaan. De rechtbank acht hierbij van belang dat de werkgever de auto niet heeft teruggevorderd gedurende de ziekteperiode of een gedeelte daarvan. De beschikkingsmacht over de auto is derhalve bij eiser blijven liggen. Dit uit zich ook in de mogelijkheid tot gebruik door de echtgenote of de kinderen van eiser. Daarbij is niet van belang dat feitelijk geen gebruik is gemaakt van die mogelijkheid."
Wat betreft de door deze werknemer bepleite redelijke wetstoepassing zegt de rechter dat de wetgever met de regeling van het autokostenforfait een enigszins grove regeling heeft getroffen, maar omwille van de doelmatigheid de grofheid van de regeling bewust heeft aanvaard.
Een en ander betekent dat als u of uw berijder de bijtelling buiten toepassing wilt laten, het van belang is dat de werkgever (schriftelijk) verzoekt de auto feitelijk terug te geven, zodat er geen sprake is van terbeschikkingstelling.
De volledige uitspraak van de Rechtbank Arnhem is hier te lezen.
